Operation Manual

nl Kookhulpfuncties
32
Gebruik van de draadloze temperatuursensor
De temperatuursensor zo op de siliconenpatch
aanbrengen dat hij zich perfect aanpast.
Aanwijzingen
Zorg ervoor dat de siliconenpatch voordat de
temperatuursensor wordt ingebracht volledig droog
is.
Plaats de pan op zo'n manier dat de
temperatuursensor naar de buitenzijde van de
kookplaat wijst.
De temperatuursensor mag niet op een andere hete
pan worden gericht, ter vookoming van
oververhitting.
Neem de temperatuursensor na de bereiding van de
pan. Bewaar hem op een schone, veilige plaats en
niet in de buurt van warmtebronnen.
Reinigen
De draadloze temperatuursensor mag niet in de
vaatwasmachine worden gereinigd.
Informatie over de reiniging van de temperatuursensor
vindt u in het hoofdstuk ~ "Reinigen"
Batterij vervangen
Batterij vervangen
Wanneer het symbool op de draadloze
temperatuursensor ingedrukt is en de LED niet oplicht,
is de batterij ontladen.
Batterij vervangen:
1. De siliconenafdekking van het onderste deel van de
behuizing afnemen.De schroeven losdraaien met
een schroevendraaier.
2. Het bovenste deel van de behuizing aftrekken. De
oude batterij verwijderen. De nieuwe batterij
plaatsen.Let erop dat de positieve en negatieve pool
aan de goede kant zitten.
Attentie!
Geen voorwerpen van metaal gebruiken om de
batterij te verwijderen. Niet de contacten aanraken.
3. Bovenste en onderste deel van de behuizing weer
aan elkaar bevestigen. Let er hierbij op dat de
contactpennen zich in de juiste positie bevinden.
4. De siliconenafdekking weer aanbrengen op het
onderste deel van de behuizing van de
temperatuursensor.
Aanwijzing: Gebruik alleen hoogwaardige batterijen
van het type CR2032. Deze gaan zeer lang mee.