Operation Manual
Niet-optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping aan de veervoorspan-
ning aanpassen.
Het instellen van de veer-
voorspanning tijdens het
rijden kan tot ongevallen leiden.
De veervoorspanning alleen
instellen als de motorfiets
stilstaat.
Om de veervoorspanning te
verhogen, stelknop 1 in de
richting van de pijl HARD
draaien.
Om de veervoorspanning te
verlagen, stelknop 1 in de rich-
ting van de pijl SOFT draaien.
Basisinstelling veervoor-
spanning achter
Stelknop hellemaal naar links
draaien, daarna 15 klikken te-
rug (Volle tank, met berijder
85 kg)
Demping
Instelling
De demping moet aan de veer-
voorspanning en de wegomstan-
digheden worden aangepast.
Een oneffen wegdek vereist
een soepelere demping dan
een effen wegdek.
Een verhoging van de veer-
voorspanning vereist een stug-
gere demping, een verlaging
van de veervoorspanning een
zachtere demping.
Demping achterwiel
instellen
Motorfiets neerzetten en erop
letten dat de ondergrond vlak
en stevig is.
Demping met boordgereed-
schap via de stelschroef 1 in-
stellen.
4
36
z
Gebruik