Operation Manual

De gereedheid van de
BMW Motorrad ASC wordt door
de zelfdiagnose gecontroleerd.
De zelfdiagnose vindt
automatisch plaats na het
inschakelen van het contact.
Fase 1
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
ASC-controle- en waar-
schuwingslampje knippert
langzaam.
Fase 2
Test van de te diagnosticeren
systeemcomponenten tijdens
het rijden (ten minste 5 km/h).
ASC-controle- en waar-
schuwingslampje knippert
langzaam.
ASC-zelfdiagnose afgesloten
Het ASC-controle- en waar-
schuwingslampje dooft.
Indien na het afsluiten van de
ASC-zelfdiagnose een ASC-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ASC-
functie ter beschikking staat.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad partner.
Inrijden
Motor
Tot de eerste inrijcontrole veel-
vuldig met wisselende belasting
en toerentallen rijden, langdurig
rijden met constante toerental-
len vermijden.
Kies indien mogelijk bochtige
en licht geaccidenteerde we-
gen, bij voorkeur geen auto-
snelwegen.
Inrijtoerentallen in acht nemen.
Inrijtoerental
<5000 min
-1
Na 500 - 1200 km de eerste
inrijcontrole laten uitvoeren.
Remblokken
Nieuwe remblokken moeten wor-
den ingereden, voordat deze hun
optimale remvertraging bereiken.
De iets geringere remwerking kan
worden gecompenseerd door de
remhendel/het rempedaal krachti-
ger te bedienen.
WAARSCHUWING
Nieuwe remblokken.
Verlenging van de remweg. Ge-
vaar voor ongevallen.
Vroeg remmen.
6
78
z
Rijden