Operation Manual
KOPIËREN 2 - 3
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen.
Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De standaardinstelling is
Normaal.
1
Het document laden.
2
Druk herhaaldelijk op Kwaliteit om de kopieerkwaliteit te
selecteren (Snel, Normaal of Fijn).
3
Druk op Mono Start of Kleur Start.
—OF—
Druk op andere tijdelijke kopieertoetsen voor meer instellingen.
Druk op
Kwaliteit
Normaal
Aanbevolen voor normale
afdrukken. Goede
kopieerkwaliteit met adequate
kopieersnelheid.
Snel Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Gebruik FAST om
tijd te besparen (documenten die
u wilt proeflezen, grote
documenten of een groot aantal
kopieën).
Fijn Gebruik deze stand voor het
kopiëren van precieze beelden,
zoals foto’s. BEST gebruikt de
hoogste resolutie en de laagste
snelheid.










