Operation Manual
Table Of Contents
- Handleiding K 1600 GTL
- Algemene aanwijzingen
- Overzichten
- Aanduidingen
- Bediening
- Contact- en stuurslot
- Elektronische wegrijbeveiliging EWS
- Multifunctioneel display
- Boordcomputer
- Kilometerteller
- Verlichting
- Richtingaanwijzers
- Alarmknipperlichtinstallatie
- Noodstopschakelaar
- Handvatverwarming
- Buddyseatverwarming
- Dynamic Traction Control DTC
- Rijmodus
- Buddyseat
- Kuipruit
- windgeleider
- Snelheidsregeling
- Opbergvakken
- Koppeling
- Rem
- Schakelen
- Spiegels
- Veervoorspanning
- Demping
- Elektronische demperinstelling ESA
- Centrale vergrendeling
- Alarmsysteem DWA
- Banden
- Rijden
- Techniek in detail
- Accessoires
- Onderhoud
- Onderhoud
- Technische gegevens
- Service
- Trefwoordenregister
- Certifications
- Declaration Of Conformity

Banden
Nieuwe banden hebben een glad
oppervlak. Zij moeten dan ook
met een beheerste rijstijl door
het inrijden met wisselende over-
hellingshoeken worden ingere-
den. Pas na het inrijden is de
volledige grip van het loopvlak
bereikt.
Nieuwe banden hebben
nog niet de volle grip, bij
extreme scheefstanden bestaat
gevaar voor ongevallen.
Extreme scheefstanden
vermijden.
Remmen
Hoe wordt de kortst
mogelijke remweg
bereikt?
Bij een remactie wijzigt zich de
dynamische lastverdeling tussen
voor- en achterwiel. Hoe sterker
wordt afgeremd, hoe zwaarder
het voorwiel wordt belast. Hoe
hoger de belasting van het wiel,
hoe hoger de remkracht die kan
worden overgedragen.
Om de kortst mogelijke remweg
te bereiken, moet de voorrem
krachtig en progressief worden
bediend. Daardoor wordt de dy-
namische belastingverhoging op
het voorwiel optimaal benut. Te-
gelijkertijd moet ook de koppe-
ling worden bediend. Bij de vaak
geoefende "noodstop", waarbij
de remdruk zo snel mogelijk en
met alle kracht wordt opgewekt,
kan de dynamische aslastverde-
ling de vertraging niet volgen en
kan de remkracht niet volledig
op het wegdek worden overge-
bracht. Om ervoor te zorgen dat
het voorwiel niet blokkeert, moet
het ABS ingrijpen en wordt de
remdruk gereduceerd; de rem-
weg wordt langer.
Pasafdalingen
Indien bij pasafdalingen uit-
sluitend achter wordt ge-
remd, bestaat het gevaar van
remkrachtverlies. Onder extreme
omstandigheden kan dit tot on-
herstelbare schade aan de rem-
men door oververhitting leiden.
Door de integraalremfunctie van
BMW wordt bij bediening van de
remhendel ook de achterrem be-
diend en tegen oververhitting be-
schermd.Gebruik alleen de voor-
rem en motorrem.
Natte en verontreinigde
remmen
Vocht en vuil op de remschijven
leiden tot een vermindering van
de remwerking.
In de volgende situaties moet re-
kening worden gehouden met
een vertraagde of slechtere rem-
werking:
5
83
z
Rijden