Installation Instructions

16 Allure & Elan 25 met koeling 3e druk juni 2010
6.1 Elektrische aansluitingen
De elektrische aansluitingen dienen door een erkend installa-
teur te geschieden overeenkomstig de eisen van het plaatselijk
energiebedrijf. De werkzaamheden omvatten:
Ź Voeding 230V. aansluiten op condensingunit
Het aanleggen van een elektrische voedingskabel 230V
50 Hz met aardleiding naar de condensingunit.
Bij het aansluiten moet de aardedraad altijd langer (ca. 10
PPODQJHU]LMQGDQGHRYHULJHDDQVOXLWGUDGHQ
Let op!
De fase van de voeding moet altijd goed worden aan-
gesloten op de fase aansluiting (L) in de condensing-
unit; wordt de fase verkeerd aangesloten dan zal de
compressor de verkeerde kant opdraaien en niet goed
functioneren!
Plaats een werkschakelaar in deze voeding. Controleer of
de elektrische groep waarop de condensingunit wordt aan-
gesloten, voldoende capaciteit heeft om het gezamenlijk
elektrisch vermogen van de unit en andere eventueel op
de groep aangesloten apparatuur te kunnen leveren.
Raadpleeg hierbij ook altijd de bij de condensingunit mee-
geleverde montagehandleiding.
Draaddiameter voedingskabel condensingunit
Minimum draaddiameter
$285,< 2,5 mm
2
$285,< 4,0 mm
2
$285,< 4,0 mm
2
Ź Voeding 230V. aansluiten op luchtverwarmer
Het aanleggen van een 230V~50Hz voeding naar Allure
resp. Elan toestel.
Zie voor aansluiten hiervan het bij dit toestel behorende
installatievoorschrift.
Ź Interface condensingunit verbinden met lucht-
verwarmer
(HQ DGHULJH VWXXUVWURRPNDEHO ODDJVSDQQLQJ PHW NR-
perdoorsnede van minimaal 0,34 mm
2
van de interface
FRQGHQVLQJXQLW FRQQHFWRU ³21´ QDDU VFKDNHONDVW LQ GH
luchtverwarmer.
Ɣ %LM$OOXUHWRHVWHOGH]H DGHULJH NDEHO DDQVOXLWHQ RS
2-polige connector X5-1 & X5-2, zie schema § 6.5
Ɣ %LM (ODQWRHVWHO GH]H DGHULJH NDEHO DDQVOXLWHQ RS
nr.1 en nr.2 van de 20-polige connector, zie § 6.7
Let op:
De in het koelblok gemonteerde ontdooithermostaat
wordt in combinatie met de condensingunits type AOU
niet gebruikt en hoeft niet te worden aangesloten!
ŹInterface condensingunit verbinden met condensing-
unit
Het aanleggen van een 4-aderige 230V verbindingskabel
YDQDI GH FRQGHQVLQJXQLW DDQVOXLWLQJ QU     DDUGH
naar de interface condensingunit (aansluiting nr. L, N &, S &
DDUGH=LHKLHUYRRUDDQVOXLWVFKHPDUHVS
Draaddiameter verbindingskabel condensingunit
Minimum
draaddiameter
Maximum
draaddiameter
$285,<
$285,<
$285,<
1,5 mm
2
2,5 mm
2
Ź Ruimtethermostaat aansluiten op luchtverwarmer
Een 2-aderige stuurstroomkabel (koperdoorsnede min.
0,5 mm
2
YDQGH$OOXUHUHVS(ODQOXFKWYHUZDUPHUQDDUGH
ruimtethermostaat
Ɣ %LM$OOXUHWRHVWHOHHQDGHULJHNDEHOYDQGHSROLJH
connector X2-1 & X2-2 naar de eBus ruimtethermos-
taat, zie bedradingsschema § 6.4 en onderstaande
tabel.
Ɣ %LM(ODQWRHVWHO]LHEHGUDGLQJVVFKHPD
Ź Plaatsing koelrelais (alleen bij Elan-luchtverwarmer)
Alleen de besturingsunit van de Elan is voorzien van een
LQVWHHNYRHWWEYNRHOUHODLV]LHRRNVFKHPD%LMWRH-
passing van koeling moet hierin een relais met 12VDC
spoel worden geplaatst. Dit relais moet door de installateur
DSDUWZRUGHQEHVWHOGDUWLNHOFRGH
Hoofdstuk 6 Elektronische aansluitingen
Aansluiting
eBus-thermostaat
Aansluiting
besturingsunit Allure
1 ;H%XV
2 ;H%XV*1'