User Manual

BMP
®
61 Gebruikershandleiding 22
Inleiding
Pijl- en tekstbewerking
Ga naar Vorig
Gebied
Op een label met verschillende gebieden gaat u met
deze toets van het huidige gebied naar het vorige.
8 Ga naar volgende
label
Op een bestand met verschillende labels gaat u met
deze toets van de huidige label naar de vorige.
(Zie "Ga naar label of gebied" op pagina 40).
Ga naar vorige label Op een bestand met verschillende labels gaat u met
deze toets van de huidige label naar de vorige.
9 Label Toevoegen, verwijderen en opmaken van labels in
een bestand. (Zie "Een label of gebied toevoegen"
op pagina 39).
Gebied Dient voor het toevoegen, verwijderen en opmaken
van gebieden op een label. (Zie "Een label of gebied
toevoegen" op pagina 39).
10 Shift Als Caps Lock uit staat, wordt deze toets gebruikt in
combinatie met één letter om deze als hoofdletter
weer te geven.
Tekst markeren Markeert (selecteert) tekst op het scherm,
links/rechts één teken tegelijk, zodat u voor reeds
ingevoerde tekst lettertypeattributen (vet, schuin,
onderstreept) kunt aanbrengen. (Zie "Bestaande
tekst" op pagina 33).
Lettertypegrootte Vergroot of verkleint de tekst op het scherm, één
punt tegelijk. Houd de [SHIFT] toets ingedrukt en
druk op de opwaartse of neerwaartse pijl.
Afdrukgeschiedenis Presenteert het menu Afdrukgeschiedenis. (Zie
"Afdrukgeschiedenis" op pagina 68).
11 Lettertype Biedt lettertypegroottes en -attributen (zoals vet en
schuin). (Zie "Lettertype" op pagina 32).
Caps Lock Fungeert voor het instellen van alleen hoofdletters
voor het invoeren van gegevens. Druk er eenmaal
op om de CapsLock in te schakelen en nogmaals
om CapsLock uit te schakelen.
12 FN
Wordt gebruikt voor inschakeling van de
alternatieve functie (in goud weergegeven) van
bepaalde toesten. Druk op de FN-toets en dan op
de alternatieve functietoets.
OF
Houd de FN-toets ingedrukt terwijl u op de toets
met de gewenste alternatieve functie drukt.
Wordt gebruikt voor speciale tekens op de
lettertoetsen.
Functie Toets Beschrijving