BMW Motorrad BMW maakt rijden geweldig Handleiding G 650 GS
Voertuig-/dealergegevens Voertuiggegevens Dealergegevens Model Contactpersoon in de werkplaats Voertuigidentificatienummer Mevrouw/de heer Kleurnummer Telefoonnummer Afgiftedatum kentekenbewijs deel 1 Kenteken Dealeradres/telefoon (firmastempel)
Welkom bij BMW Wij zijn blij dat u voor een motorfiets van BMW Motorrad hebt gekozen en begroeten u in de kring van BMW-rijders/rijdsters. Maakt u zich vertrouwd met uw nieuwe motorfiets, zodat u zich zeker en veilig in het verkeer kunt bewegen. Over deze handleiding Lees deze handleiding voordat u uw nieuwe BMW start. Hierin vindt u alle belangrijke informatie m.b.t. de bediening van uw BMWen het gebruik van al zijn technische mogelijkheden.
Inhoud Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . 22 1 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afkortingen en symbolen . . . . . Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . Actualiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 6 6 6 7 7 2 Overzichten . . . . . . . . . . . . . . 9 Linker zijaanzicht . . . . . . . . . . . . 11 Rechter zijaanzicht . . . . . . . . . .
Koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BMW Motorrad Voorwielsteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kuipdelen . . . . . . . . . . .
Algemene aanwijzingen Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Afkortingen en symbolen . . . . . . . . . . . . 6 1 5 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . 7 Actualiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Algemene aanwijzingen Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Algemene aanwijzingen 6 z Overzicht In hoofdstuk 2 van deze handleiding vindt u een eerste overzicht van uw motorfiets. In hoofdstuk 11 worden alle uitgevoerde onderhouds- en reparatiewerkzaamheden gedocumenteerd. Voor coulanceregelingen is het absoluut noodzakelijk dat kan worden aangetoond dat de vereiste onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd. Mocht u uw BMW verkopen, denkt u er dan a.u.b. aan om ook de handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen - de handleiding hoort bij de motorfiets.
Technische gegevens Alle gegevens t.a.v. maten, gewichten en prestaties in de handleiding hebben betrekking op het Deutsches Institut für Normung e. V. (DIN) en zijn inclusief de hierdoor gehanteerde toleranties. Afwijkingen zijn bij uitvoeringen voor bepaalde landen mogelijk. Actualiteit Het hoge veiligheids- en kwaliteitsniveau van BMW motorfietsen wordt door een continue doorontwikkeling van de constructie, uitrusting en accessoires gegarandeerd.
Algemene aanwijzingen 1 8 z
Overzichten Linker zijaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Rechter zijaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 2 9 Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Combischakelaar links . . . . . . . . . . . . . . 16 Combischakelaar rechts . . . . . . . . . . . . 17 Extra schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Overzichten Onder de buddyseat . . . . . . . . . . . . . . . .
Overzichten 2 10 z
1 2 3 4 5 6 Accu (onder het middelste kuipdeel) ( 95) Vulopening motorolie en oliepeilstaaf ( 68) Buddyseatontgrendeling (in opbergvak) ( 38) Bandenspanningstabel (op de achterbrug) Contactdoos ( 60) Weergave koelvloeistofpeil (achter de zijbekleding) ( 74) 2 11 Overzichten Linker zijaanzicht z
Overzichten 2 12 z
1 2 3 4 5 6 7 8 Benzinevulopening ( 50) Remvloeistofreservoir, voor ( 72) Typeplaatje (op framebuis rechts) Framenummer (op balhoofd, rechts) Luchtfilter (onder het kuipzijdeel) ( 91) Instelling van de veervoorspanning ( 35) Instelling van de demping ( 36) Remvloeistofreservoir, achter ( 73) Waarschuwingsplaatje kettingspanning (op de achterbrug) 2 13 Overzichten Rechter zijaanzicht z
2 Overzichten 14 z Onder de buddyseat 1 2 3 Zekeringenhouder ( 85) Boordgereedschap ( 68) Beladingstabel Vak voor de handleiding
1 2 3 4 5 6 Multifunctioneel display ( 20) Toerentalwaarschuwing ( 48) Snelheidsmeter Waarschuwings- en controlelampjes ( 21) DWA-controlelamp (zie DWA-handleiding) Bediening klok ( 29) Bediening van de kilometerteller ( 30) 2 15 Overzichten Instrumentenpaneel z
2 16 Combischakelaar links 1 2 Overzichten 3 z 4 5 Lichtsignaal Bediening van het ABS ( 33) Knipperlichtschakelaar ( 31) Claxon Grootlicht ( 31)
2 1 17 2 Noodstopschakelaar ( 32) Startknop ( 44) Overzichten Combischakelaar rechts z
2 Overzichten 18 z Extra schakelaar 1 2 Alarmknipperlichten ( 31) met handvatverwarming SU Handvatverwarming ( 32)
Multifunctioneel display . . . . . . . . . . . . . 20 Waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Afgelegde afstand na het bereiken van de brandstofreserve . . . . . . . . . . . . 22 Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 Multifunctioneel display 20 1 Aanduidingen 2 z 3 4 5 6 7 8 Symbool afgelegde afstand na het bereiken van de brandstofreserve ( 22) Symbool voor dagteller (Trip 1 of Trip 2) ( 30) Displaygedeelte voor dagteller en gereden kilometers na bereiken van de brandstofreserve Markering van de toerentalgrens Toerenteller Klok Symbool voor klokinstelling ( 29) Totaal gereden afstand
3 1 21 2 3 4 5 6 Richtingaanwijzercontrolelampje Waarschuwingslamp voor benzinereserve ( 24) Controlelampje neutraal ABS-waarschuwingslampje ( 24) Koelvloeistof-waarschuwingslampje ( 24) Grootlichtcontrolelampje Aanduidingen Waarschuwings- en controlelampjes z
3 Aanduidingen 22 z Afgelegde afstand na het bereiken van de brandstofreserve Na het bereiken van de brandstofreserve wordt het aantal verreden kilometers tot dit tijdstip weergegeven. Deze kilometerteller wordt teruggezet en niet meer weergegeven als de totale hoeveelheid brandstof bij het tanken groter is dan de brandstofreserve. De dagteller en de klokinstelling kunnen nog wel worden opgeroepen. Waarschuwingen Weergave Waarschuwingen worden door het betreffende waarschuwingslampje weergegeven.
3 Waarschuwingsindicatieoverzicht Waarschuwings- en Waarschuwingssymbo- Betekenis controlelampen len in het display 23 Benzinereserve bereikt ( Brandt Koelvloeistoftemperatuur te hoog.
3 Aanduidingen 24 z Benzinereserve bereikt Waarschuwingslamp benzinereserve brandt. Onvoldoende brandstof kan leiden tot onregelmatig draaien of afslaan van de motor (gevaar voor ongevallen) en de katalysator beschadigen. De benzinetank niet leegrijden. Mogelijke oorzaak: In de benzinetank bevindt ten hoogste nog de reservevoorraad benzine. Reservehoeveelheid Circa 4 l Tanken ( 50). Koelvloeistoftemperatuur te hoog. Waarschuwingslamp koelvloeistoftemperatuur brandt.
