Installation Instructions

6
Installatie
De plaatselijke en landelijke installatievoorschriften in acht
nemen, met name GAVO NEN 1078.
Opstelling
De geiser vorstvrij, in de buurt van schoorsteen of afvoer
monteren. Ruimten met agressieve dampen of z.g.
drijfgassen onder geen voorwaarde benutten. (Voor
dergelijke gevallen de BOSCH ventilator geiser toepassen.)
Bij opstelling in een nis met deur moeten maten als op
afb. 5 weergegeven, worden aangehouden. Worden de
openingen met sierstrip afgedekt, dan de openingen
vergroten tot 600 cm
3
vije doortocht per opening is verkregen.
Ter voorkoming van corrosie dient er op te worden
gelet, dat de verbrandingslucht vrij is van agressieve
stoffen.
Corrosie bevorderende stoffen zijn halogeenkoolwa-
terstof (b.v. chloor en fluor) die in oplosmiddelen, verf,
lijm, drijfgassen en diverse huishoudelijke
schoonmaakmiddelen enz. voorkomen. Indien
noodzakelijk dienen hiertegen voorzorgsmaatregelen
genomen te worden.
Afb. 5
Mantel afnemen
Temperatuurkiezer (10) naar voren eraf halen en de
mantelklemschroef los draaien, de mantel onderaan naar
voren trekken en vervolgens oplichten.
Montageschabloon
De aansluitingen voor gas en water bepalen volgens afb. 1
of met behulp van de doelmatige en duurzame
montagesjabloon (8 709 918 061).
Gasleiding
Diameter van de gasleiding volgens GAVO NEN 1078
bepalen. Gasstopkraan aanbrengen. Gasleiding moet
inwendig schoon zijn.
Waterleiding
Leiding-diameter 1/2" (lage druk 3/4"). Leidingen goed
doorspoelen.
Koudwater rechts – ingaande pijl.
Warmwater links – uitgaande pijl.
Bij toepassing van kunststofleiding dient bij de
toestelaansluiting zowel koud- als warmwaterzijdig een
metalen leiding van tenminste 1,5 m lengte worden
aangebracht.
Waterleiding drukverliezen
Vernauwingen, vooral fittingen en appendages met zeer
kleine doorlaat, vermijden. De geiser heeft immers grote
tapsnelheid (zie technische gegevens).
Ophangen
De geiser moet worden opgehangen aan de beide
medegeleverde muurhaken (afb.1). Voor aansluiting op de
waterleiding de BOSCH toebehoren gebruiken.
Gasafvoerleiding
Zie GAVO NEN 1078. De afvoerleiding, alvorens een
bochtstuk te gebruiken, eerst zoveel mogelijk vertikaal boven
het toestel aanbrengen.
Controle op dichtheid
Zowel de geiser als de aansluitingen voor gas, water en
rookgasafvoer op dichtheid controleren. Ook uit de
valwindafleider mogen geen rookgassen naar buiten komen.
Controleer de rookgasafvoerbeveiliging (TTB) op het goed
functioneren en volg de instucties zoals beschreven in
hoofdstuk Onderhoud.
G767_165