Operation Manual
6
INLEIDING
INLEIDING
DanskItalianoSvenska DeutschNederlands
Controleren of de regiocode juist is
De regiocodenummers van een dvd-speler en een dvd-disk moeten hetzelfde zijn om een
dvd te kunnen afspelen in de speler. Deze nummers hangen af van het land waar de speler en
de dvd zijn verkocht. De 3•2•1 serie II DVD home entertainment-systemen bevatten een
regiocode die overeen dient te komen met die van de dvd’s.
Controleer het regiocodenummer op de doos van het 3•2•1 serie II DVD home
entertainment-systeem of op de onderkant van het media center in de doos. Gebruik
vervolgens alleen dvd’s met hetzelfde regionummer op het label of op de voorkant van de
dvd-hoes. Op een dvd voor regio 1 moet bijvoorbeeld de volgende afbeelding staan:
Verklarende woordenlijst
Component Video – Een videosignaal dat in drie delen is gesplitst: helderheid en twee
kleursignalen (aangegeven als YPbPr). Component video biedt video met de hoogst
mogelijke resolutie, maar niet alle televisies kunnen deze resolutie aan.
Composite video – Een enkelvoudig videosignaal dat informatie bevat over helderheid, !
kleur en synchronisatie. NTSC en PAL zijn voorbeelden van composite videosystemen.
Dolby Laboratories
– Ontwikkelaar van een perceptueel coderingssysteem voor audio.
Dolby Digital – Een formaat voor multi-channel surround sound dat wordt gebruikt op disks.
– Het Dolby
®
Digital-logo.
DTS – Een formaat voor multi-channel surround sound dat wordt gebruikt op disks.
– Het DTS-logo.
Dvd – Een afkorting die meestal staat voor Digital Video Disc of Digital Versatile Disc. !
Het audio-/video-/gegevensopslagsysteem gebaseerd op optische disks van 12 en 8 cm.
DVD-video – Een standaard voor het opslaan en weergeven van audio en video op DVD-
ROM-disks, gebaseerd op MPEG-video, Dolby Digital en MPEG-audio en andere
gepatenteerde gegevensformaten.
Hoogte-breedteverhouding – De vorm van het rechthoekige beeld op een televisiescherm.
Dit is de breedte van het beeld ten opzichte van de hoogte. De vorm van ons standaard
televisiebeeld is 4 eenheden breed bij 3 eenheden hoog, oftewel een breedte-
hoogteverhouding van 4:3 (lees 4 bij 3). De twee standaard breedte-hoogteverhoudingen
voor televisie zijn 4:3 en 16:9.
Hoofdstuk – Voor dvd-video: een onderdeel van een titel. In technische benamingen een
deel van een titel of PTT.
IR – Afkorting van infrarood. Hoort bij het soort afstandsbediening dat opdrachten verstuurt
en ontvangt via een infraroodsignaal.
Letterbox – De geprojecteerde hoogte-breedteverhouding voor speelfilms is vaak 16:9 in
plaats van de verhouding 4:3 die op de meeste televisies wordt gebruikt. Films worden
daarom tegenwoordig op video overgezet met zwarte randen boven- en onderaan het beeld.
Het filmbeeld ziet er op video uit als een letterbox ofwel brievenbus.