GEBRUIKERSHANDLEIDING DCP-110C DCP-310CN Versie B
Als u de klantendienst moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: DCP-110C en DCP-310CN (Omcirkel uw modelnummer) Serienummer:* Aankoopdatum: Aankoopplaats: * Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie. Registreer uw product online op http://www.brother.
Samenstelling en publicatie Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
ii
EG conformiteitverklaring onder de richtlijn R & TTE Producent Brother Industries, Ltd.
Veiligheidsmaatregelen Veilig gebruik van de DCP Bewaar deze voorschriften zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten. WAARSCHUWING Binnen in de DCP bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Haal de stekker van de DCP uit het contact voordat u het apparaat reinigt. Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
WAARSCHUWING Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om het apparaat volledig uit te schakelen. Voorzichtig Om de beste afdrukkwaliteit te handhaven, adviseren wij dat u de AAN/UIT toets gebruikt om uw DCP uit te zetten. Verwijder de stekker niet uit het stopcontact, tenzij u de machine verplaatst of onderhoud uitvoert.
Een geschikte plaats kiezen Zet de DCP op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats de DCP in de buurt van een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10 °C en 35 °C blijft. Voorzichtig ■ Zet de DCP niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen. ■ Plaats de DCP niet op het tapijt. ■ Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Inhoudsopgave 1 2 Inleiding ................................................................................ 1-1 Gebruik van deze handleiding .......................................... 1-1 Informatie opzoeken ................................................... 1-1 De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt................................................................... 1-1 Overzicht van het bedieningspaneel ................................ 1-2 Indicaties status-LED.............................
Kleurverzadiging instellen......................................... 2-15 Wettelijke beperkingen ...................................................2-16 3 4 5 viii Walk-Up PhotoCapture Center™ ......................................... 3-1 Inleiding ............................................................................ 3-1 Vereisten voor het PhotoCapture Center™ ............. 3-2 Aan de slag.......................................................................
De DCP inpakken en vervoeren ..................................... 5-15 Routineonderhoud .......................................................... 5-18 De scanner reinigen ................................................. 5-18 De geleiderol van de DCP reinigen .......................... 5-19 De inktpatronen vervangen ...................................... 5-20 A S 6 Appendix ............................................................................. A-1 Programmeren op het scherm.....................
1 Inleiding Gebruik van deze handleiding Dank u voor de aanschaf van een Digital Copier/Printer (DCP) van Brother. Deze DCP is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de DCP. Informatie opzoeken De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave.
Overzicht van het bedieningspaneel 11 10 1 1 Kopieertoetsen (tijdelijke instellingen): Opties U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren. Vergroot/Verklein Hiermee kunt u kopieën vergroten of verkleinen, afhankelijk van het door u geselecteerde percentage. Kwaliteit Gebruik deze toets om de kwaliteit voor het kopiëren tijdelijk te wijzigen. Aantal kopieën Gebruik deze toets om meerdere kopieën te maken.
3 Stop/Eindigen 7 Met een druk op deze toets wordt een bewerking onderbroken of het menu verlaten. 4 Mono Start Gebruik deze toets om de printkoppen te reinigen en de printkwaliteit en de hoeveelheid inkt te controleren. 8 Met deze toets maakt u kopieën in zwart-wit. 5 Kleur Start Met deze toets maakt u kopieën in kleur. 6 AAN/UIT Hiermee zet u de DCP aan of uit. De DCP zal, zelfs in de uitstand, de printkop regelmatig reinigen om de afdrukkwaliteit te handhaven.
Indicaties status-LED De status-LED (Light Emitting Diode) is een lampje dat de status van de DCP weergeeft. LED DCP status Omschrijving Klaar De DCP is klaar voor gebruik. Deksel open Het deksel is open. Sluit het deksel. (Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 5-1.) Inktpatroon leeg Vervang de inktpatroon door een nieuwe. (Raadpleeg De inktpatronen vervangen op pagina 5-20.) Papierstoring Plaats papier in de lade of verwijder vastgelopen papier. Controleer de melding op de LCD.
Documenten laden U kunt kopiëren en scannen via de glasplaat. De glasplaat gebruiken U kunt de glasplaat gebruiken om pagina voor pagina of pagina’s uit een boek te kopiëren of te scannen. Documenten mogen tot A4formaat (21,6 tot 29,7 cm) groot zijn. 1 Til het documentdeksel op. Leg documenten document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
Over papier De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de DCP gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, dient u de papiersoort altijd in te stellen op het soort papier dat u plaatst. U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken. Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Omgaan met speciaal papier ■ Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht, en warmte. ■ De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe. ■ Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorbeert, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
1 - 8 INLEIDING 184 x 267 mm (7 1/4" x 10 1/2") 182 x 257 mm (7.2" x 10.1") 148 x 210 mm (5.8" x 8.3") 105 x 148 mm (4.1" x 5.8") Legal Executive JIS B5 A5 A6 Transparanten Enveloppen 210 x 297 mm (8.3" x 11.7") 105 x 235 mm (4.1" x 9.3") JE4-envelop A4 98 x 191 mm (3 7/8" x 7 1/2") Monarch 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") 105 x 241 mm (4 1/8" x 9 1/2") COM-10 Brief 162 x 229 mm (6.4" x 9") 110 x 220 mm (4.3" x 8.7") C5-envelop 148 x 200 mm (5.8" x 7.
