Operation Manual

PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 6 - 8
Er staat een vlek midden aan
de bovenkant van de
afgedrukte pagina.
Controleer of het papier dat u gebruikt niet te dik is en niet krult.
(Raadpleeg Over papier op pagina 1-8.)
Op de afdruk staan vlekken of
het lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het juiste type papier gebruikt. (Raadpleeg Over papier op
pagina 1-8.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Er staan vlekken aan de
achterkant of aan de
onderkant van de pagina.
Controleer of er geen inkt op de drukplaat zit. (Raadpleeg De geleiderol
van het apparaat reinigen op pagina 6-21.)
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt.
(Raadpleeg Papier, enveloppen en briefkaarten laden op pagina 1-13.)
Er staan een aantal dichte
lijnen op de afdruk.
Selecteer ‘Omgekeerde volgorde’ in het tabblad ‘Normaal’ van het
printerstuurprogramma.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op ‘Settings’ in het ‘Basic’-tabblad van het printerstuurprogramma,
en deselecteer ‘Bi-Directional Printing’.
Kan ‘2 op 1 of 4 op 1’
afdrukken niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en
het printerstuurprogramma hetzelfde zijn.
Het afdrukken verloopt te
traag.
De afdruksnelheid kan verbeteren door de instelling van het
printerstuurprogramma te veranderen.
De hoogste resolutie heeft meer tijd nodig voor het verwerken van de
gegevens, de overdracht van de gegevens en het afdrukken. Probeer
de andere kwaliteitsinstellingen in het tabblad ‘Basic’ van het
printerstuurprogramma. Klik ook op het tabblad ‘Settings’ en
deselecteer de Kleurverbetering.
Printen zonder marges is langzamer dan normaal printen. Zet de optie
Zonder Marges uit als u sneller wilt printen. (Raadpleeg Zonder Marges
op pagina 3-13.)
Kleurverbetering werkt niet
goed.
Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals
256 kleuren), dan werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie
Kleurverbetering ten minste 24-bits kleurgegevens.
apparaat voert meerdere
pagina’s in
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst.
(Raadpleeg Papier, enveloppen en briefkaarten laden op pagina 1-13.)
Controleer of er nooit meer dan twee papiersoorten tegelijk in de
papierlade zijn geplaatst.
De afgedrukte pagina’s zijn
niet juist afgelegd.
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt.
(Raadpleeg Papier, enveloppen en briefkaarten laden op pagina 1-13.)
Kan niet afdrukken wanneer
Paint Brush wordt gebruikt.
Probeer het beeldscherm in te stellen op 256 kleuren.
Kan niet afdrukken wanneer
Adobe Illustrator wordt
gebruikt.
Gebruik een lagere resolutie.
Problemen met kopiëren
Slechte kopieerresultaten bij
gebruik van de ADF (alleen
DCP-120C).
Probeer de glasplaat te gebruiken. (Zie De glasplaat gebruiken op
pagina 1-7.)
Verticale strepen op de
kopieën.
Soms ziet u verticale strepen op de kopieën. De scanner reinigen
(Raadpleeg De scanner reinigen op pagina 6-20.)
Problemen met het scannen
Slechte scanresultaten bij
gebruik van de ADF (alleen
DCP-120C).
Probeer de glasplaat te gebruiken. (Zie De glasplaat gebruiken op
pagina 1-7.)
Tijdens het scannen treden er
TWAIN/WIA-fouten op.
Zorg dat het TWAIN/WIA-stuurprogramma van Brother als primaire
bron is geselecteerd. Klik in PaperPort
®
in het bestandsmenu op de
scanopdracht en selecteer het Brother TWAIN/WIA-stuurprogramma.
PROBLEEM SUGGESTIES