Operation Manual

30
Wateraansluiting
Om lekkage en waterschade te voorkomen, absoluut de aanwijzingen in
dit hoofdstuk aanhouden!
In geval van twijfel laten aansluiten door een vakman.
Water toe- en afvoerslangen kunnen naar rechts of links worden
uitgevoerd, afhankelijke van de installatiebehoefte.
Alleen de meegeleverde, of een in een geautoriseerde vakhandel
verkregen toevoerslang gebruiken, geen gebruikte!
Watertoevoer
Watertoevoerslang niet:
knikken of afknijpen,
wijzigen of doorsnijden (stabiliteit niet meer gewaarborgd).
Let op de waterdruk in het waterleidingnetwerk:
De waterdruk moet tussen de 50-900 kPa (0,5-9 bar) liggen (bij
geopende waterkraan stroomt er tenminste 8 liter water per minuut uit).
Bij hogere waterdruk een drukreduceerventiel inbouwen.
De koudwatertoevoerslang (blauwe wartelmoer) op de koudwaterkraan
met ¾"-schroefdraad aansluiten.
Kunststofkoppelingen slechts handvast aandraaien. De zeef niet
verwijderen uit de toevoerslang.
Na het aansluiten van de watertoevoerslang:
Waterkraan helemaal open draaien.
Aansluitingen op lekdichtheid controleren.
Waterafvoer
Afvoerslang niet knikken of in de lengte uitrekken.
Hoogteverschil tussen opsteloppervlak en afvoer:
max. 90 cm, min. 50 cm.
Aansluitplek met slangenklem 24-40 mm (in levering inbegrepen)
borgen.
Afvoer in een sifon