Operation Manual

26
SYSTEEMFUNCTIES EN INDICATORS
DanskItalianoSvenska DeutschNederlands
SYSTEEMFUNCTIES EN INDICATORS
Afstandsbediening
Status-LED-
afstandsbediening
Schakelt het systeem aan of uit.
Status-LED:
Blijft uit tijdens normale bediening.
Blijft aan tijdens het instellen. Gaat even uit wanneer u op een toets drukt.
Knippert snel acht keer als de verkeerde toets wordt ingedrukt tijdens het
instellen of als er een niet-beschikbare apparaatcode wordt ingevoerd.
Na tien seconden of als er geen toets wordt ingedrukt, knippert deze acht keer
en verlaat de afstandsbediening de instellingsmodus.
Schakelt het geluid in of uit van de huidige bron.
Kiest de ingebouwde cd-/dvd-speler en zet het systeem aan.
Selecteert de ingebouwde tuner en zet het systeem aan op de eerder gekozen
FM/AM-zender.
Schakelt heen en weer tussen FM en AM als de tuner is geselecteerd.
Televisie: Zet het systeem aan en selecteert de ingang TV als de
geluidsbron.
Ingang: Wijzigt de externe ingang naar de televisie. De televisie kan
bijvoorbeeld twee externe ingangen hebben, waarvan er een is
aangesloten op de kabeldecoder en de andere op de videorecorder. !
Als u op deze toets drukt, wordt er heen en weer geschakeld tussen de
kabeldecoder en de videorecorder.*
On/Off: Zet de televisie aan en uit.*
CBL#SAT: Zet het systeem aan en selecteert de ingang CBL#SAT als de
geluidsbron.
On/Off: Zet de kabel-/satellietdecoder aan of uit.*
AUXAUX
AUX: Zet het systeem aan en selecteert de ingang AUX als de geluidsbron.
On/Off: Zet een videorecorder of dvd-recorder aan of uit die is aangesloten op
AUX.*
*Vereist speciale instellingen van de afstandsbediening. Zie “De afstandsbediening instellen om andere
audio-/videoapparatuur te regelen” op blz. 30.