Gewicht, dikte en capaciteit papier Type papier Gewicht Dikte Aantal vellen Normaal papier 64 tot 120 (17 tot 32 lb) 0,08 tot 0,15 mm (0,003" tot 0,006") 100* Inkjetpapier 64 tot 200 g/m2 (17 tot 53 lb) 0,08 tot 0,25 mm (0,003" tot 0,01") 20 Glanzend papier Max. 220 g/m2 (Max. 58 lb) Max. 0,25 mm (Max. 0,01") 20 Photo Card Max. 240 g/m2 (Max. 64 lb) Max. 0,28 mm (Max. 0,01") 20 Indexkaart Max. 120 g/m2 (Max. 32 lb) Max. 0,15 mm (Max. 0,006") 30 Briefkaart Max. 200 g/m2 (Max.
Bedrukbaar gedeelte De onderstaande afbeeldingen tonen het niet bedrukbare gedeelte op losse vellen papier en enveloppen. Losse vellen 3 Enveloppen 3 4 1 4 1 2 2 ■ niet bedrukbaar gedeelte 1Bovenkant 2Onderkant 3Links 4Rechts Losse vellen 3 mm (0 mm)*1 3 mm (0 mm)*1 3 mm (0 mm)*1 3 mm (0 mm)*1 Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm *1 Wanneer u de optie Zonder Marges op AAN zet. ■ Het bedrukbare gedeelte is afhankelijk van de instellingen in het stuurprogramma van de printer.
Papier, enveloppen en briefkaarten laden Papier of ander materiaal plaatsen 1 Trek de papierlade volledig uit de DCP en verwijder het deksel. 2 Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze papiergeleider af op de breedte van het gebruikte papier. Papiergeleider 3 Trek de papiersteun er uit en vouw de papiersteunklep uit. Uitvoerpapierlade Papiersteunklep Gebruik de papiersteunklep voor Letter, Legal of A4.
4 Blader de stapel papier goed door; dit om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd. 5 Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand (bovenkant van het papier) eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven de maximum papierhoogte komt. Maximum papierhoogte ■ Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
Enveloppen plaatsen ■ Gebruik enveloppen van 75-95 g/m2. ■ Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt. Om te voorkomen dat het invoermechanisme wordt beschadigd, dient het gebruik van onderstaande soorten enveloppen te worden vermeden.
2 Leg de enveloppen in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de envelopbreedte erin past. Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op: 1 Open de omslag van de envelop. 2 Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken. 3 Stel de maat en marge bij in uw toepassing.
2 Kopiëren De DCP als een kopieerapparaat gebruiken U kunt de DCP als kopieerapparaat gebruiken en maximaal 99 kopieën per keer maken. Eén kopie maken 1 2 Het document laden. Druk op Mono Start of Kleur Start. Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te onderbreken. Meerdere kopieën maken 1 2 Het document laden. Druk herhaaldelijk op Aantal kopieën tot het gewenste aantal kopieën verschijnt (maximaal 99). —OF— Druk op om het aantal kopieën te verhogen. Druk op om het aantal kopieën te verlagen.
De kopieertoetsen gebruiken (Tijdelijke instellingen) Gebruik de tijdelijke kopieertoetsen als u snel de kopieerinstellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen. U kunt verschillende combinaties gebruiken. Tijdelijke kopieertoetsen Dit zijn tijdelijke instellingen en de DCP schakelt 60 seconden na het kopiëren weer over naar de standaardinstellingen. U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen.
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De standaardinstelling is Normaal. Druk op Kwaliteit 1 2 3 Normaal Aanbevolen voor normale afdrukken. Goede kopieerkwaliteit met adequate kopieersnelheid. Snel Hoge kopieersnelheid en laagste inktverbruik. Gebruik FAST om tijd te besparen (documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën). Fijn Gebruik deze stand voor het kopiëren van precieze beelden, zoals foto’s.
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen U kunt de volgende vergrotings-/verkleiningspercentages selecteren. Met Custom(25-400%) kunt u een percentage tussen 25 % en 400 % instellen.
1 2 3 Het document laden. Druk op Vergroot/Verklein. Druk op of om het gewenste vergrotings- of verkleiningspercentage te selecteren. Druk op Instellen. —OF— U kunt Custom(25-400%) selecteren en op Instellen drukken. Gebruik of om een vergrotings- of verkleiningspercentage in te toetsen tussen 25% en 400%. Druk op Instellen. Het aantal kopieën kan tevens verhoogd/verlaagd worden door of ingedrukt te houden. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start.
