Network Glossary
Table Of Contents
- Verklarende woordenlijst Netwerk
- Inhoudsopgave
- 1 Typen netwerkverbindingen en protocollen
- 2 De machine configureren voor een netwerk
- 3 Terminologie en concepten voor draadloos netwerk
- 4 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows®
- 5 Beveiligingsvoorschriften en -concepten
- Appendix A
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Index
Appendix A
22
A
RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A
Het IP-adres van de afdrukserver van Brother kunt u configureren met de functie Reverse ARP (RARP) op
uw hostcomputer. Daarvoor bewerkt u het bestand /etc/ethers (als dit bestand niet bestaat, kunt u het
aanmaken) met een ingang gelijkaardig aan het volgende:
00:80:77:31:01:07 BRN008077310107 (of BRW008077310107 voor een draadloos netwerk)
De eerste ingang is het MAC-adres (Ethernetadres) van de afdrukserver en de tweede ingang is de naam
van de afdrukserver (deze naam moet dezelfde zijn als de naam die u hebt gebruikt in het bestand
/etc/hosts).
Als de RARP-daemon nog niet draait, start u deze nu op (afhankelijk van uw systeem is de opdracht rarpd,
rarpd -a, in.rarpd -a of iets anders; typ man rarpd of raadpleeg de bij uw systeem geleverde
documentatie voor meer informatie). Als u bij een systeem op basis van Berkeley UNIX wilt controleren of de
RARP-daemon draait, typt u de onderstaande opdracht:
ps -ax | grep -v grep | grep rarpd
Bij systemen op basis van AT&T UNIX typt u:
ps -ef | grep -v grep | grep rarpd
De afdrukserver van Brother ontvangt het IP-adres van de RARP-daemon nadat de machine is opgestart.










