User Manual

Table Of Contents
Waterontharding nl
23
4. Waterontharding instellen.
→Pagina23
5. Hoeveelheid glansspoelmiddel in-
stellen. →Pagina26
Tip:U kunt deze instellingen en an-
dere basisinstellingen →Pagina35
op elk moment weer wijzigen.
Waterontharding
Waterontharding
Hard kalkhoudend water laat kalkres-
ten op het serviesgoed en de spoel-
middelhouder achter en kan onder-
delen van het apparaat verstoppen.
Voor goede afwasresultaten kunt u
water met de waterontharding en ont-
hardingszout ontharden. Om schade
aan het apparaat te voorkomen,
moet water met een hardheidsgraad
van meer dan 7 °dH worden onthard.
Overzicht van de waterhardheidsinstellingen
Hier vindt u een overzicht van de instelbare waterhardheidswaarden.
U kunt de waterhardheid opvragen bij uw plaatselijke waterbedrijf of vaststellen
met een waterhardheidtester.
Waterhardheid °dH Hardheidsbereik mmol/l Instelwaarde
0 - 6 zacht 0 - 1,1 H:00
7 - 8 zacht 1,2 - 1,4 H:01
9 - 10 gemiddeld 1,5 - 1,8 H:02
11 - 12 gemiddeld 1,9 - 2,1 H:03
13 - 16 gemiddeld 2,2 - 2,9 H:04
17 - 21 hard 3,0 - 3,7 H:05
22 - 30 hard 3,8 - 5,4 H:06
31 - 35 hard 5,5 - 6,2 H:07
AanwijzingStel het apparaat in op
de vastgestelde waterhardheid.
→"Waterontharding instellen",
Pagina23
Bij een waterhardheid van 0 - 6°dH
hoeft u geen onthardingszout te ge-
bruiken en kunt u de waterontharding
uitschakelen.
→"Waterontharding uitschakelen",
Pagina24
Waterontharding instellen
Stel het apparaat in op de waterhard-
heid.
1. De waterhardheid en de gewenste
instelwaarde vaststellen.
→"Overzicht van de waterhard-
heidsinstellingen", Pagina23
2. Op
drukken.
3. Programmatoets A ingedrukt hou-
den en net zo lang op
druk-
ken tot het display H:xx aangeeft.
4. Programmatoets A en losla-
ten.
a De programmatoets A knippert en
het display geeft H:04 aan.