ABS uitgeschakeld Waarschuwingslamp ABS brandt. Mogelijke oorzaak: Het ABS-systeem is door de berijder uitgeschakeld. ABS-functie inschakelen. ABS-storing Waarschuwingslamp ABS brandt. Mogelijke oorzaak: De ABS-regeleenheid heeft een storing opgemerkt. De ABSfunctie is niet beschikbaar. Verder rijden mogelijk. Houd er rekening mee dat geen ABSfunctie beschikbaar is. Uitgebreide informatie over situa- ties die tot een ABS-storing kunnen leiden in acht nemen ( 57).
Aanduidingen 3 26 z
Gebruik Contact- en stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . 28 Buddyseat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Klok. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Opbergvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 4 27 Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Noodstopschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . .
Contact- en stuurslot 28 U ontvangt twee hoofdsleutels en een noodsleutel. De noodsleutel is klein en licht uitgevoerd, zodat deze bijvoorbeeld in een portemonnee kan worden meegenomen. Deze kan bijvoorbeeld worden gebruikt als geen hoofdsleutel voorhanden is. Hij is niet geschikt voor permanent gebruik. Het contact- en stuurslot, het tankdopslot, alsmede het buddyseatslot worden met dezelfde sleutel bediend.
Stuurslot vastzetten zonder parkeerlicht Stuurslot vastzetten met parkeerlicht ( 28). Het stuur naar links of rechts draaien. Klok Klok instellen Het instellen van de klok tijdens het rijden kan tot ongevallen leiden. De klok alleen instellen als de motorfiets stilstaat. Contact inschakelen. 4 29 Gebruik tegen de linker aanslag staat in plaats van tegen de rechter aanslag. Op een horizontale ondergrond het stuur altijd tegen de linker aanslag draaien om het stuurslot te vergrendelen.
4 Gebruik 30 z Toets zo vaak bedienen, tot de gewenste uren worden weergegeven. Toets ingedrukt houden, tot de minutenweergave knippert. Toets zo vaak bedienen, tot de gewenste minuten worden weergegeven. Toets ingedrukt houden, tot de minuten niet meer knipperen. Instelling afgesloten. Weergave Weergave selecteren Contact inschakelen. Toets 1 bedienen, om de weergave op het display te selecteren.
Lichtsignaal 4 Het dimlicht wordt automatisch tegelijk met het contact ingeschakeld. 31 Het dimlicht belast de accu. Het contact slechts voor een beperkte tijdsduur inschakelen. Grootlicht Toets 1 bedienen. Zolang de schakelaar wordt bediend, is het grootlicht ingeschakeld. Richtingaanwijzers Richtingaanwijzer bedienen Schakelaar 1 naar boven drukken, om het grootlicht in te schakelen. Schakelaar 1 naar boven drukken, om het grootlicht uit te schakelen. Contact inschakelen.
4 om de waarschuwingsknipperlichtinstallatie uit te schakelen. voudige wijze snel worden afgezet. Noodstopschakelaar Gebruik 32 De alarmknipperlichten belasten de accu. De waarschuwingsknipperlichten slechts voor een beperkte tijdsduur inschakelen. z 1 Schakelaar voor waarschuwingsknipperlichtinstallatie 1 aan de onderzijde bedienen om de waarschuwingsknipperlichtinstallatie in te schakelen. Het contact kan worden uitgeschakeld.
4 1 Schakelaar handvatverwarming De handvatten kunnen in twee fasen worden verwarmd. De tweede stand dient voor het snel verwarmen van de handgrepen, vervolgens moet weer de eerste stand worden ingeschakeld. De handvatverwarming belast de accu. De handvatverwarming alleen bij draaiende motor inschakelen. Schakelaar aan bovenzijde bedienen: 50 % verwarmingscapaciteit. - Schakelaar in middelste stand: verwarming uitgeschakeld. Schakelaar aan onderzijde bedienen: 100 % verwarmingscapaciteit.
4 ABS-functie inschakelen Gebruik 34 z Als alternatief kan ook het contact weer worden uit- en ingeschakeld. Als de ABS-waarschuwingslamp nog steeds brandt nadat het contact is uit- en ingeschakeld en daarna sneller dan 5 km/h is gereden, dan is er sprake van een ABSstoring. Toets 1 ingedrukt houden, tot de aanduiding van het waarschuwingslampje ABS verandert. Waarschuwingslamp ABS dooft, bij een niet afgesloten zelfdiagnose gaat deze knipperen. Toets 1 binnen twee seconden loslaten.
Spiegelarm verstellen Veervoorspanning Instelling Spiegel verstellen De veervoorspanning van het achterwiel moet aan de belading van de motorfiets worden aangepast. Een verhoging van de belading vereist een verhoging van de veervoorspanning, minder gewicht een overeenkomstig lagere veervoorspanning. Het instellen van de spiegel tijdens het rijden kan tot ongevallen leiden. De spiegel alleen instellen als de motorfiets stilstaat. Spiegel door verdraaien in de gewenste positie brengen.
Om de veervoorspanning te verlagen, stelknop 1 in de richting van de pijl SOFT draaien. 4 Gebruik 36 z Basisinstelling veervoorspanning achter Niet-optimale instellingen van de veervoorspanning en demping verslechteren het rijgedrag van uw motorfiets. Demping aan de veervoorspanning aanpassen. Het instellen van de veervoorspanning tijdens het rijden kan tot ongevallen leiden. De veervoorspanning alleen instellen als de motorfiets stilstaat.
Bandenspanning controleren Om de demping de verzwaren, stelschroef 1 richting van de pijl H draaien. Om de demping de verzwaren, stelschroef 1 richting van de pijl S draaien. Basisinstelling achterwieldemping De onderste stelschroef tot de aanslag rechtsom draaien en vervolgens 0,75 omwenteling terug (Volle tank, met berijder 85 kg) Onjuiste bandenspanning verslechtert de rijeigenschappen van de motorfiets en reduceert de levensduur van de banden. Zorg voor een correcte bandenspanning.
4 38 gereden dan in het land waar het kenteken van de motorfiets is afgegeven, zijn geen verdere maatregelen nodig. Lichtbundel instellen Buddyseat uitbouwen Motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Gebruik Koplampafstelling en veervoorspanning z De lichtbundel blijft in de regel constant door de aanpassing van de veervoorspanning aan de beladingstoestand. Alleen bij zeer zware belading kan de aanpassing van de veervoorspanning ontoereikend zijn.
Buddyseat inbouwen 4 Ontgrendelhendel 3 naar boven trekken, daarbij de buddyseat achter ondersteunen naar onderen duwen. Buddyseat achter optillen en ontgrendelhendel loslaten. Buddyseat verwijderen en met het zitgedeelte op een schone ondergrond leggen. Bevestigingen 4 van de buddyseat in de houders 5 links en rechts zetten. Buddyseat erop leggen en tot de aanslag naar voren duwen. Buddyseat achter stevig naar onderen duwen. Buddyseat klikt hoorbaar vast.
