Operation Manual

Table Of Contents
70
Slechte afdrukkwaliteit Gebruik alleen originele verbruiksartikelen van Brother. Het gebruik van inkt van
andere fabrikanten kan problemen geven met de afdrukkwaliteit.
Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 84.)
Zorg dat de instelling voor het soort papier in de printerdriver of voor de
papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het door u gebruikte
type papier.
(Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de
softwarehandleiding op de cd-rom aud Papiersoort op pagina 21.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken.
(Originele cartridges van Brother kunnen tot max. 2 jaar gebruikt worden als
deze in hun originele verpakking bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 16.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20° C en 33° C.
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De printkop reinigen. (Zie De printkop reinigen op pagina 84.)
Gebruik originele Innobella™ inkt van Brother.
Gebruik het juiste type papier. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia
op pagina 16.)
Gebruik de fotopapierlade als u wilt afdrukken op fotopapier van het formaat Foto
L of 10 × 15 cm. (Zie Fotopapier laden op pagina 13.)
De machine print blanco pagina's. De printkop reinigen. (Zie De printkop reinigen op pagina 84.)
Tekens en regels overlappen
elkaar.
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 85.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkanten goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Er staat een vlek midden boven op
de afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en
andere afdrukmedia op pagina 16.)
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken enEven pagina's
afdrukken.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 16.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Zorg ervoor dat u de juiste papiersoort instelt als u fotopapier gebruikt. Als u een
foto afdrukt vanaf een pc, stelt u de instelling Mediatype in op het tabblad
Normaal van de printerdriver.
Gebruik originele Innobella™ inkt van Brother.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties