Operation Manual
Ketting met behulp van een
schroevendraaier omhoog
drukken en verschil A meten.
Kettingspeling
30...40 mm (Motorfiets onbe-
last en op de zijstandaard)
met verlaging
SU
20...30 mm (Motorfiets onbe-
last en op de zijstandaard)
Als de gemeten waarde buiten
de toegestane tolerantie ligt:
Kettingspanning afstellen
( 114).
Kettingspanning afstellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Steekasmoer 1 losdraaien.
Borgmoeren 2 links en rechts
losdraaien.
Met stelbouten 3 links en
rechts de kettingspanning
afstellen.
Kettingspeling controleren
( 113).
Erop letten dat links en
rechts dezelfde waarde op de
schaal 4 wordt ingesteld.
Borgmoeren 2 links en
rechts met aanhaalmoment
vastdraaien.
Borgmoer van de ket-
tingspanbout
19 Nm
Steekasmoer 1 met het voor-
geschreven aanhaalmoment
vastdraaien.
Steekas achter in achter-
brug
100 Nm
Kettingslijtage
controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
1e versnelling inschakelen.
Achterwiel in rijrichting draaien,
tot de ketting gespannen is.
9
114
z
Onderhoud