4 Deksel van opbergvak uitbouwen Deksel van opbergvak inbouwen Gebruik 40 Opbergvak z Met de contactsleutel 1 rechtsom het opbergvakdeksel 2 ontgrendelen en verwijderen. Klepjes pijlen van opbergvakdeksel 1 in de fixeringen zetten. Opbergvakdeksel 1 achteraan naar onderen duwen en met contactsleutel 2 linksom vergrendelen.
Rijden Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . 42 Controlelijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 5 41 Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Toerental . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Gebruik voor terreinrit . . . . . . . . . . . . . . . 48 Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Motorfiets neerzetten . . . . . . . . . . . . . . . 50 Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsaanwijzingen 42 Rijdersuitrusting Rijden 5 z Geen rit zonder de juiste kleding! Draag altijd Helm Pak Handschoenen Laarzen Dit geldt trouwens ook voor korte trajecten en in gelijk welk seizoen. Uw BMW Motorrad partner kan u adviseren en heeft voor elk gebruiksdoel de correcte kleding.
topcase OA met Toelaatbaar totaalgewicht en maximumsnelheid volgens waarschuwingsplaatje in de topcase in acht nemen. met tankrugzak OA Toelaatbaar totaalgewicht van de tankrugzak en de overeenkomstige maximumsnelheid in acht nemen.
5 Rijden 44 z Als de motor afslaat direct het contact uitschakelen Alleen loodvrije benzine tanken Houd de voorgeschreven onderhoudsbeurten beslist aan. Onverbrande benzine beschadigt de katalysator onherstelbaar. De aangegeven punten ter bescherming van de katalysator in acht nemen. Manipulaties Manipulaties aan de motorfiets (bijv. motorregeleenheid, gaskleppen, koppeling) kunnen tot beschadiging van de betreffende onderdelen en het uitvallen van veiligheidsrelevante functies leiden.
De smering van de versnellingsbak is alleen bij draaiende motor gegarandeerd. Onvoldoende smering kan tot schade aan de transmissie leiden. De motorfiets bij uitgeschakelde motor niet gedurende langere tijd laten rollen of over een langere afstand duwen. Contact inschakelen. Pre-Ride-Check wordt uitgevoerd. ( 46) ABS-zelfdiagnose wordt uitgevoerd. ( 46) met diefstalbeveiligingsinstallatie SU Als de controlelampdiode van het alarmsysteem brandt, is de wegrijblokkering actief.
5 46 Als de motor niet aanslaat, kan de storingstabel uitkomst bieden. ( 108) Rijden Pre-Ride-Check z Na het inschakelen van het contact voert het instrumentenpaneel een test uit van de waarschuwings- en controlelampjes en het display, de "Pre-Ride-Check". Het instrumentenpaneel gaat normaal werken.
Inrijden Motor Tot de eerste onderhoudsbeurt veelvuldig met wisselende belasting en toerentallen rijden, langdurig rijden met constante toerentallen vermijden. Kies indien mogelijk bochtige en licht geaccidenteerde wegen, bij voorkeur geen autosnelwegen. Inrijtoerentallen in acht nemen. Inrijtoerental max 5000 min-1 (op de eerste 1000 km) Na 500 - 1200 km de eerste onderhoudsbeurt laten uitvoeren. Remblokken Nieuwe remblokken moeten worden ingereden, voordat deze hun optimale remvertraging bereiken.
5 Toerental Bandenspanning Toerentalwaarschuwing Een voor het rijden in het terrein verlaagde bandenspanning verslechtert de rijeigenschappen van de motorfiets op verharde wegen en kan ongevallen tot gevolg hebben. Zorg voor een correcte bandenspanning. Rijden 48 z Remmen De toerentalwaarschuwing 1 waarschuwt de berijder dat het rode toerengebied 2 wordt bereikt. Het signaal blijft behouden tot wordt opgeschakeld, of tot het toerental wordt verlaagd.
Remmen Hoe wordt de kortst mogelijke remweg bereikt? Bij een remactie wijzigt zich de dynamische lastverdeling tussen voor- en achterwiel. Hoe sterker wordt afgeremd, hoe zwaarder het voorwiel wordt belast. Hoe hoger de belasting van het wiel, hoe hoger de remkracht die kan worden overgedragen. Om de kortste remweg te bereiken, de voor- en achterrem bedienen. De voorrem moet krachtig en progressief worden bediend, om de dynamische verhoging van de belasting op het voorwiel optimaal te benut- ten.
5 50 Vroegtijdig remmen tot de volledige remwerking weer beschikbaar is. Motorfiets neerzetten Rijden Zijstandaard z Motor uitschakelen. Op een losse ondergrond staat de motorfiets niet veilig. De standaard moet altijd op een vlakke en vaste ondergrond rusten. De zijstandaard uitklappen en de motorfiets op de zijstandaard zetten. De zijstandaard is alleen voor het gewicht van de motorfiets geconstrueerd. Bij een uitgeklapte zijstandaard niet op de motorfiets plaatsnemen.
Aanbevolen brandstofkwaliteit Normaal loodvrij, (max. 10 % ethanol, E10) 91 ROZ/RON 87 AKI Alleen als de motorfiets op de zijstandaard staat kan de beschikbare tankinhoud optimaal worden benut. Tankdopklep openklappen. Tankdop 1 met de contactsleutel ontgrendelen en opklappen. Nuttige tankinhoud Benzine van de hierna vermelde kwaliteit tot maximaal de onderkant van de vulbuis tanken.
5 Rijden 52 z Loodhoudende benzine beschadigt de katalysator. Geen loodhoudende brandstof of brandstof met metaalhoudende additieven tanken, bijv. mangaan of ijzer. beeld plakband tape of een zachte doek gebruiken. Er kunnen brandstoffen met een maximaal ethanolaandeel van 10 %, dus E10, worden getankt. Aanbevolen brandstofkwaliteit Normaal loodvrij, (max. 10 % ethanol, E10) 91 ROZ/RON 87 AKI Motorfiets voor transport bevestigen Alle componenten waarlangs de spanbanden lopen tegen krassen beschermen.
5 Spanbanden achter aan beide zijden aan de voetsteunen duopassagier bevestigen en spannen. Alle spanbanden gelijkmatig spannen, de motorfiets moet zo ver mogelijk inveren.
Rijden 5 54 z
Remsysteem met BMW Motorrad ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Remsysteem met BMW Motorrad ABS 56 Hoe werkt het ABS? Techniek in detail 6 z De maximaal op het wegdek overdraagbare remkracht is o.a. afhankelijk van de wrijvingswaarde van het oppervlak van het wegdek. Grind, ijs en sneeuw en een nat wegdek hebben een aanzienlijk slechtere wrijvingswaarde dan een droog en schoon wegdek. Hoe slechter de wrijvingswaarde van het wegdek, hoe langer de remweg wordt.
Het BMW Motorrad ABS waarborgt binnen de grenzen van de natuurkundige wetten de rijstabiliteit op elke ondergrond. Het systeem is niet ontworpen voor speciale eisen zoals die gelden voor wedstrijdgebruik in het terrein of op het circuit. Bijzondere situaties Voor het herkennen van de blokkeerneiging worden o.a. de toerentallen van het voor- en achterwiel vergeleken.
Techniek in detail 6 58 z
Accessoires Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . 60 Contactdozen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 7 59 Topcase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Accessoires Koffer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7 Accessoires 60 z Algemene aanwijzingen BMW Motorrad adviseert uitsluitend onderdelen en accessoires te gebruiken die door BMW voor dit doel zijn goedgekeurd. Originele BMW onderdelen, accessoires en overige door BMW goedgekeurde producten, evenals het bijbehorende ter zake kundige advies, zijn verkrijgbaar bij uw BMW Motorrad dealer. Door BMW voor uw motorfiets goedgekeurde onderdelen en accessoires zijn op hun veiligheid, werking en deugdelijkheid getest.
Gele vergrendeling 2 ingedrukt houden en handgreep 3 opklappen. Koffer De gele toets 4 naar beneden drukken en tegelijkertijd het kofferdeksel naar buiten trekken. Koffers sluiten Sleutel in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien. Sleutel 1 in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien. 61 Kofferdeksel sluiten. Het deksel vergrendelt hoorbaar.
7 62 Koffervolume verstellen Koffer openen en volledig leegmaken. Vergrendelingshendel 1 links en rechts sluiten en vergrendelen. Koffers sluiten Accessoires Koffer verwijderen z De vergrendelingshendels 1 links en rechts uit de vergrendeling losmaken en opklappen. De buitenschaal van de koffer afhankelijk van het gewenste koffervolume naar binnen of naar buiten schuiven.
Koffers aanbrengen 7 Vergrendelingsklep 5 volledig opklappen, hiertoe zo nodig de rode ontgrendelingshendel 4 naar boven trekken. Koffer in de kofferhouder 6 bevestigen. De koffer naar de motorfiets toe draaien, hierbij bevestiging op de koffer tot de aanslag op de bevestigingsknop 7 schuiven. Vergrendelingsklep 5 tot de aanslag naar beneden drukken en vasthouden. Rode ontgrendelingshendel 4 naar beneden drukken. Vergrendelingsklep klikt vast. Handgreep dichtklappen.
7 Topcase openen Topcase sluiten Topcase verwijderen Accessoires 64 z Zo nodig topcaseslot 1 ontgrendelen. Vergrendelingshendel 2 omhoogtrekken en het topcasedeksel openen. Topcasedeksel sluiten en vasthouden. Vergrendelingshendel 2 geheel naar beneden drukken. Zo nodig topcaseslot 1 vergrendelen. Zo nodig topcaseslot 1 ontgrendelen. Vergrendelingshendel 2 naar beneden drukken. De topcase naar achteren van het bagagerek trekken.
Topcase met de geleidingen 3 tot de aanslag op de adapterplaat schuiven. Vergrendelingshendel 2 naar boven drukken, daarbij opletten dat de hendel bij 4 in de adapterplaat grijpt. Vergrendelingshendel vergrendelt hoorbaar. Zo nodig topcaseslot 1 vergrendelen.
Accessoires 7 66 z
Onderhoud Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . 68 Boordgereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 8 67 Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Ketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 BMW Motorrad Voorwielsteun . . . . . . 83 Zekeringen . .
8 Onderhoud 68 z Algemene aanwijzingen In het hoofdstuk "Onderhoud" worden werkzaamheden voor het controleren en vervangen van slijtagedelen beschreven, die eenvoudig zijn uit te voeren. Indien bij de montage rekening moet worden gehouden met speciale aanhaalmomenten, dan zijn deze eveneens genoemd. Een overzicht van alle benodigde aanhaalmomenten vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Motor stationair laten draaien, tot de ventilator gaat draaien, vervolgens nog drie minuten laten draaien. Motor uitschakelen. Bougiesleutel en verwisselbare schroevendraaier (boordgereedschap) op oliepeilstok 1 plaatsen. Oliepeilstok 1 linksom uitbouwen. 8 Meetbereik 2 van de oliepeilstaaf met een droge doek reinigen. Oliepeilstaaf op de olievulopening zetten, maar niet erin schroeven. Oliepeilstaaf verwijderen en oliepeil aflezen.
8 Motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Omgeving van vulopening reinigen. Onderhoud 70 Motorolie bijvullen Op een correct motoroliepeil letten. Motorolie tot het voorgeschreven peil bijvullen. Motoroliepeil controleren ( 68). Oliepeilstaaf inbouwen. Remblokdikte vooraan controleren Motorfiets neerzetten, daarbij erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is.
gen de remblokken niet dunner worden dan de minimaal toelaatbare dikte. 8 Slijtagegrens remvoering, voor min 1,0 mm (Alleen remvoering zonder rugplaat. De slijtagemarkeringen (groeven) moeten duidelijk zichtbaar zijn.) Als de slijtagecoderingen niet meer duidelijk zichtbaar zijn: Als de dikte van de remblokken kleiner is dan de minimumdikte, neemt de remwerking af en kan schade aan het remsysteem ontstaan.
8 worden dan de minimaal toelaatbare dikte. 72 Remblokken door een specialist laten vervangen, bij voorkeur door een BMW Motorrad -dealer. Onderhoud Remvloeistofpeil vooraan controleren z Slijtagegrens remvoering, achter min 1,0 mm (Alleen remvoering zonder rugplaat.) Als de slijtagecodering niet meer zichtbaar is: Als de dikte van de remblokken kleiner is dan de minimumdikte, neemt de remwerking af en kan schade aan het remsysteem ontstaan.
Remvloeistof, DOT4 Het remvloeistofpeil mag niet onder de MIN-markering komen. (Remvloeistofreservoir horizontaal) Als het remvloeistofpeil tot onder het toegestane peil daalt: Defect zo snel mogelijk door een specialist laten verhelpen, bij voorkeur een BMW Motorrad-dealer. 8 Bij een te laag remvloeistofpeil kan lucht het remsysteem binnendringen. Dat leidt tot een sterk verminderde remwerking. Het remvloeistofpeil regelmatig controleren.
Koelvloeistof 8 Koelvloeistofpeil controleren 74 Onderhoud De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. z Remvloeistofpeil, achter Voorgeschreven peil koelvloeistof Remvloeistof, DOT4 Het remvloeistofpeil mag niet onder de MIN-markering komen. (Remvloeistofreservoir horizontaal) Als het remvloeistofpeil tot onder het toegestane peil daalt: Defect zo snel mogelijk door een specialist laten verhelpen, bij voorkeur een BMW Motorrad-dealer.