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen Gebruik de Opties-toets als u snel de volgende instellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt instellen.
Het type papier instellen Selecteer, als u op ander papier dan normaal papier gaat kopiëren, voor een optimale printkwaliteit, het type papier dat u gebruikt. 1 Het document laden. 2 Druk op Opties en of om Papiersoort te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om het type papier dat u gebruikt te selecteren (Normaal, Inkjet, Glossy of Transparanten). Druk op Instellen. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start. —OF— Druk op of voor meer instellingen.
Helderheid instellen U kunt de helderheid instellen om kopieën donkerder of lichter te maken. 1 Het document laden. 2 Druk op Opties en of om Helderheid te selecteren. Druk op Instellen. + 3 Druk op om een lichtere kopie te maken. —OF— Druk op om een donkerdere kopie te maken. Druk op Instellen. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start. —OF— Druk op of voor meer instellingen.
N in 1-kopieën of poster maken (Paginaopmaak) U kunt het aantal kopieën verlagen met de optie N in 1-kopie. U kunt zo twee of vier pagina’s op één vel te kopiëren en daarmee papier besparen. U kunt ook een poster maken. Wanneer u de posteroptie gebruikt verdeelt de DCP uw document in secties en vergroot vervolgens de secties, zodat u ze samen kunt voegen tot een poster. ■ Controleer of het papierformaat is ingesteld op A4 of Letter.
Als in de instelling Type papier de optie Glossy is geselecteerd voor de N in 1-kopieën, drukt de DCP de beelden hetzelfde af als wanneer Normaal papier is geselecteerd. ■ Als u kopieën met meerdere kleuren maakt, is N in 1-kopieën niet beschikbaar. ■ N in 1-kleurenkopieën zijn niet beschikbaar voor DCP-110C. ■ Bij posterkopieën kunt u niet meer dan één kopie te maken. Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden zoals hieronder afgebeeld.
Poster (3x3) U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken. Bij posterkopieën kunt u niet meer dan één kopie te maken.
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Het type papier instellen Voor de beste afdrukkwaliteit is het zaak dat u de DCP instelt op het type papier dat u gebruikt. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 1.Papiersoort te selecteren. Druk op Instellen.
Papierformaat instellen U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4, A5 en 10x15cm. Wanneer u het papierformaat in de DCP verandert , moet u ook de instelling voor het papierformaat veranderen, zodat uw DCP de kopie op het blad kan doen passen. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 2.Papierformaat te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om Letter, Legal, A4, A5 of 10x15cm te selecteren.
Helderheid instellen 1 2 3 4 5 Druk op Menu. Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 4.Helderheid te selecteren. Druk op Instellen. Druk op om een lichtere kopie te maken. —OF— Druk op om een donkerdere kopie te maken. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Contrast instellen U kunt het contrast wijzigen om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 5.
Kleurverzadiging instellen 1 2 3 4 5 6 Druk op Menu. Druk op of om 1.Kopie te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 6.Kleuren aanp. te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om Rood, Groen of Blauw te selecteren. Druk op Instellen. Druk op om de kleurverzadiging te verhogen. —OF— Druk op om de kleurverzadiging te verlagen. Druk op Instellen. Herhaal stap 4 om de volgende kleur te selecteren. —OF— Druk op Stop/Eindigen.
Wettelijke beperkingen De kleurenreproductie van bepaalde documenten is verboden en kan ofwel strafrechtelijke of civielrechtelijke aansprakelijkheid als gevolg hebben. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij aan dat u de betreffende instanties in uw eigen land raadpleegt met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
3 Walk-Up PhotoCapture Center™ Inleiding Ook wanneer de DCP niet is aangesloten op de computer, kunt u een foto rechtstreeks afdrukken vanaf de media van de digitale camera. Uw Brother DCP is voorzien van vijf sleuven (slots) voor opslagmedia, voor het gebruik met populaire digitale cameramedia: CompactFlash®, SmartMedia®, Memory Stick®, SecureDigital™ (SD Card) en xD-Picture Card™.
Vereisten voor het PhotoCapture Center™ Om foutmeldingen te voorkomen, dient u rekening te houden met het volgende: ■ Het DPOF-bestand op de mediakaart moet een geldige bestandsindeling hebben. (Raadpleeg DPOF-afdrukken op pagina 3-8.) ■ De extensie van het beeldbestand moet .JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF enz., worden niet herkend.
Aan de slag Steek de kaart goed in de daarvoor bestemde sleuf. SecureDigital™ CompactFlash® Memory Stick® xD-Picture Card™ SmartMedia® PhotoCapture toetsindicaties: ■ PhotoCapture licht is AAN, de mediakaart is correct geplaatst. ■ PhotoCapture licht is UIT, de mediakaart is niet correct geplaatst. ■ PhotoCapture licht KNIPPERT, de mediakaart wordt gelezen of beschreven.
