Operation Manual

Table Of Contents
Wordt dit waarschuwings-
signaal weergegeven, dan
is de boordnetspanning laag. Zo
nodig wordt de buddyseatverwar-
ming tijdelijk uitgeschakeld.
Dynamic Traction
Control DTC
met Dynamic Traction Control
(DTC)
SU
DTC-functie uit- en
inschakelen
Contact inschakelen.
Menu Instellingen op-
roepen, vervolgens menupunt
DTC selecteren.
Dit menu kan niet
tijdens het rijden worden
opgeroepen.
Uit (1x) selecteren, om
de DTC eenmalig tot de vol-
gende keer inschakelen van het
contact uit te schakelen.
Is de DTC uitgeschakeld,
dan brandt het DTC-con-
trolelampje.
Aan selecteren, om de DTC
in te schakelen. Alternatief:
contact uit- en weer inscha-
kelen.
DTC-controlelampje dooft,
bij niet afgesloten zelfdia-
gnose begint het DTC-controle-
lampje te knipperen.
Rijmodus
Rijmodus instellen
Contact inschakelen.
Toets 1 bedienen.
Meer informatie over de te
selecteren rijmodi is te vin-
den in het hoofdstuk "Techniek
in detail".
4
56
z
Bediening