Speling van de koppelingshendel controleren Als de speling van de koppelingshendel buiten de tolerantie ligt: Speling van koppelingshendel afstellen ( 75). Speling van koppelingshendel afstellen Dop 1 van de expansietank openen en koelvloeistof bijvullen tot het voorgeschreven niveau. Koelvloeistofpeil controleren ( 74). De dop van het koelvloeistofexpansiereservoir sluiten. Zijkuipdeel, links, inbouwen ( 100). 8 75 Onderhoud Koppeling z Koppelingshendel bedienen, totdat weerstand voelbaar is.
8 Onderhoud 76 z Speling van de koppelingshendel controleren ( 75). Deze bewerkingen herhalen tot de koppelingsspeling correct is ingesteld. Moer 2 vastzetten. Manchet 1 over de stelbus trekken. Ketting Ketting smeren Door vuil, stof en onvoldoende smering wordt de levensduur van de aandrijfketting sterk verkort. Aandrijfketting regelmatig reinigen en smeren. De aandrijfketting ten minste elke 1000 km smeren. Na het rijden door de regen of door stof en vuil de ketting eerder smeren.
Kettingspanning afstellen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Steekasmoer 1 met het voorgeschreven aantrekkoppel vastzetten, zo nodig aan de linkerzijde tegenhouden. 8 77 100 Nm Kettingslijtage controleren Steekasmoer 1 losdraaien, zo nodig aan de linkerzijde tegenhouden. Met stelbouten 2 links en rechts de kettingspanning afstellen. Kettingspeling controleren ( 76). Erop letten dat links en rechts dezelfde waarde op de schaal 3 wordt ingesteld.
8 Onderhoud 78 z Wielen Velgen controleren De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Velgen visueel op defecten controleren. Het koelvloeistofsysteem door een specialist laten controleren, best door een BMW Motorrad Partner. Spaken controleren met spaakwiel SU Motorfiets neerzetten, daarbij erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Met schroevendraaiergreep of dergelijk voorwerp over de spaken wrijven, daarbij op de klankreeks letten.
Invloed van de wielmaten op het rijwielregelsysteem De wielmaten spelen een belangrijke rol bij het ABS-systeem. Met name de diameter en breedte van de wielen zijn als basis voor alle noodzakelijke berekeningen in de regeleenheid opgeslagen. Als deze grootheden worden veranderd doordat andere dan de standaard gemonteerde wielen worden gemonteerd, kan dit ingrijpende gevolgen hebben voor het regelcomfort van het systeem.
8 Onderhoud 80 z Asklembout 2 losmaken. As 3 uitbouwen; daarbij het wiel ondersteunen. Vet niet van de as verwijderen. Bij het eruit rollen van het voorwiel, erop letten dat ABS-sensor en ABS-leiding niet beschadigen. Voorwiel naar voren rollen en verwijderen. Afstandsbussen 4 en 5 uit wielnaaf verwijderen. Voorwiel inbouwen Boutbevestigingen die met een onjuist aantrekkoppel zijn vastgezet kunnen losraken of de boutbevestigingen kunnen beschadigd raken.
Klemming steekas voor Voorwiel optillen en as 3 met het juiste aantrekkoppel bevestigen. 81 z Steekas in telescoopvork 45 Nm Voorwielstandaard verwijderen. Handrem bedienen en voorvork meerdere malen krachtig inveren. Asklembout 2 met aantrekkoppel aantrekken. 8 Onderhoud 19 Nm letten dat de ondergrond vlak en stevig is. met middenstandaard SU Motorfiets op de middenstandaard plaatsen en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Wieltoerentalsensor in de boring zetten en bout 1 inbouwen.
beeld een geschikt stuk hout eronder leggen). 8 Achterwiel inbouwen Onderhoud 82 z Moer 2 uitbouwen, daarvoor aan linkerkant tegenhouden. Stelschroeven 3 links en rechts door linksom draaien losmaken. Steekas 4 uitbouwen, daarbij het achterwiel steunen (bijvoor- Achterwiel zo ver mogen naar voren schuiven en ketting van aandrijftandwiel van de nokkenas 5 verwijderen. Achterwiel naar achteren uit der achterbrug rollen, daarbij de remklauw aan de linkerkant vasthouden.
terbrug, de remklauw en het achterwiel leiden. monteren (evt. met onderlegring). Kettingspanning afstellen ( 77). 8 83 Het achterwiel zo ver mogelijk naar voren rollen en de ketting op het kettingwiel 5 leggen. Achterwiel optillen (of een passend stuk hout er onder leggen) en steekas 4 door de ach- BMW Motorrad Voorwielsteun Asmoer 2 aanbrengen, maar nog niet vastzetten.
8 Onderhoud 84 Motorfiets op een geschikte hulpstandaard zetten. met middenstandaard SU Motorfiets op de middenstandaard plaatsen en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Basisstandaard met gereedschapsnummer (83 30 0 402 241) met voorwielbevestiging (83 30 0 402 242) gebruiken. de voorwielgeleiding ertussen past. De stelbouten passen bij de voorwielgeleiding instellen. Gewenste hoogte van voorwielstandaard met behulp van de fixeerpennen 3 instellen.
Zekering uitbouwen Als defecte zekeringen worden overbrugd, is er gevaar voor kortsluiting en daardoor brandgevaar. Defecte zekeringen vervangen door nieuwe zekeringen. Voorwielstandaard gelijkmatig naar beneden drukken, om de motorfiets op te tillen. Contact uitschakelen. Buddyseat uitbouwen ( 38). De defecte zekering met boordgereedschap omhoog uit de zekeringenhouder trekken.
8 Onderhoud 86 z In het hoofdstuk "Technische gegevens" vindt u een overzicht van de zekeringen en de benodigde stroomsterkten. De getallen in de grafiek komen overeen met de nummers van de zekeringen. Zekeringendeksel sluiten Vergrendeling vergrendelt hoorbaar. Buddyseat inbouwen ( 39). Lamp Lamp voor dim- en grootlicht vervangen Bout 1 uitbouwen en instrumentenpaneel naar boven uit de houders trekken. Instrumentenpaneel opzijleggen.
8 Veerbeugel 3 losmaken uit de vergrendelingen en omhoogklappen. Lamp 4 verwijderen. Lamp 4 aanbrengen, daarbij op de juiste positie van de nok 5 letten. Veer 3 aanbrengen. Stekker 1 aansluiten. z Defecte gloeilamp vervangen. Lamp voor dim- en grootlicht H4 / 12 V / 55 W / 60 W Om het glas van de nieuwe gloeilamp niet te verontreinigen de lamp alleen bij de voet vastpakken. Instrumentenpaneel in de houders 2 aanbrengen. Rubber kap 2 aanbrengen.