De onderstaande stappen geven een kort overzicht van de optie waarmee u rechtstreeks kunt afdrukken. Zie de rest van dit hoofdstuk voor uitgebreidere instructies. 1 Plaats de mediakaart goed in de sleuf (slot). Als de mediakaart in de juiste sleuf C.Flash aktief is gestoken, wordt op het Druk op de... LCD-scherm het volgende weergegeven. De melding dat de kaart in gebruik is, wordt 60 seconden lang weergegeven en verdwijnt dan.
De index afdrukken (miniatuurbeelden) Het PhotoCapture Center™ wijst nummers aan de beelden toe (bijvoorbeeld nr.1, nr. 2, nr. 3, enz.). Het herkent geen andere nummers of bestandsnamen die door uw digitale camera of pc werden gebruikt om de beelden te identificeren. U kunt een pagina met miniatuurbeelden afdrukken (indexpagina met 6 of 5 beelden per regel). Hierop staan alle beelden van de mediakaart. 1 Controleer of de mediakaart is geplaatst. Druk op PhotoCapture. (Raadpleeg pagina 3-3.
Afbeeldingen afdrukken U dient eerst het nummer van een beeld te weten, pas dan kunt u het afdrukken. Druk eerst de index af. (Raadpleeg De index afdrukken (miniatuurbeelden) op pagina 3-5.) 1 2 Controleer of de mediakaart is geplaatst. Druk op PhotoCapture. (Raadpleeg pagina 3-3.) Druk op of om Print Images Print Images te selecteren. Druk op Instellen. Wanneer de mediakaart DPOF-informatie bevat, toont de LCD DPOF Print:Ja, ga naar DPOF-afdrukken op pagina 3-8. 3 Druk herhaaldelijk op om het No.
Type & formaat papier 5 Druk op of om het type papier dat u gebruikt te selecteren (Letter Glossy, 10x15cm Glossy, 13x18cm Glossy, A4 Glossy, Letter Gewoon, A4 Plain, Letter Inktjet, A4 Inktjet of 10x15cm Inktjet). Druk op Instellen. Als u A4 of Letter heeft geselecteerd, ga dan naar stap 6. Als u een ander formaat heeft geselecteerd, gaat u naar stap 7. —OF— Druk op Kleur Start om af te drukken zonder instellingen te wijzigen.
DPOF-afdrukken DPOF betekent Digital Print Order Format. Grote producenten van digitale camera’s (Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co. Ltd. en Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation.) hebben deze standaard gecreëerd om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen. Als uw digitale camera het DPOF afdrukken ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal exemplaren dat u kunt afdrukken op het display van de digitale camera selecteren.
De standaardinstellingen wijzigen U kunt de PhotoCaptureCenter™-instellingen die u het vaakst gebruikt opslaan als standaardinstelling. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. 1 2 3 4 5 Druk op Menu. Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 1.Printkwaliteit te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om Norm of Foto te selecteren. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen.
Helderheid instellen 1 2 3 4 5 Druk op Menu. Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 3.Helderheid te selecteren. Druk op Instellen. Druk op om een lichtere afdruk te maken. —OF— Druk op om een donkerdere afdruk te maken. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Contrast instellen U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met meer contrast ziet een beeld er scherper en levendiger uit. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen.
Kleurverbetering U kunt de functie voor kleurverbetering inschakelen om meer levendige afdrukken te maken. Het afdrukken zal langer duren. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 5.Kleur aanp. te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om Aan te selecteren. Druk op Instellen. —OF— Selecteer Uit en druk op Instellen, ga dan naar stap 7. Als u Aan selecteert, kunt u de witbalans, scherpte of kleurdichtheid aanpassen.
■ Witbalans Deze instelling regelt de tint van de witte vlakken in een afbeelding. Verlichting, de instellingen van de camera en andere invloeden, bepalen de tint wit. De witte vlakken van een afbeelding kunnen er een beetje roze of geelachtig uitzien, of naar een andere kleur neigen. Met deze instelling kunt u dergelijke afwijkingen corrigeren en de witte vlakken weer zuiver wit maken. ■ Scherpte Deze instelling verbetert het detail van een beeld. Het lijkt op het scherpstellen van een camera.
Trimmen Wanneer een foto te lang of te breed is voor de ruimte die u hebt geselecteerd, wordt automatisch een gedeelte van de afbeelding eraf gesneden. De standaardinstelling is Aan. Wanneer u de hele afbeelding wilt afdrukken, plaatst u deze instelling op Uit. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 6.Bijsnijd(crop)te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om Uit (of Aan) te selecteren. Druk op Instellen. 5 Druk op Stop/Eindigen.
