Operation Manual
Benzine zet uit onder in-
vloed van warmte. Bij een
te volle benzinetank kan benzine
naar buiten stromen en op het
wegdek terechtkomen. Dit werkt
de kans op vallen in de hand.
De benzinetank niet teveel
vullen.
Benzine tast kunststofop-
pervlakken aan; deze wor-
den mat of lelijk.
Reinig kunststofdelen onmiddel-
lijk na contact met brandstof.
De motorfiets op de zijstan-
daard plaatsen en erop letten
dat de ondergrond vlak en ste-
vig is.
Alleen als de motorfiets op
de zijstandaard staat kan de
beschikbare tankinhoud optimaal
worden benut.
Tankdopklep openklappen.
Tankdop met de contactsleutel
ontgrendelen en opklappen.
De tank dan ook slechts tot
aan de onderzijde van de vul-
pijp vullen.
Als wordt getankt nadat
het peil onder de reser-
vehoeveelheid is gedaald, moet
de hoeveelheid brandstof na het
tanken groter zijn dan de reser-
vehoeveelheid om het nieuwe
peil te kunnen herkennen en het
brandstofwaarschuwingslampje
uit te schakelen.
De in de technische ge-
gevens aangegeven "nut-
tige hoeveelheid te vullen brand-
stof" is de hoeveelheid brand-
stof waarmee de tank kan wor-
den gevuld wanneer de tank
leeggereden is, dus wanneer de
motor door brandstofgebrek is
uitgegaan.
Nuttige tankinhoud
Circa 16 l
5
72
z
Rijden