Installation Instructions

Instellingen van de elektronica | 33NL
6 720 645 012 (2011/02)Copyright (optional information)
Servicefunctie 1.b: maximale tapwatervermogen
Het tapwatervermogen kan tussen minimale nominale
warmtevermogen en maximale nominale warmtevermo-
gen op de overdrachtscapaciteit van de boiler worden
ingesteld.
Basisinstelling is het maximale nominale warmtevermo-
gen tapwater: U0.
B Servicefunctie 1.b kiezen.
B Tapwatervermogen in kW en bijbehorende waarde
zijn te vinden in de insteltabellen (Æ pagina 60).
B Waarde instellen.
B Gasdebiet meten en met de specificaties van de
getoonde waarde vergelijken. Bij afwijkingen waarde
corrigeren.
B Waarde opslaan.
B Ingestelde tapwatervermogen op de meegeleverde
sticker “instellingen van de elektronica” invullen (Æ
pagina 30).
B Servicefuncties verlaten.
Het display toont weer de aanvoertemperatuur.
Servicefunctie 1.C: pompidentificatieveld
Het pompidentificatieveld geeft aan, hoe de CV-pomp
wordt geregeld. De CV-pomp schakelt daarbij zodanig,
dat het gekozen pompidentificatieveld wordt aangehou-
den.
Een verandering van het identificatieveld is zinvol, wan-
neer een lagere resterende opvoerhoogte voldoende is,
om de benodigde circulatiewaterhoeveelheid te waar-
borgen.
Als pompidentificatieveld kan gekozen worden:
0 pompkarakteristiek instelbaar, servicefunctie 1.d
(Æ pagina 34 )
1 contante druk hoog
2 constante druk gemiddeld
3 geen functie
4 proportionele druk hoog
5 proportionele druk laag
De basisinstelling is 4.
Afb. 32 Constante druk
Afb. 33 Proportionele druk
Legenda bij afb. 32 t/m 33:
1-5 Pompidentificatieveld
H Restopvoerhoogte
Circulatiewaterhoeveelheid
Om zo veel mogelijk energie te besparen
en evt. stromingsgeluiden laag te houden
een lagere karakteristiek kiezen.
6 720 610 892-48.3O
200 400 600 800
1200
1000
0
5
4
3
2
1
0
2
1
V/l/h
.
H/m
6 720 610 892-49.3O
200 400 600 800
1200
1000
0
5
4
3
2
1
0
4
5
V/l/h
.
H/m
V