Operation Manual
Als de motor niet aanslaat, kan
de storingstabel uitkomst bie-
den. ( 108)
Pre-Ride-Check
Na het inschakelen van
het contact voert het
instrumentenpaneel een test
uit van de waarschuwings- en
controlelampjes en het display,
de "Pre-Ride-Check".
Fase 1:
De waarschuwings- en controle-
lampjes en alle Segmenten van
het multifunctioneel display wor-
den ingeschakeld.
Fase 2:
De wijzer van de snelheidsmeter
wordt tot de eindaanslag en weer
terug bewogen.
Fase 3:
Alle lampjes en segmenten wor-
den uitgeschakeld.
Het instrumentenpaneel gaat
normaal werken.
Als de wijzer niet werd bewogen,
een van de waarschuwings- en
controlelampen niet ging branden
of niet alle segmenten van het
multifunctioneel display worden
ingeschakeld:
Indien één van de waar-
schuwingslampen niet kan
worden ingeschakeld, kunnen
mogelijke functiestoringen niet
worden weergegeven.
Opletten of alle waarschuwings-
en controlelampen worden
weergegeven.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad partner.
ABS-zelfdiagnose
De juiste werking van
het BMW Motorrad ABS
wordt door de zelfdiagnose
gecontroleerd. De zelfdiagnose
vindt automatisch plaats na het
inschakelen van het contact.
Voor de controle van de
wielsensoren moet de motorfiets
enkele meters rijden.
Fase 1:
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
Fase 2:
Controle van de wielsensoren
bij het wegrijden.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
ABS-zelfdiagnose afgesloten
Het waarschuwingslampje ABS
dooft.
5
46
z
Rijden