Operation Manual
ter. De controle van het oliepeil
bij koude motor of na een korte
rit leidt tot een incorrecte inter-
pretatie en dus tot een onjuist
oliepeil.
Voor een correcte aanduiding van
het motoroliepeil het peil alleen
na een langere rit bij warme mo-
tor controleren.
Bedrijfswarme motorfiets op
de middenbok zetten en erop
letten dat de ondergrond vlak
en stevig is.
Motor stationair laten draaien,
tot de ventilator gaat draaien,
vervolgens nog een minuut la-
ten draaien.
Motor uitschakelen en circa
een minuut wachten, opdat de
olie zich kan verzamelen.
De omgeving van de olievul-
opening reinigen.
Oliepeilstaaf 1 uitbouwen en
met een droge doek reinigen.
Oliepeilstaaf op de olievulope-
ning aanbrengen, maar er niet
indraaien.
Oliepeilstaaf verwijderen en
oliepeil aflezen.
Voorgeschreven motor-
oliepeil
Tussen MIN- en MAX-mar-
kering (Motor op bedrijfs-
temperatuur)
Bijvulhoeveelheid motor-
olie
max 0,5 l (Verschil tussen
MIN en MAX)
Bij een oliepeil onder de MIN-
markering:
Motorolie bijvullen ( 118).
8
117
z
Onderhoud