Operation Manual

Dutch - 21
Geavanceerde functies
Wi-Fi
® 
-functionaliteit uitschakelen
Het systeem heeft ingebouwde Wi-Fi-functionaliteit die draadloze connectiviteit en 
AirPlay mogelijk maakt. 
1.  Druk op 
 om het systeem aan te zetten.
2.  Houd op het toetsenblok 
 en 
 –
 ingedrukt (ongeveer 5 seconden). 
Op de display wordt afgeteld van 5 tot 1 en er verschijnt een bericht als 
Ingedrukt houden om netwerken uit te schakelen op de display.
De Wi-Fi-indicator gaat uit wanneer Wi-Fi uitgeschakeld is.
Wi-Fi-functionaliteit opnieuw inschakelen
1.  Druk op   om het systeem aan te zetten.
2.  Houd op het toetsenblok 
 en 
 –
 ingedrukt (ongeveer 5 seconden).
Op de display wordt afgeteld van 5 tot 1 en er verschijnt een bericht als 
Ingedrukt houden om netwerken in te schakelen op de display.
De Wi-Fi-indicator licht op wanneer Wi-Fi ingeschakeld is.
Terugzetten op de fabrieksinstellingen
Door het systeem terug te zetten op de fabrieksinstellingen worden alle instellingen 
voor bron, volume en netwerk uit het systeem gewist en wordt het systeem 
teruggezet op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 
1.  Druk op 
 om het systeem aan te zetten.
2.  Houd op het toetsenblok 
 en 
 –
 ingedrukt (ongeveer 10 seconden).
Op de display wordt afgeteld van 10 tot 1 en er verschijnt een bericht als 
Ingedrukt houden om de fabrieksinstellingen terug te zetten op de display.
Het systeem start opnieuw op.
3.  Start de SoundTouch
™
- app op uw computer op en voeg het systeem toe aan 
uw netwerk (zie pagina 10).










