Network User's Guide

Table Of Contents
11 - 1 TCP/IP CONFIGUREREN
11
TCP/IP configureren
11
TCP/IP-informatie toewijzen
Overzicht
Het TCP/IP-protocol vereist dat ieder apparaat in een netwerk een
uniek IP-adres heeft. In dit hoofdstuk leest u meer over het
configureren van een IP-adres.
Het APIPA-protocol (Automatic Private IP Addressing) wijst
automatisch een IP-adres toe uit het volgende bereik: 169.254.1.0 t/
m 169.254.254.255. Wanneer het APIPA-protocol is uitgeschakeld,
is het standaard IP-adres voor een afdrukserver van Brother
192.0.0.192. U kunt dit IP-adres echter gemakkelijk wijzigen, zodat
het overeenkomt met de IP-adresgegevens van uw netwerk. Dit kan
op een van de volgende wijzen worden gedaan:
Via het bedieningspaneel van de machine.
BRAdmin Professional (voor Windows
®
95/98/Me/2000/XP en
Windows NT
®
4.0 met het IPX/SPX- of TCP/IP-protocol).
DHCP, APIPA, Reverse ARP (rarp) of BOOTP.
De opdracht ARP.
HTTP (webbrowser).
Andere beheerhulpprogramma’s op basis van SNMP.
Web BRAdmin.
Deze configuratiemethoden worden hierna besproken.
Het IP-adres dat u toewijst aan de afdruk-/faxserver moet
zich op hetzelfde logische netwerk bevinden als uw
hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het
subnetmasker en de router (gateway) geconfigureerd
worden.