Operation Manual
Voor een soepele demping,
stelschroef 1 in de richting van
pijl S draaien.
Basisinstelling uitgaande
slag achter
De onderste stelschroef tot
de aanslag rechtsom draaien
en vervolgens 0,5 omwen-
teling terug (Volle tank, met
berijder 85 kg)
Banden
Bandenspanning
controleren
Onjuiste bandenspanning
verslechtert de rijeigen-
schappen van de motorfiets en
reduceert de levensduur van de
banden.
Zorg voor een correcte
bandenspanning.
Een radiaal geplaatst ven-
tiel heeft de neiging om bij
hoge snelheden door de centrifu-
gaalkracht vanzelf open te gaan.
Om een plotseling banden-
spanningsverlies te voorkomen,
op het achterwiel een metalen
ventieldopje met rubber
afdichting gebruiken en dit goed
vastdraaien.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
De bandenspanning aan de
hand van de volgende gege-
vens controleren.
Bandenspanning voor
1,9 bar (Solo, bij banden-
temperatuur 20 °C)
2,1 bar (Met duopassagier
en/of belading, bij banden-
temperatuur 20 °C)
Bandenspanning achter
2,1 bar (Solo, bij banden-
temperatuur 20 °C)
2,3 bar (Met duopassagier
en/of belading, bij banden-
temperatuur 20 °C)
Als de bandenspanning te laag is:
Bandenspanning corrigeren.
Koplamp
Koplampafstelling rechts-/
linksrijdend verkeer
Bij het rijden in landen waar
aan de andere zijde van de
weg wordt gereden dan in het
land waar het kenteken van de
motorfiets is afgegeven, verblindt
het asymmetrische dimlicht het
tegemoetkomende verkeer.
Gaat u naar een specialist, bij
voorkeur een BMW Motorrad
dealer, om de koplamp aan de
4
37
z
Bediening