Operation Manual
Automatische
stabiliteitscontrole ASC
met automatische stabiliteits-
controle
SU
ASC-functie uitschakelen
Contact inschakelen.
De ASC-functie kan ook
tijdens het rijden worden
uitgeschakeld.
Toets 1 ingedrukt houden, tot
de aanduiding van het ASC-
symbool verandert.
ASC-symbool wordt weer-
gegeven.
Toets 1 binnen twee seconden
loslaten.
ASC-symbool wordt nog
steeds weergegeven.
ASC-functie uitgeschakeld.
ASC-functie inschakelen
Toets 1 ingedrukt houden, tot
de aanduiding van het ASC-
symbool verandert.
ASC-symbool wordt niet
meer weergegeven, bij een
niet-afgesloten zelfdiagnose be-
gint het symbool te knipperen.
Toets 1 binnen twee seconden
loslaten.
ASC-symbool wordt nog
steeds niet weergegeven
resp. blijft knipperen.
ASC-functie ingeschakeld.
Als alternatief kan ook het con-
tact weer worden uit- en inge-
schakeld.
Als de ASC-waarschu-
wingslamp nog steeds
brandt nadat het contact is
uit- en ingeschakeld en daarna
sneller dan 5 km/h is gereden,
dan is er sprake van een ASC-
storing.
4
53
z
Gebruik