Operation Manual

Oververhitting vanwege onvol-
doende koeling. In extreme ge-
vallen kan de motorfiets in brand
vliegen.
De motor niet onnodig statio-
nair laten draaien.
Na het starten direct
wegrijden.
Manipulaties
ATTENTIE
Wijzigingen van de motor-
fiets (bijv. motorregeleen-
heid, gaskleppen, koppeling).
Beschadiging van de betroffen
onderdelen, uitvallen veiligheids-
relevante functies. Bij schades
die door wijzigingen veroorzaakt
zijn, vervalt de garantie.
Geen manipulaties uitvoeren.
Controlelijst in acht
nemen
De volgende controlelijst ge-
bruiken om uw motorfiets re-
gelmatig te controleren.
Voor het begin van elke rit:
Werking van het remsysteem.
Werking van de verlichting en
signalering.
Werking koppeling controleren
( 111).
Bandenprofieldiepte controle-
ren ( 113).
Veilige bevestiging van de kof-
fer en bagage.
Bij iedere derde tankstop:
zonder Electronic Suspension
Adjustment (ESA)
SU
Veervoorspanning achterwiel
instellen ( 52).
Demping achterwiel instellen
( 54).
met Electronic Suspension Ad-
justment (ESA)
SU
Rijwielgedeelte instellen
( 55).
Motoroliepeil controleren
( 105).
Remblokdikte, voor, controleren
( 107).
Remblokdikte, achter, controle-
ren ( 108).
Remvloeistofpeil, voor, contro-
leren ( 109).
Remvloeistofpeil, achter, con-
troleren ( 110).
Koelvloeistofpeil controleren
( 111).
Ketting smeren ( 113).
Kettingspeling controleren
( 113).
6
75
z
Rijden