Operation Manual
Lichtbundel
De xenonkoplamp is met een
permanente koplampverstelling
uitgerust, die de lichtbundel onaf-
hankelijk van de rij- en beladings-
toestand constant houdt.
LED-verstraler bedienen
met LED-extra verstraler
SU
met LED-verstraler
OA
Toets 1 bedienen om de LED-
verstralers in te schakelen.
Het controlelampje brandt.
Wordt dit waarschuwings-
signaal weergegeven, dan
is de boordnetspanning laag. Zo
nodig werd de extra verstralers
tijdelijk uitgeschakeld.
Toets 1 opnieuw bedienen,
om de LED-verstralers uit te
schakelen.
Op- en afstapverlichting
bedienen
met op- en afstapverlichting
OA
Contact inschakelen.
Menu Instellingen
oproepen en vervolgens
menupunt Voertuig -
Vloerlicht selecteren.
Aan: op- en afstapverlichting
wordt na het uitschakelen van
het contact korte tijd ingescha-
keld.
Uit: op- en afstapverlichting
wordt na het uitschakelen van
het contact niet ingeschakeld.
met centrale vergrendeling
SU
Werd de op- en afstapverlich-
ting zoals hierboven beschre-
ven uitgeschakeld, dan wordt
deze door het ontgrendelen
van de centrale vergrendeling
weer ingeschakeld.
4
54
z
Bediening