Operation Manual

CR 1.0 A1
136 - Nederlands
3. Steek de zekering (b) eerst in de sigarettenaanstekerplug (a).
4. Steek het metalen contact (c) in de schroefdop (d).
5. Plaats vervolgens de schroefdop (d) met het geplaatste metalen contact (c) over de zekering
(b) en schroef de dop (d) rechtsom op de sigarettenaanstekerplug (a).
Problemen oplossen
U kunt de meest gangbare problemen zelf oplossen aan de hand van de onderstaande
antwoorden. Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de voorgestelde oplossingen hebt
uitgeprobeerd, neemt u contact op met onze Service Hotline (zie pagina 138). Probeer het
product niet zelf te repareren. U mag de behuizing van de dashcam of de autolader niet openen,
aangezien deze geen onderdelen bevatten die u zelf kunt repareren.
Fout Oplossing
De dashcam kan niet worden
ingeschakeld.
De accu is leeg. Laad de accu op.
De dashcam wordt plotseling
uitgeschakeld.
De accu is leeg. Laad de accu op.
De functie Autom. uitschakelen is ingeschakeld.
Controleer de instelling (zie pagina 125).
De dashcam reageert niet en kan
niet worden uitgeschakeld.
Druk op de resetknop (1). Opent het afdekklepje (4) en
schuif de resetschakelaar (1) naar de andere kant met
een puntig voorwerp. Wacht een paar seconden en
schuif de resetschakelaar (1) terug naar de
oorspronkelijke positie. Als het goed is, werkt de dashcam
dan weer normaal.
De opnamen bevatten vlekken of
schaduwen.
Reinig de lens van de dashcam met een droge, zachte,
pluisvrije doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen of
chemicaliƫn.
De melding 'SD KLASSE 6" wordt
weergegeven.
De geplaatste microSD-geheugenkaart moet minstens
snelheidsklasse 6 ondersteunen. Plaats, indien nodig, een
snellere microSD-geheugenkaart.