Operation Manual
21
Het apparaat leren kennen
Op pagina 2 vindt u informatie over afmetingen en vermogens
van de kookzones
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog
zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is, blijft de indicator
œ of •,
branden zolang de kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
œ o • en
de geselecteerde vermogensstand.
Bedieningsvlakken
%
Hoofdschakelaar
ã
De kookzone selecteren
1
û2û...8û9
Programmeerzone
>
Bescherming bij reiniging
D
Kinderslot
boost
G
Functie Powerboost
ä
Flexibele zone
0
De tijd programmeren
Indicatoren
‚-Š
Vermogensstanden
‹
Operationaliteit
•/œ
Restwarmte
›
Functie Powerboost
V
Kookwekker
x
Automatische uitschakeling
å
Flexibele zone
Kookzone
û
Flexibele zone Zie hoofdstuk “flexibele zone“
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie; zie hoofdstuk “Geschikte pannen".