8 Soort verlichting stadslicht Onderhoud 88 z Bout 1 aanbrengen. Lamp voor stadslicht vervangen Lamphouder 1 uit het koplamphuis trekken. De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Contact uitschakelen. Instrumentenpaneel uitbouwen zoals in het vorige hoofdstuk beschreven. Lamp uit de fitting trekken. Defecte gloeilamp vervangen. W5W / 12 V / 5 W Om het glas van de nieuwe lamp te beschermen tegen vervuiling, de lamp met een schone en droge doek vastpakken.
8 Lamphouder 1 in het koplamphuis aanbrengen. Instrumentenpaneel inbouwen zoals in het vorige hoofdstuk beschreven. Bout 1 verwijderen. Defecte gloeilamp vervangen. Soort verlichting voor richtingaanwijzers voor- Lamp voor richtingaanwijzers voor en achter vervangen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Contact uitschakelen. Lamp 2 door linksom draaien uit het lamphuis verwijderen.
8 Lamp voor achterlicht en remlicht vervangen schone en droge doek vastpakken. Motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Contact uitschakelen. Onderhoud 90 z Lamp 2 door rechtsom draaien in het lamphuis aanbrengen. Lampglas aan motorfietszijde in het lamphuis aanbrengen en sluiten. Twee bouten 1 uitbouwen en achterlicht verwijderen. Schroef 1 aanbrengen.
Luchtfilter Luchtfilterelement vervangen 8 91 Lamp 2 in fitting duwen en door linksom draaien uitbouwen. Onderhoud Kuipzijdeel rechts uitbouwen ( 99). Lamp 2 in de fitting drukken en door rechtsom draaien inbouwen. z Defecte lamp vervangen. Soort verlichting achter-/ remlicht Twee bouten 1 verwijderen. Verbindingsflens 2 verwijderen. Luchtaanzuigbuis 3 van het luchtfilterhuis losmaken, uit houder 4 verwijderen en terzijde draaien.
8 Onderhoud 92 Stekker 5 lostrekken. Gereinigd of nieuw luchtfilterelement 6 aanbrengen. De aanzuigbuis in bevestiging 4 aanbrengen. Stekker 5 aansluiten. De aanzuigbuis in de geleidingen 7 van het luchtfilterhuis aanbrengen. Hierbij erop letten dat de rubberafdichtingen van z Luchtfilterelement 6 verwijderen.
Bij starthulp de contactdoos niet gebruiken. Door contact tussen de poolklemmen van de startkabels en de motorfiets kan kortsluiting ontstaan. Alleen startkabels met volledig geïsoleerde poolklemmen gebruiken. Verbindingsflens 2 aanbrengen. Twee bouten 1 aanbrengen. Kuipzijdeel, rechts, inbouwen ( 99). Starthulp De bedrading naar de contactdoos is niet berekend op het starten van de motor m.b.v. hulpstartkabels. Een te hoge stroomsterkte kan tot brand of schade aan de boordelektronica leiden.
8 Onderhoud 94 z Afdekking 1 van de pluspool van de accu terugschuiven. De rode hulpstartkabel eerst op de pluspool 2 van de ontladen accu en daarna op de pluspool van de hulpaccu aansluiten. De zwarte hulpstartkabel op de minpool van de hulpaccu en daarna op de minpool 3 van de ontladen accu aansluiten. De motor van het stroomleverende voertuig tijdens de starthulp laten draaien. De motorfiets met de ontladen accu normaal starten.
Onderhoudsaanwijzingen Vakkundig onderhoud, lading en opslag verlengen de levensduur van de accu en zijn een voorwaarde voor eventuele garantieclaims. Om een lange levensduur van de accu te bereiken, moeten de volgende richtlijnen worden aangehouden: De bovenzijde van de accu goed schoon en droog houden Voor het opladen van de accu beslist de oplaadaanwijzingen op de volgende pagina's in acht nemen De accu niet ondersteboven houden. Een aangesloten accu wordt door de boordelektronica (klok enz.) ontladen.
bruik nemen de accu volledig opladen. 96 Accu uitbouwen Onderhoud 8 z De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. met diefstalbeveiligingsinstallatie SU Zo nodig het alarmsysteem uitschakelen. Contact uitschakelen. Middelste paneel uitbouwen ( 98). Grote warmte-isolatiemat 1 van accu losmaken. Rubberen spanband 2 losmaken en kleine warmte-isolatiemat 3 verwijderen. Afdekking 1 van de pluspool van de accu terugschuiven.
Accu inbouwen Accu uitbouwen ( 96). 8 De accu aanbrengen, hierbij ontluchtslang 4 aanbrengen. Eerst pluskabel 3 aansluiten. Daarna minkabel 2 aansluiten. De afdekking 1 over de accupluspool schuiven. Kleine warmte-isolatiemat 3 met aluminiumzijde naar buiten aanbrengen en met rubberen spanband 2 bevestigen. Grote warmte-isolatiemat 1 om accu heen vouwen. Middelste kuipdeel inbouwen ( 98). Klok instellen ( 29).
Kuipdelen 8 Middelste paneel uitbouwen Onderhoud 98 z Middelste kuipdeel inbouwen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Buddyseat uitbouwen ( 38). Voorgeschreven elektrolytpeil Tussen MIN- en MAX-markering Als het elektrolytpeil zich onder de MIN-markering bevindt: Gedestilleerd water tot het voorgeschreven peil bijvullen. Oliepeilstaaf 2 verwijderen. De bouten 1, links en rechts, losdraaien. Oliepeilstaaf 2 verwijderen en bekledingdeel verwijderen.
Kuipzijdeel, rechts, inbouwen Bouten 1 links en rechts aanbrengen, daarbij beginnen met de middelste bouten. Buddyseat inbouwen ( 39). 8 99 De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Middelste paneel uitbouwen ( 98). Draai de bout 3 los. Zijbekleding bij 4 uit de bevestiging trekken en verwijderen. Kuipzijdeel in de bevestiging 4 aanbrengen. De bouten 1 en 2 losdraaien. Breng de bout 3 aan.
Zijkuipdeel, links, inbouwen 8 Onderhoud 100 z Bouten 1 en 2 aanbrengen. Middelste kuipdeel inbouwen ( 98). De bouten 1 en 2 losdraaien. Kuipzijdeel achter het bovenste paneel 5 schuiven, vervolgens in de houder 4 aanbrengen. Zijkuipdeel, links, uitbouwen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Middelste paneel uitbouwen ( 98). Draai de bout 3 los. Zijbekleding bij 4 uit de bevestiging trekken en verwijderen. Breng de bout 3 aan.
8 Bouten 1 en 2 aanbrengen. Middelste kuipdeel inbouwen ( 98).
Onderhoud 8 102 z
Verzorging Onderhoudsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . 104 Wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 9 103 Lakonderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 Motorfiets buiten gebruik stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 Conservering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 Motorfiets in gebruik nemen . . . . . . . 106 Verzorging Reiniging kwetsbare motorfietsonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9 Verzorging 104 z Onderhoudsmiddelen Wassen BMW Motorrad adviseert reinigings- en onderhoudsmiddelen te gebruiken die bij uw BMW Motorrad Partner verkrijgbaar zijn. BMW CareProducts zijn in laboratoria en in de praktijk getest en maken een prima onderhoud en optimale bescherming van de op uw voertuig toegepaste materialen mogelijk. BMW Motorrad adviseert om insecten en hardnekkige vervuilingen op gelakte onderdelen vóór het wassen met BMW Insectenverwijderaar te behandelen.
