Operation Manual
Als de gemeten waarde buiten
de toegestane tolerantie ligt:
Kettingspanning afstellen
( 76).
Kettingspanning afstellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Steekasmoer 1 losdraaien, zo
nodig aan de linkerzijde tegen-
houden.
Met stelbouten 2 links en
rechts de kettingspanning
afstellen.
Kettingspeling controleren
( 75).
Erop letten dat links en
rechts dezelfde waarde op de
schaal 3 wordt ingesteld.
Steekasmoer 1 met het voor-
geschreven aanhaalmoment
vastzetten, zo nodig aan de lin-
kerzijde tegenhouden.
Bevestiging steekas ach-
ter
100 Nm
Kettingslijtage
controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Verhoogde slijtage.
Als slijtage aan een onder-
deel van de kettingtandwielset
wordt geconstateerd, moet de
gehele set worden vervangen.
Ketting op het achterste uitein-
de van het kettingtandwiel naar
achteren trekken.
De toppen van de tanden moe-
ten nog binnen de schakels
blijven.
Als de kettingschakels voorbij de
toppen van de tanden kunnen
worden getild:
8
76
z
Onderhoud