Operation Manual
Problemen oplossen en routineonderhoud
77
De uitlijning controleren B
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen;
maar als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn, kan het zijn dat er
aanpassingen nodig zijn.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Instel kantlijn
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
e Controleer de testafdrukken voor
600 dpi en 1200 dpi om te zien of
nummer 5 het beste overeenkomt met
nummer 0.
Als voorbeeld nummer 5 zowel het
beste overeenkomt in geval van
600 dpi en 1200 dpi, drukt u op +
(Ja) om Uitlijning controleren te
voltooien, en gaat u naar stap h.
Als één van de andere nummers van
de testafdrukken beter overeenkomt
voor 600 dpi of 1200 dpi, drukt u op -
(Nee) om dat nummer te selecteren.
f Druk voor 600 dpi op d of c om het
nummer van de testafdruk te selecteren
die het beste overeenkomt met het
voorbeeld van nummer 0 (1-8).
Druk op OK.
g Druk voor 1200 dpi op d of c om het
nummer van de testafdruk te selecteren
die het beste overeenkomt met het
voorbeeld van nummer 0 (1-8).
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Het inktvolume controleren B
U kunt controleren hoeveel inkt er nog in de
cartridge zit.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Inktvolume te
selecteren.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt het
inktvolume weergegeven.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh
®
in de softwarehandleiding op
de CD-ROM.)










