Operation Manual
Table Of Contents
- Handleiding K 1600 GTL
- Algemene aanwijzingen
- Overzichten
- Aanduidingen
- Bediening
- Contact- en stuurslot
- Elektronische wegrijbeveiliging EWS
- Multifunctioneel display
- Boordcomputer
- Kilometerteller
- Verlichting
- Richtingaanwijzers
- Alarmknipperlichtinstallatie
- Noodstopschakelaar
- Handvatverwarming
- Buddyseatverwarming
- Dynamic Traction Control DTC
- Rijmodus
- Buddyseat
- Kuipruit
- windgeleider
- Snelheidsregeling
- Opbergvakken
- Koppeling
- Rem
- Schakelen
- Spiegels
- Veervoorspanning
- Demping
- Elektronische demperinstelling ESA
- Centrale vergrendeling
- Alarmsysteem DWA
- Banden
- Rijden
- Techniek in detail
- Accessoires
- Onderhoud
- Onderhoud
- Technische gegevens
- Service
- Trefwoordenregister
- Certifications
- Declaration Of Conformity

Motorstoring
Het motorsymbool brandt.
Mogelijke oorzaak:
De motorregeleenheid heeft een
storing geregistreerd.
De motor draait in de nood-
loopfunctie. Het rijgedrag
kan abnormaal worden.
Rijstijl aanpassen. Sterke ac-
celeratie en inhaalmanoeuvres
vermijden.
Als u verder rijdt moet u re-
kening houden met het onge-
bruikelijke gedrag van de motor
(weinig vermogen, slechte re-
actie, abrupt afslaan e.d.)
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
Belangrijke motorstoring
Het motorsymbool knippert.
Mogelijke oorzaak:
De motorregeleenheid heeft een
belangrijke storing geregistreerd.
Er is een motorstoring her-
kend, die tot ernstige ge-
volgstoring leiden kan.
Rijstijl aanpassen. Langzaam rij-
den, accelereren en inhaalma-
noeuvres vermijden.
Indien mogelijk, motorfiets laten
ophalen.
Als u verder rijdt moet u re-
kening houden met het onge-
bruikelijke gedrag van de motor
(weinig vermogen, slechte re-
actie, abrupt afslaan e.d.)
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
Motoroliepeil te laag
Het oliekansymbool wordt
weergegeven.
Mogelijke oorzaak:
De elektronische oliepeilsensor
heeft een te laag oliepeil gecon-
stateerd. Bij de volgende tank-
pauze het motoroliepeil met de
oliepeilstaaf controleren:
Motoroliepeil controleren
( 112).
Bij een te laag oliepeil:
Motorolie bijvullen ( 114).
Acculaadstroom
onvoldoende
Algemene waarschuwings-
lamp brandt rood.
Het accusymbool wordt
weergegeven.
Een ontladen accu leidt tot
uitval van verschillende sys-
temen, bijv. verlichting, motor of
3
32
z
Aanduidingen