Network User's Guide

Table Of Contents
11 - 3 TCP/IP CONFIGUREREN
BRAdmin Professional kan het IPX/SPX- of het TCP/IP-protocol
gebruiken voor communicatie met de afdruk-/faxserver van Brother.
Als u het TCP/IP-protocol wilt gebruiken voor het beheren van de
afdruk-/faxserver, dient u te controleren dat de afdruk-/faxserver een
geldig IP-adres heeft. Als u DHCP, BOOTP of RARP niet gebruikt,
wilt u het IP-adres wellicht wijzigen. Het IP-adres kan met
gebruikmaking van BRAdmin Professional op twee manieren
worden gewijzigd:
Gebruik het IPX/SPX-protocol.
Gebruik het TCP/IP-protocol en laat BRAdmin Professional de
afdruk-/faxserver van Brother vinden als een niet-geconfigureerd
apparaat.
BRAdmin Professional en het IPX/SPX-protocol
gebruiken om het IP-adres in te stellen
Als op uw pc de Novell Netware Client-software is geïnstalleerd en
het IPX/SPX-protocol wordt gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1
Selecteer het
IPX/SPX-filter
in het linkerframe van het
hoofdvenster.
2
Controleer de afdruk-/faxservernaam (de standaardnaam voor
het knooppunt is
BRN_xxxxxx
, waar
xxxxxx
de laatste zes
tekens zijn van het Ethernetadres (MAC-adres)).
Kunt u de servernaam niet vinden, selecteer dan het menu
Apparaten
, kies de optie
Actieve apparaten zoeken
(u kunt ook op
F4 drukken) en probeer opnieuw.
3
Selecteer de afdruk-/faxserver die u wilt configureren en
dubbelklik erop. U wordt gevraagd een wachtwoord in te
voeren. Het standaardwachtwoord is
access
.
4
Selecteer het tabblad
TCP/IP
en stel het
IP-adres
, het
subnetmasker
en de
gateway
in.
U kunt de knooppuntnaam en het MAC-adres vinden door de
configuratiepagina van de
machine
af te drukken. Raadpleeg
“De afdruk-/faxserver terugstellen op de fabrieksinstellingen
(testtoets)” op pagina 13-4 voor informatie over het op uw
afdruk-/faxserver afdrukken van de configuratiepagina.