Installation Instructions

Allure & Elan 25 met koeling 3e druk juni 2010 25
Bijlagen Hoofdstuk 8
8.1 Bijlage 1, Inbedrijfstellingsrapport Brink koelsysteem
INBEDRIJFSTELLINGSRAPPORT BRINK KOELSYSTEMEN
$ =XLJGUXN EDU
% =XLJWHPSHUDWXXU    &VWDDWYHUPHOGRSPDQRPHWHU
& =XLJJDVWHPSHUDWXXU    &
' 2YHUYHUKLWWLQJ        &&%
( 3HUVGUXN EDU
) &RQGHQVDWLHWHPSHUDWXXU   &VWDDWYHUPHOGRSPDQRPHWHU
* 9ORHLVWRIWHPSHUDWXXU    &
+ 2QGHUNRHOLQJ&)*
, 3HUVJDVWHPSHUDWXXU    &QLHWDOWLMGQRRG]DNHOLMN
- $PSHUDJHFRPSUHVVRU    $
. 9ROWDJH 9
/ 9HUGDPSHUOXFKWLQWUHGH    &
0 9HUGDPSHUOXFKWXLWWUHGH   &
1 &RQGHQVRUOXFKWLQWUHGH   &
2 &RQGHQVRUOXFKWXLWWUHGH   &
Gemiddelde meetwaarden:
- Zuigdruk 7 - 8,5 bar
- Persdruk 18 - 35 bar
- Oververhitting 1 - 3 K
- Onderkoeling ±7 K
 ¨7RYHUYHUGDPSHU.
 ¨7RYHUFRQGHQVRU.
Zuigdruk Zuigdruk gemeten met manometer op de zuigleiding zo dicht mogelijk bij de compressor.
Zuigtemperatuur Temperatuur behorende bij bovengenoemde zuigdruk.
Zuiggastemperatuur Temperatuur gemeten met thermometer op de zuigleiding zo dicht mogelijk bij de compressor.
Oververhitting Zuiggastemperatuur - Zuigtemp. = oververhitting.
Persdruk Persdruk gemeten met manometer op de persleiding.
Persgastemperatuur Temperatuur gemeten met thermometer op persleiding.
Condensatietemperatuur Temperatuur behorende bij bovengenoemde persdruk.
9ORHLVWRIWHPSHUDWXXU 7HPSHUDWXXUJHPHWHQRSGHYORHLVWRÀHLGLQJ]RGLFKWPRJHOLMNELMGHXLWWUHGH]LMGHYDQGHFRQGHQVRU
Onderkoeling Condensatie T. - vloeistof T. = onderkoeling.
Amperage compressor
Het compressor Amperage wordt gemeten met een Ampèremeter of Ampèretang op de voe dingskabel
van de van de compressor.
Kenmerken ondervuld systeem zijn:
1 - lage zuigdruk
2 - hoge zuiggastemperatuur
3 - GROTE oververhitting
4 - KLEINE onderkoeling
5 - hoge persgastemperatuur
6 - hoge verdamper uittredetemperatuur
7 - invriesverschijnselen
Kenmerken overvuld systeem zijn:
1 - normale zuigdruk
2 - normale zuiggastemperatuur
3 - KLEINE oververhitting
4 - GROTE onderkoeling
5 - vrij lage persgastemperatuur
6 - normale verdamper uittredetemperatuur
7 - opstartproblemen bij hoge buitentemperaturen