Operation Manual

Omgevingstemperatuur
Als de motorfiets stilstaat
kan de warmte van de mo-
tor de meting van de omgevings-
temperatuur beïnvloeden. Als de
invloed van de warmte van de
motor te groot wordt, wordt tijde-
lijk -- weergegeven.
Als de omgevingstempe-
ratuur tot beneden 3 °C
daalt, verschijnt deze waarschu-
wing voor mogelijke gladheid
door ijsvorming. De eerste keer
dat de temperatuur beneden
deze waarde daalt, wordt on-
geacht de displayinstelling au-
tomatisch overgeschakeld op de
temperatuurweergave.
Bandenspanningen
met bandenspanningscontrole
(RDC)
SU
De weergegeven bandenspan-
ningen hebben betrekking op
een bandentemperatuur van
20 °C. De linker waarde 1
geeft de bandenspanning van
het voorwiel aan, de rechter
waarde 2 de bandenspanning
van het achterwiel. Direct na
het inschakelen van het contact
wordt -- --weergegeven,
omdat het overdragen van
de bandenspanningswaarde
pas begint na de eerste
overschrijding van een snelheid
van 30 km/h.
In het geval van een kritische
bandenspanning wordt de over-
eenkomstige melding in rood
weergegeven.
Bovendien wordt het ban-
densymbool weergegeven.
De algemene waarschu-
wingslamp knippert rood.
Uitgebreide informatie over de
BMW Motorrad RDC is te vinden
vanaf pagina ( 97).
Oliepeilaanduiding
De oliepeilaanduiding geeft
informatie over het oliepeil
in de motor.
Voor de oliepeilcontrole moet aan
de volgende voorwaarden zijn
voldaan:
Motor op bedrijfstemperatuur.
Motor draait minimaal tien se-
conden stationair.
Zijstandaard ingeklapt.
3
25
z
Aanduidingen