Kuipdelen Kuipdelen met water en BMW kunststofreiniger schoonmaken. Kuipruit en koplampglazen van kunststof Verwijder vuil en insecten met een zachte spons en veel water. Hardnekkig vuil en insecten inweken door er een natte doek op te leggen. Chroom Verchroomde onderdelen bij inwerking van wegenzout met veel water en BMW autoshampoo zorgvuldig reinigen. Voor een aanvullende behandeling chroompoets gebruiken.
de lak op deze plaatsen conserveren. 106 Motorfiets buiten gebruik stellen Verzorging 9 z Motorfiets volledig aftanken. Motorfiets reinigen. Accu uitbouwen ( 96). De draaipunten van de remen koppelingshendel en van de midden- en zijstandaard met een geschikt smeermiddel inspuiten. Blanke en verchroomde onderdelen met zuurvrij vet (vaseline) insmeren. De motorfiets in een droge ruimte zodanig plaatsen dat beide wielen onbelast zijn.
Technische gegevens Storingstabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 Boutverbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Rijgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 10 107 Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 Versnellingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 Cardan . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10 Technische gegevens 108 z Storingstabel Motor slaat niet of pas na doorstarten aan. Oorzaak Verhelpen Noodstopschakelaar bediend Noodstopschakelaar in bedrijfsstand. Zijstandaard uitgeklapt en versnelling ingeschakeld Zijstandaard inklappen. Versnelling ingeschakeld en koppeling niet bediend De versnellingsbak in neutraal schakelen of de koppeling bedienen. Benzinetank leeg Tanken ( Accu leeg Accu opladen. 50).
Boutverbindingen Voorwiel Waarde Geldig 109 Steekas in telescoopvork M16 x 1,5 10 45 Nm M8 x 20 19 Nm Achterwiel Waarde Geldig Moer op steekas (achterwiel) M16 x 1,5 100 Nm Spanbouten (aandrijfketting) in achterbrug M8 x 70 10 Nm Spiegelsteun Waarde Borgmoer (spiegel) op stuurklemblok M18 x 1 20 Nm Klemstuk (spiegel) op stuurklemblok M10 x 1,25 30 Nm Geldig Technische gegevens Klemming steekas voor z
10 Technische gegevens 110 z Motor Motorconstructie Eencilinder viertaktmotor, DOHC met rollenkettingaandrijving, 4 d.m.v.
Aanbevolen brandstofkwaliteit Normaal loodvrij, (max. 10 % ethanol, E10) 91 ROZ/RON 87 AKI Nuttige tankinhoud Circa 14 l Reservehoeveelheid Circa 4 l Motorolie Motorolie-inhoud 2,3 l, Totale inhoud (met filtervervanging) 0,25 l, verschil tussen MIN en MAX Specificatie SAE 15W-50, API SJ / JASO MA2, Additieven (bijv.
10 Oliesoorten Technische gegevens 112 z BMW Motorrad adviseert geen additieven te gebruiken, omdat deze de werking van de koppeling kunnen verslechteren. BMW Motorrad adviseert de eerste 10000 km geen synthetische oliën te gebruiken. Vraag uw BMW Motorrad dealer naar de voor uw motorfiets geschikte motoroliën.
Cardan - constructie Kettingaandrijving Achterwielophanging - constructie Delta Box swingarm Secundaire overbrenging 2,938 Onderstel Voorwielophanging - constructie Telescoopvork Veerweg voor 170 mm, Bij wiel met verlaging SU 140 mm, Bij wiel Achterwielophanging - constructie Delta Box swingarm Veerweg achter 165 mm, Bij wiel met verlaging SU 130 mm, Bij wiel 10 113 Technische gegevens Cardan z
10 Technische gegevens 114 z Remmen Voorwielrem - constructie Hydraulisch bediende schijfrem met zwevende remklauw met 2 zuigers Remvoeringmateriaal voor Sintermetaal Achterwielrem - constructie Hydraulisch bediende schijfrem met zwevende remklauw met 1 zuigers Remvoeringmateriaal achter Organisch Wielen en banden Aanbevolen bandenparen Een overzicht van de actueel goedgekeurde banden krijgt u bij uw BMW Motorrad dealer of via internet onder "www.bmw-motorrad.com".
Constructie achterwiel met spaakwiel SU Gegoten aluminium, MT H2 Spaakwiel Velgmaat achterwiel 3,50" x 17" Bandenopschrift, achter 140 / 80 - 17 Bandenspanning Bandenspanning voor 2,2 bar, bij koude band Bandenspanning achter 2,5 bar, rijden zonder passagier, bij koude banden 2,9 bar, met duopassagier en belading, bij koude banden Elektrisch systeem Accu Accu Lood-zuuraccu Nominale accuspanning 12 V Accucapaciteit 12 Ah Bougies Fabrikant en benaming bougies NGK DR 8 EB Elektrodenafstand bo
10 Technische gegevens 116 z Lamp Lamp voor dim- en grootlicht H4 / 12 V / 55 W / 60 W Soort verlichting stadslicht W5W / 12 V / 5 W Soort verlichting achter-/remlicht P25-2 / 12 V / 5 W / 21 W Soort verlichting voor richtingaanwijzers voorzijde RY10W / 12 V / 10 W Soort verlichting voor richtingaanwijzers achterzijde RY10W / 12 V / 10 W Zekeringen Nominale stroom van zekering 1 (voor motorelektronica) 15 A Nominale stroom van zekering 2 (voor instrumentenpaneel, waarschuwingsknipperlichtins
7,5 A Nominale stroom van zekering 6 (voor instrumentenpaneel, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichtinstallatie, remlicht en optionele accessoires) 7,5 A Nominale stroom van zekering 7 (voor achterlicht en stadslicht) 4A Nominale stroom van zekering 8 (voor handvatverwarming) 4A Frame Frameconstructie Brugframe uit stalen profielen met vastgeschroefd achterframe Plaats van het typeplaatje Hoofdframe rechtsboven Locatie van het framenummer Rechts aan balhoofd 10 117 Technische gegevens
10 Technische gegevens 118 z Maten Lengte 2165 mm Hoogte 1390 mm, zonder bestuurder bij DIN rijklaar gewicht Breedte 920 mm, gemeten over de spiegels Zithoogte berijders-buddyseat 800 mm, zonder bestuurder bij ledig gewicht met verlaging SU met hoge buddyseat OA Binnenbeencurve berijder met verlaging SU met hoge buddyseat OA 770 mm, zonder bestuurder bij ledig gewicht 840 mm, zonder bestuurder bij ledig gewicht 1810 mm, zonder bestuurder bij ledig gewicht 1750 mm, zonder bestuurder bij ledig
Ledig gewicht 192 kg, DIN ledig gewicht, rijklaar, tank 90 % gevuld, zonder SU Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 380 kg Toelaatbare belading max 188 kg Rijgegevens Topsnelheid met vermogensreductie OA 170 km/h 145 km/h 10 119 Technische gegevens Gewichten z
Technische gegevens 10 120 z
Service BMW Motorrad Service . . . . . . . . . . . . 122 BMW Motorrad Mobiliteitsdiensten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 11 121 Onderhoudsbevestigingen . . . . . . . . . 124 Onderhoudsbevestigingen . . . . . . . . . 129 Service Onderhoudswerkzaamheden . . . . . .
