Network User's Guide

Table Of Contents
11 - 9 TCP/IP CONFIGUREREN
BOOTP gebruiken voor het
configureren van het IP-adres
BOOTP is een alternatief op rarp. Het voordeel van BOOTP is, dat
ook het subnetmasker en de gateway geconfigureerd kunnen
worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het
IP-adres, moet BOOTP op uw hostcomputer zijn geïnstalleerd en
daar draaien (het behoort in het bestand
/etc/services
op uw
host als een ware service te verschijnen; typ
man bootpd
of
raadpleeg de met uw systeem meegeleverde documentatie voor
nadere informatie hierover). BOOTP wordt doorgaans opgestart via
het bestand
/etc/inetd.conf
, en u kunt dit activeren door het "#"
te verwijderen dat in dit bestand voor de ingang bootp staat.
Bijvoorbeeld, een doorsnee bootp-ingang in het bestand
/etc/inetd.conf
kan er als volgt uitzien:
#bootp dgram udp wait /usr/etc/bootpd bootpd -i
Afhankelijk van het systeem, kan deze ingang "bootps" heten in
plaats van "bootp".
BRN_310107 1 00:80:77:31:01:07 192.189.207.3
en:
BRN_310107:ht=ethernet:ha=008077310107:\
ip=192.189.207.3:
Voor het activeren van BOOTP gebruikt u een editor om "#"
te verwijderen (staat er geen "#", dan is BOOTP reeds
geactiveerd). Bewerk nu het BOOTP-configuratiebestand
(doorgaans
/etc/bootptab
) en voer de naam in, plus het
netwerktype (1 voor Ethernet), het Ethernetadres en het IP-
adres, het subnetmasker en de gateway van de afdruk-/
faxserver. Helaas kan de indeling van deze gegevens
afwijken, en het is derhalve zaak dat u de met uw systeem
meegeleverde documentatie raadpleegt om te zien hoe u
deze informatie invoert (een groot aantal UNIX-systemen
hebben templates in het bestand bootptab die u als
voorbeeld kunt gebruiken). Een voorbeeld van een doorsnee
/etc/bootptab
ingang is: