Operation Manual
Table Of Contents
- GEBRUIKERSHANDLEIDING DCP-135C DCP-150C DCP-153C DCP-157C
- Samenstelling en publicatie
- EG-conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
- Inhoudsopgave
- Paragraaf I: Algemeen
- Paragraaf II: Kopiëren
- Paragraaf III: Direct Foto's Printen
- 4 Foto's afdrukken vanaf een geheu genkaart of USB-flash-station
- 5 Foto's afdrukken vanaf een camera
- Paragraaf IV: Software
- Paragraaf V: Appendixen
- Index
- brother DUT/BEL-DUT

55
B
B
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
.
Als u problemen met uw machine hebt B
Problemen oplossen en
routineonderhoud
B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer de interfacekabel tussen de machine en uw computer.
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine is
ingeschakeld.
Eén of meer inktcartridges zijn leeg.
(Zie De inktcartridges vervangen op pagina 63.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Zie Foutmeldingen op pagina 58.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine online is. Klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop en selecteer
Brother DCP-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en controleer of
'Printer offline gebruiken' uitgeschakeld is.
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 69.)
Zorg dat de instellingen voor de printerdriver of de papiersoort in het menu
overeenkomen met het door u gebruikte type papier. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de CD
-
ROM.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Cartridges
kunnen tot max. 2 jaar gebruikt worden, als zij in hun originele verpakking
bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
media op pagina 10.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20
°
C en 33
°
C.
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 69.)
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
media op pagina 10.)
De machine print blanco pagina's. De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 69.)
Tekens en regels overlappen
elkaar.
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 70.)