Zonder Marges Met deze optie wordt het bedrukbare gedeelte uitgebreid naar de zijden van het papier. Het afdrukken zal iets langer duren. 1 Druk op Menu. 2 Druk op of om 2.Fotocapture te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om 7.Zonder rand te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op of om UIT te selecteren (of AAN). Druk op Instellen. 5 Druk op Stop/Eindigen.
PhotoCapture Center™ op uw PC gebruiken U kunt vanaf de pc toegang krijgen tot de mediakaart die in de mediasleuf van de DCP is geplaatst. (Raadpleeg PhotoCapture Center™ op uw PC gebruiken op pagina 6-1 in de softwarehandleiding op de CD-ROM of Het PhotoCapture Center™ vanaf een Macintosh® gebruiken (niet beschikbaar voor MFC-3240C en MFC-5440CN) op pagina 8-47 in de softwarehandleiding op de cd-rom.
4 Belangrijke informatie Voor uw veiligheid Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet perse dat de voeding is geaard en dat de installatie volkomen veilig is. Het is in uw eigen belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Lees alle instructies door. Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan. Volg alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat worden aangegeven. Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens u het gaat reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een vochtige doek om het apparaat schoon te maken. Gebruik het apparaat niet in de buurt van water.
11 12 13 14 Zorg dat de opening van de DCP voor het printen nooit wordt geblokkeerd. Plaats nooit een voorwerp in het pad van het printen. Wacht totdat de DCP de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken. Trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg een bevoegde servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet: ■ Wanneer het netsnoer defect of uitgerafeld is. ■ Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst. ■ Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. © 2004 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Windows en Microsoft zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de VS en andere landen.
5 Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen oplossen Foutmeldingen Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval is, kunnen er fouten optreden. Wanneer dat het geval is identificeert de DCP het probleem en wordt een foutmelding getoond. Hieronder vindt u de meest voorkomende foutmeldingen. De meeste problemen kunt u zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Papier nazien Het papier in de DCP is op. Vul het papier aan en druk op Mono Start of Kleur Start. Het papier is vastgelopen in de DCP. Raadpleeg Papier vastgelopen in de machine op pagina 5-3. Papierstoring Papier is vastgelopen in de DCP. Raadpleeg Papier vastgelopen in de machine op pagina 5-3. Temperatuur hoog De printkoppen zijn te warm. Laat de DCP afkoelen. Temperatuur laag De printkoppen zijn te koud. Laat de DCP opwarmen.
Papier vastgelopen in de machine Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de DCP is vastgelopen. Papier is vastgelopen binnen de papierlade 1 Trek de papierlade uit de DCP. Papierlade 2 Trek het vastgelopen papier naar boven uit de machine.
Papier is vastgelopen binnen in de DCP 1 Verwijder de Klep ter Verwijdering van Vastgelopen Papier. Trek het vastgelopen papier uit de DCP. Deksel 2 3 4 Zet de Klep ter Verwijdering van Vastgelopen Papier weer op zijn plaats. Als u het vastgelopen papier er niet uit kunt trekken, til dan het scannerdeksel aan de rechterkant van de DCP op, totdat deze in de open stand vergrendeld is. Verwijder het vastgelopen papier.
5 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling los te halen. Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig in en sluit het scannerdeksel.
Als u problemen met de DCP hebt Als u denkt dat er een probleem is met de DCP, controleer dan de onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. In het Brother Solutions Center vindt u de meest recente FAQ’s en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com. PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met de printer Geen print Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de DCP en de computer. Een of meer inktpatronen zijn leeg.
PROBLEEM SUGGESTIES Er staat een vlek midden aan de bovenkant van de afgedrukte pagina. Controleer of het papier dat u gebruikt niet te dik is en niet krult. (Raadpleeg Over papier op pagina 1-6.) Op de afdruk staan vlekken of het lijkt of de inkt vlekt. Zorg dat u het juiste type papier gebruikt. (Raadpleeg Over papier op pagina 1-6.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is. Er staan vlekken aan de achterkant of aan de onderkant van de pagina. Controleer of er geen inkt op de drukplaat zit.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met software Kan software niet installeren of niet afdrukken Het Repair MFL-Pro Suite programma op de cd-rom uitvoeren. Dit programma repareert en herinstalleert de software. ‘Device Busy’ Controleer of er op het LCD-scherm van de DCP een foutmelding staat. ‘Connect Failure’ Als de DCP niet op de pc is aangesloten en u de Brothersoftware opstart, wordt telkens wanneer u Windows® start gemeld dat er geen verbinding met de DCP kan worden gemaakt.
Wijzigen van de taal op het LCD-scherm U kunt de taal op het LCD-scherm wijzigen. 1 2 3 4 5 Druk op Menu. Druk op of om 0.Stand.instel. te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om 0.Taalkeuze te selecteren. Druk op Instellen. Druk op of om uw taal te selecteren. Druk op Instellen. Druk op Stop/Eindigen. De LCD-weergave verbeteren. U kunt het contrast van het LCD-scherm afstellen, zodat de weergave duidelijker wordt.
