Operation Manual

Table Of Contents
Contact- en stuurslot
Sleutels
U ontvangt twee hoofdsleutels en
een reservesleutel. Neem bij ver-
lies van een sleutel a.u.b. de op-
merkingen over de elektronische
wegrijbeveiliging EWS ( 43)in
acht.
Het contact- en stuurslot, het
tankdopslot, de opbergvakken,
het buddyseatslot en de koffers
worden met dezelfde sleutel be-
diend.
Contact inschakelen
Sleutel in stand 1 draaien.
Stadslicht en alle circuits inge-
schakeld.
De motor kan worden gestart.
Pre-Ride-Check wordt uitge-
voerd. ( 80)
ABS-zelfdiagnose wordt uitge-
voerd. ( 81)
met Dynamic Traction Control
(DTC)
SU
DTC-zelfdiagnose wordt uitge-
voerd. ( 81)
Contact uitschakelen
Sleutel in stand 2 draaien.
Licht uitgeschakeld.
Stuurslot ontgrendeld.
De sleutel kan worden verwij-
derd.
De kuipruit beweegt zelfstandig
naar de onderste eindpositie.
Stuurslot vergrendelen
Als de motorfiets op de zij-
standaard staat, is het van
de ondergrond afhankelijk of het
stuur naar links of naar rechts
wordt gedraaid. Op een horizon-
tale ondergrond staat de motor-
fiets echter stabieler als het stuur
tegen de linker aanslag staat in
plaats van tegen de rechter aan-
slag.
Op een horizontale ondergrond
het stuur altijd tegen de linker
aanslag draaien om het stuurslot
te vergrendelen.
Het stuur naar links of rechts
draaien.
4
42
z
Bediening