11 Service 122 z BMW Motorrad Service Via ons wijdverbreide dealernetwerk staat BMW Motorrad u en uw motorfiets wereldwijd in 100 landen bij. De BMW Motorrad Partners beschikken over de technische informatie en de kennis om alle onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan uw BMW betrouwbaar te kunnen uitvoeren. De dichtstbijzijnde BMW Motorrad Partner vindt u op onze internetsite onder "www.bmwmotorrad.com".
BMW inrijcontrole De BMW inrijcontrole moet worden uitgevoerd tussen 500 km en 1200 km. houdstermijn wordt bereikt, moet het onderhoud eerder worden uitgevoerd. 11 123 De BMW servicebeurt wordt eenmaal per jaar uitgevoerd, de inhoud van de servicebeurt kan, afhankelijk van het bouwjaar van het voertuig en het aantal afgelegde kilometers variëren. Uw BMW Motorrad dealer bevestigt het uitgevoerde onderhoud en vult de termijn voor het volgende onderhoud in.
11 124 Onderhoudsbevestigingen BMW afleveringscontrole uitgevoerd Service op BMW-inrijcontrole uitgevoerd op Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk z op of, indien eerder bereikt, Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening
BMW Service BMW Service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening 11 125 Service BMW Service z
11 Service 126 z BMW Service BMW Service BMW Service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening
BMW Service BMW Service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening 11 127 Service BMW Service z
11 Service 128 z BMW Service BMW Service BMW Service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening
Onderhoudsbevestigingen De tabel dient voor het aantonen van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en van de ingebouwde optionele accessoires en uitgevoerde speciale acties.
11 Service 130 z Uitgevoerde werkzaamheden Bij km Datum
B Bagage Aanwijzing bij de belading, 42 Banden Adviezen, 78 Bandenspanning controleren, 37 Bandenspanningen, 115 Bandenspanningstabel, 11, 14 Inrijden, 47 Profieldiepte controleren, 78 Technische gegevens, 114 Boordgereedschap Inhoud, 68 Plaats op de motorfiets, 14 Bougies Technische gegevens, 115 Brandstof tanken, 50 Technische gegevens, 111 Vulopening, 13 Brandstofreserve gereden kilometers, 22 Waarschuwingsindicatie, 24 Buddyseat demonteren, 38 monteren, 38 Vergrendeling, 11 C Cardan Technische gegevens
12 Trefwoordenregister 132 z D Demping Instelelement, 13 instellen, 36 I Inrijden, 47 Instrumentenpaneel Overzicht, 15 E Elektrisch systeem Technische gegevens, 115 K Ketting Slijtage controleren, 77 Smeren, 76 Speling afstellen, 77 Speling controleren, 76 Waarschuwingsplaatje kettingspanning, 13 Kilometerteller Bedieningselement, 15 Terugzetten, 30 Klok Bedieningselement, 15 instellen, 29 Koelvloeistof Bijvullen, 74 Niveau-aanduiding, 11 Vloeistofpeil controleren, 74 Waarschuwing voor te hoge temper
M Maten Technische gegevens, 118 Mobiliteitsdiensten, 122 Motor Starten, 44 Technische gegevens, 110 Motorfiets Buiten gebruik stellen, 106 In gebruik nemen, 106 Neerzetten, 50 reinigen, 103 Vastbinden, 52 verzorgen, 103 Motorolie Bijvullen, 70 Oliepeilstaaf, 11 Peil controleren, 68 Technische gegevens, 111 Vulopening, 11 Multifunctioneel display, 15 Bedieningselement, 15 Overzicht, 20 Weergave selecteren, 30 N Noodstopschakelaar, 17 Bediening, 32 O Onderhoud Algemene aanwijzingen, 68 Onderhoudsbevestigin
12 Trefwoordenregister 134 z R Remblokken achter controleren, 71 Inrijden, 47 vooraan controleren, 70 Remmen Technische gegevens, 114 Veiligheidsaanwijzingen, 49 Werking controleren, 70 Remvloeistof Reservoir achter, 13 Reservoir voor, 13 Vulpeil achter controleren, 73 Vulpeil vooraan controleren, 72 Richtingaanwijzers bedienen, 31 Bedieningselement, 16 S Service, 122 Sleutel, 28 Snelheidsmeter, 15 Spiegels instellen, 35 Starten, 44 Bedieningselement, 17 Starten met hulpstartkabels, 93 Storingstabel, 1
W Waarschuwingen ABS, 24 Benzinereserve, 24 Koelvloeistoftemperatuur, 24 Weergave, 22 Waarschuwingsindicatieoverzicht, 23 Waarschuwingsknipperlichtinstallatie bedienen, 31 Bedieningselement, 18 Waarschuwingslampjes, 15 Overzicht, 21 Wielen Spaken controleren, 78 Technische gegevens, 114 Voorwiel inbouwen, 80 Voorwiel uitbouwen, 79 Wielmaat veranderen, 79 Z Zekeringen Plaats op de motorfiets, 14 Technische gegevens, 116 Vervangen, 85 12 135 Trefwoordenregister Verlichting Bedieningselement, 16 Dimlicht,
Trefwoordenregister 12 136 z
Afhankelijk van de uitvoering en de accessoires van uw motorfiets, maar ook bij speciale uitvoeringen voor bepaalde landen, kunnen afwijkingen t.a.v. afbeeldingen en teksten optreden. Hieruit kunnen geen aanspraken worden afgeleid. De opgegeven maten, gewichten en verbruiks- en prestatieopgaven kunnen binnen de gebruikelijke toleranties in geringe mate afwijken. Wijzigingen in constructie, uitrusting en accessoires voorbehouden. Vergissingen voorbehouden.
Belangrijke gegevens voor een tankstop: Benzine Aanbevolen brandstofkwaliteit Normaal loodvrij, (max. 10 % ethanol, E10) 91 ROZ/RON 87 AKI Nuttige tankinhoud Circa 14 l Reservehoeveelheid Circa 4 l Bandenspanning Bandenspanning voor 2,2 bar, bij koude band Bandenspanning achter 2,5 bar, rijden zonder passagier, bij koude banden 2,9 bar, met duopassagier en belading, bij koude banden BMW recommends Bestelnr.: 01 46 8 557 096 08.