De afdrukkwaliteit verbeteren De printkop reinigen Om een goede afdrukkwaliteit te garanderen, zal de DCP de printkop regelmatig reinigen. U kunt het reinigingsproces wanneer nodig handmatig starten. Als er op de afgedrukte pagina’s een horizontale streep door tekst of grafisch werk loopt, dient u de printkop en de inktpatronen te reinigen. U kunt alleen zwart reinigen of 3 kleuren tegelijk (cyaan/geel/magenta), of alle vier kleuren tegelijk. Bij het reinigen van de printkop wordt wat inkt verbruikt.
De afdrukkwaliteit controleren Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit controleren door de testpagina af te drukken en naar het patroon van de spuitmondjes kijken. 1 Druk op Inkt. 2 Druk op of om Testafdruk te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om Printkwaliteit te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op Kleur Start. De DCP begint de testpagina af te drukken.
8 9 10 Druk op (Nee) voor zwart (BK) of iedere kleur (Colour) met een Reinigen starten probleem. ▲ Ja ▼ Nee Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven. (Ja). De DCP begint de printkop te reinigen. Druk op Druk op Kleur Start wanneer het reinigen is voltooid. De DCP zal nu de testpagina nogmaals afdrukken en vervolgens terugkeren naar stap 5. Druk op Stop/Eindigen. Als er op de testpagina nog steeds inkt ontbreekt, moet u de reinigings- en testafdrukprocedures minimaal vijf keer herhalen.
De uitlijning controleren. Het is zelden nodig de uitlijning aan te passen, maar als na het transport van de machine uw afgedrukte tekst gevlekt wordt of afbeeldingen flets worden, kan het zijn dat uitlijning nodig is. 1 Druk op Inkt. 2 Druk op of om Testafdruk te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om Instel kantlijn te selecteren. Druk op Instellen. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start. De DCP begint de uitlijningcontrolepagina af te drukken.
Controleren hoeveel inkt er nog over is U kunt controleren hoeveel inkt er nog in de patroon zit. 1 Druk op Inkt. 2 Druk op of om Inktvolume Inktvolume te selecteren. Druk op Instellen. 3 Druk op of om de kleur die u wilt controleren te selecteren. Op het LCD-scherm wordt Bk:aangegeven hoeveel inkt er nog in de patroon zit. 4 Druk op Stop/Eindigen.
De DCP inpakken en vervoeren Als u de DCP gaat transporteren, gebruik dan de oorspronkelijke verpakkingsmaterialen van de DCP. Als u de DCP niet goed inpakt, kan de garantie vervallen. Voorzichtig Het is belangrijk dat u de DCP de printkop laat ‘parkeren’ na een afdrukopdracht. Luister goed naar de DCP voordat u het apparaat uitschakelt om te controleren of alle mechanische geluiden zijn gestopt.
3 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling los te halen. Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig naar beneden en sluit het scannerdeksel. 4 5 Haal het netsnoer van de DCP uit het stopcontact. Koppel de USB-kabel of LAN-kabel los van de DCP, als deze verbonden is. Verpak de DCP in de zak en plaats deze in de originele doos met het originele verpakkingsmateriaal.
7 Verpak de afgedrukte materialen in de originele doos zoals hieronder aangegeven. Pak de gebruikte inktpatronen niet in de doos. 8 Sluit de doos.
Routineonderhoud De scanner reinigen Til het documentdeksel op. Reinig de glasplaat met isopropylalcohol op een zachte, pluisvrije doek. Documentdeksel Reinig de glazen strook onder de plaat met behulp van een pluisvrije doek met isopropylalcohol.
De geleiderol van de DCP reinigen ■ Zorg ervoor dat u de sterwielen voor papierdoorvoer of de codeerfilm niet aanraakt. ■ Haal het netsnoer van de DCP uit het stopcontact voordat u de geleiderol reinigt. ■ Als er inkt is gemorst op of rondom de geleiderol, zorg er dan voor deze te verwijderen met een zachte, droge, pluisvrije doek.
De inktpatronen vervangen De DCP is voorzien van een inktstippenteller die het inktpeil in elke patroon automatisch bewaakt. Als deze teller waarneemt dat een inktpatroon bijna leeg is, wordt de volgende melding op het LCD-scherm van de DCP weergegeven. Het LCD-scherm geeft aan welke patronen (bijna) leeg zijn. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm, zodat u de patronen in de juiste volgorde vervangt.
4 Verwijder de deksels van de inktpatronen. Deksel van inktpatroon NIET AANRAKEN Raak het gebied dat in de bovenstaande afbeelding wordt aangegeven niet aan. Als het deksel van de cartridges loskomt terwijl u de zak opent, zal de cartridge niet beschadigd worden. 5 Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie. Houd de inktpatroon rechtop wanneer u deze in de sleuf plaatst. Duw op de inktpatroon totdat de haak eroverheen klikt.
