Operation Manual
6 720 611 252 NL (02.10)
10
Onderhoud
4 Onderhoud
4.1 Advies voor de gebruiker
B Sluit een onderhoudscontract met een erkend instal-
latiebedrijf af. Laat onderhoud aan de gaswandketel
elk jaar uitvoeren en onderhoud aan de voorraadsys-
teem elk jaar of elke twee jaar, afhankelijk van de
waterkwaliteit ter plaatse.
4.2 Onderhoud en reparaties
B Er mogen alleen originele onderdelen gemonteerd
worden!
4.2.1 Veiligheidsanode (magnesiumanode)
De magnesiumveiligheidsanode vormt een minimumbe-
scherming volgens DIN 4753 voor eventuele fouten in
het email.
Een eerste controle moet een jaar na de ingebruikne-
ming plaatsvinden.
Veiligheidsanode controleren
B Verwijder de verbindingsleiding van de anode naar
de boiler.
B Schakel daartussen in serie een stroommeetappa-
raat (meetbereik mA).
De stroom mag bij een opgewarmd voorraadsys-
teem niet minder dan 0,3 mA bedragen.
B Bij een te lage stroom en sterke slijtage van de
anode:
anode onmiddellijk vervangen.
Montage van een nieuwe veiligheidsanode
B Bouw de anode geïsoleerd in.
B Breng een elektrische geleidende verbinding van de
anode naar de ketel tot stand via de verbindingslei-
ding.
4.2.2 Platenwarmtewisselaar
De mate van kalkaanslag is afhankelijk van gebruiks-
duur, bedrijfstemperatuur en waterhardheid. Kalkaan-
slag op de platenwarmtewisselaar vermindert de
opwarmcapaciteit, vergroot de energiebehoefte en ver-
lengt de opwarmtijd.
Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding van
de gaswandketel.
4.2.3 Leegmaken en reinigen
B Voordat de voorraadtank wordt gereinigd of gerepa-
reerd, moet de verbinding met het stroomnet worden
onderbroken en de boiler worden leeggemaakt.
B Controleer de voorraadtank regelmatig en verwijder
slib dat zich heeft afgezet.
4.2.4 Opnieuw in gebruik nemen
B Spoel de boiler na een reiniging of reparatie grondig
door.
B Vul de voorraadtank zoals in hoofdstuk 3.2.2
beschreven.
4.3 Functiecontrole
Voorzichtig: schade door corrosie!
Verwaarlozing van de veiligheidsanode
kan tot vroegtijdige corrosieschade lei-
den.
B Vervang de veiligheidsanode afhankelijk
van de plaatselijke waterkwaliteit elk jaar
of elke twee jaar.
Voorzichtig: een niet correct werkend
veiligheidsventiel kan schade door over-
druk veroorzaken!
B Controleer de werking van het veilig-
heidsventiel door het ventiel meermaals
te openen en te sluiten.
B Sluit de ontlastopening van het veilig-
heidsventiel niet af.










