Operation Manual

Starthulp met een hogere
spanning dan 12 V kan tot
schade aan de boordelektronica
leiden.
De accu van het stroomleverende
voertuig moet een spanning van
12 V hebben.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Accuvakdeksel verwijderen
( 114).
Tijdens de starthulp de accu
niet van het boordnet losma-
ken.
De motor van het stroomleve-
rende voertuig tijdens de start-
hulp laten draaien.
De rode hulpstartkabel eerst
op de pluspool van de ontladen
accu en daarna op de pluspool
van de hulpaccu aansluiten.
De zwarte hulpstartkabel op de
minpool van de hulpaccu en
daarna op de minpool van de
ontladen accu aansluiten.
De motorfiets met de ontla-
den accu normaal starten. Bij
het mislukken van de startpo-
ging, ter bescherming van de
startmotor en de hulpaccu, pas
na enkele minuten weer een
nieuwe startpoging onderne-
men.
Beide motoren enkele minuten
laten draaien, voordat de hulp-
startkabels worden losgemaakt.
Hulpstartkabels eerst van de
min- en vervolgens van de
pluspool losmaken.
Accuvakdeksel aanbrengen
( 114).
Accu
Onderhoudsaanwijzingen
Vakkundig onderhoud, lading en
opslag verlengen de levensduur
van de accu en zijn een voor-
waarde voor eventuele garantie-
claims.
Om een lange levensduur van
de accu te bereiken, moeten de
volgende richtlijnen worden aan-
gehouden:
De bovenzijde van de accu
goed schoon en droog hou-
den
De accu niet openen
Geen water bijvullen
Voor het opladen van de accu
beslist de oplaadaanwijzingen
op de volgende pagina's in
acht nemen
De accu niet ondersteboven
houden.
Een aangesloten
accu wordt door de
boordelektronica (klok enz.)
ontladen. Dit kan leiden tot een
diepte-ontlading van de accu. In
dit geval zijn garantie-aanspraken
uitgesloten.
Als de motorfiets langer dan
8
111
z
Onderhoud