7 Als u een inktpatroon hebt vervangen terwijl de melding bijna op op het LCD-scherm werd weergegeven, wordt u gevraagd te bevestigen dat dit een gloednieuwe patroon is. Bijvoorbeeld: Veranderd? Zwart?▲ Ja ▼ Nee. Druk voor elke nieuwe patroon op (Ja) om de inktstippenteller voor de betreffende kleur automatisch te resetten. Als de inktpatroon die u hebt geïnstalleerd niet nieuw was, dient u (Nee) te selecteren.
Voorzichtig ■ Verwijder GEEN inktpatronen als deze niet vervangen hoeven te worden. Als u dit toch doet, kan dit de hoeveelheid inkt verminderen en weet de DCP niet hoeveel inkt er nog in de patroon zit. ■ Raak de sleuven voor de patronen NIET aan. Als u dat doet, kan de toner vlekken op uw huid achterlaten. ■ Als de toner vlekken op uw huid of kleding achterlaat, was deze dan onmiddellijk met zeep of een wasmiddel.
A Appendix Programmeren op het scherm Uw DCP is zodanig ontworpen, dat zij met programmeren op het LCD-scherm eenvoudig te gebruiken is. Gebruikersvriendelijk programmeren helpt u alle menuopties van de DCP optimaal te benutten. Tijdens het programmeren van uw DCP verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeerprocedure leiden. U volgt eenvoudigweg de aanwijzingen op het LCD-scherm; ze helpen u de juiste menuonderdelen en programmeeropties te selecteren.
Menumodus Het menu openen Door huidige menuniveau bladeren Optie accepteren Naar volgende menuniveau Menu afsluiten U opent de menumodus door op Menu te drukken. Het menu bladert door wanneer u het hebt geopend. 1.Kopie .... 2.Fotocapture 0.Stand.instel. U kunt sneller door de menuniveaus bladeren door op de betreffende pijl (omhoog/omlaag) te drukken: of . Selecteer een optie door op Instellen te drukken wanneer die optie op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Selecteren Set om te accepteren Selecteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Kopie 1.Papiersoort — Normaal Inkjet Glossy Transp. Hiermee kunt u instellen welk type papier er in de papierlade wordt gebruikt. 2-12 2.Papierformaat — Letter Legal A4 A5 10x15cm Hiermee kunt u instellen welk papierformaat er in de papierlade wordt gebruikt. 2-13 3.Kwaliteit — Fijn Norm Snel Selecteert de kopieerresolutie voor uw document. 2-13 4.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Kopie (vervolg) 6.Kleuren aanp. 1.Rood R:R:R:R:R:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Rood in kopieën in. 2-15 2.Groen G:G:G:G:G:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Groen in kopieën in. 3.Blauw B:B:B:B:B:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Blauw in kopieën in. 1.Printkwaliteit — Norm Foto Hiermee stelt u de afdrukkwaliteit in. 3-9 2.Papier&Afmet.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fotocapture (vervolg) 5.Kleur aanp. Aanpassen:Aan Aanpassen:Uit 1.Wit Balans + + + + + Hiermee kunt u de tint van witte vlakken instellen. 3-11 2.Scherpte + + + + + Hiermee verbetert u het detail van het beeld. 3.Kleurdensiteit + + + + + Hiermee kunt u de totale hoeveelheid kleur in het beeld instellen. 6.Bijsnijd (crop) — Aan Uit Trim de afbeelding rond de marge opdat deze is aangepast aan het papierformaat of het afdrukformaat.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 3.LAN (uitsluitend DCP-310CN) 1.Setup TCP/IP 1.BOOT Method Autom. Statisch RARP BOOTP DHCP Kies de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Raadpleeg de netwerkhandleiding op de CD-ROM. 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het Subnet-masker in. 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255].
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 3.LAN (uitsluitend DCP-310CN) (vervolg) 2.Setup Misc. 1.Ethernet Automatisch 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD Selecteert de Ethernet link modus. Raadpleeg de netwerkhandleiding op de CD-ROM. 2.Time Zone GMT+01:00 Stelt de tijdzone voor uw land in. — — Stel alle netwerkinstellingen weer in op de fabrieksinstellingen. U kunt deze lijsten en rapporten afdrukken. A-1 0.Factory Reset 3.Print lijsten (uitsluitend DCP-110C) 4.
S Specificaties Omschrijving van het product Algemeen Geheugencapaciteit 8 MB (DCP-110C) 16 MB (DCP-310CN) Papierlade 100 vel van 80 g/m2 Printertype Inkjet Afdrukmethode Piëzo met 74 x 5 spuitmondjes LCD (Liquid Crystal Display) 16 tekens x 1 regel (DCP-110C) 16 tekens x 2 regels (DCP-310CN) Stroombron 220 - 240 Volt 50/60 Hz Stroomverbruik (DCP-110C) Stroombespaarstand: Stand-by: In bedrijf: Minder dan 3 Watt 6.
Gewicht 5.0 kg Geluidsemissie In bedrijf: 42.
Kopiëren Kleur/zwart Kleur/zwart Kopieersnelheid Zwart Max. 17 pagina's per minuut (A4-papier)* Kleur Max. 11 pagina's per minuut (A4-papier)* * Exclusief de tijd die het duurt om het papier in te voeren. Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother. (Snelle modus) Kopieersnelheid is afhankelijk van de complexiteit van het document. Meerdere kopieën Maximaal 99 pagina’s Vergroten/Verkleinen 25 % tot 400 % (in stappen van 1%) Resolutie Max.
PhotoCapture Center™ Beschikbare media CompactFlash® (Alleen type I) (Microdrive™ is niet uitwisselbaar) (Compact I/O-kaart zoals Compact LAN-kaart en Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.
Scanner Kleur/zwart Kleur/zwart TWAIN-compatibel Ja (voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP) Mac OS® 8.6 - 9.2/Mac OS® X 10.2.4 of hoger WIA-compatibel Ja (Windows® XP) Kleurintensiteit 36-bitskleurverwerking (Invoer) 24-bitskleurverwerking (Uitvoer) Resolutie Maximaal 19200 × 19200 dpi (geïnterpoleerd)* Maximaal 600 × 2400 dpi (optisch) * Maximum 1200 x 1200 dpi scanning onder Windows® XP (resolutie maximaal 19.200 x 19.
Printer Printerstuurprogramma Stuurprogramma voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en XP, dat Brother Native Compression ondersteunt en bi-directioneel is Apple® Macintosh® QuickDraw® stuurprogramma Voor Mac OS® 8.6 - 9.2/Mac OS® X 10.2.
Vereisten voor de computer Minimale systeemvereisten Processor Minimum snelheid Minimum hoeveelheid RAM Aanbevolen hoeveelheid RAM Beschikbare ruimte op de harde schijf voor Drivers voor Programma’s Pentium II of gelijkwaardig 32 MB 64 MB 90 MB 130 MB 2000 Professional 64 MB 128 MB XP*2 128 MB 256 MB 150 MB 220 MB 64 MB 80 MB 200 MB Computerplatform en versie van besturingssysteem Windows® -besturingssysteem *1 Besturingssysteem voor Apple® Macintosh® 98, 98SE Me OS® Mac 8.
Verbruiksartikelen Inkt De DCP gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en Magenta die los staan van de printkopset.
Netwerk (LAN) (uitsluitend DCP-310CN) LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten ten behoeve van afdrukken en scannen via het netwerk. Tevens is de software Brother BRAdmin Professional Network Management opgenomen. Ondersteuning van: Windows® 98/98SE/Me/2000/XP Mac OS® 8.6 - 9.2, Mac OS® X 10.2.4 of hoger* Ethernet 10/100 BASE-TX Auto Negotiation Protocollen TCP/IP RARP, BOOTP, DHCP, APIPA, NetBIOS, WINS LPR/LPD, Port9100, mDNS, FTP * Netwerkafdrukken is beschikbaar voor Mac OS® 8.6 - 9.
Optionele Externe Draadloze Print-/Scanserver (NC-2200w) NC-2200w Externe Draadloze Print-/Scan Server (Optioneel) Als u de optionele Externe Draadloze Print-/Scanserver (NC-2200w)aan uw DCP aansluit, kunt u printen en scannen over een draadloos netwerk. Typen netwerken IEEE 802.11b draadloze LAN Ondersteuning van Windows® 98/98SE/Me/2000/XP Mac OS® X 10.2.
Index A I Afdrukken gebied ............................ 1-10 kwaliteit verbeteren ........ 5-10 problemen ........................ 5-6 resolutie ........................... S-6 specificaties ..................... S-6 stuurprogramma’s ............ S-6 vastgelopen papier .......... 5-3 Inktpatronen Inktstippenteller .............. 5-20 inktvolume controleren ... 5-14 vervangen ...................... 5-20 D De DCP transporteren ...... 5-15 E Enveloppen ......................
PhotoCapture Center™ Afbeeldingen afdrukken ... 3-6 CompactFlash® ................ 3-1 DPOF-afdrukken .............. 3-8 Index afdrukken ................ 3-5 Kleurverbetering .............3-11 Memory Stick® .................. 3-1 Secure Digital™ ................ 3-1 SmartMedia® .................... 3-1 specificaties ......................S-4 Standaardinstellingen ....... 3-9 Trimmen ......................... 3-13 xD-Picture Card™ ............. 3-1 Zonder Marges ............... 3-14 Problemen oplossen ......
OPMERKING Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up. Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Bezoek ons op World Wide Web http://www.brother.com This machine is approved for use in the country of purchase only, local Brother companies or their dealers will only support machines purchased in their own countries.