Operation Manual
den na elkaar alle ingeschakelde
waarschuwings- en controlelam-
pen in omgekeerde volgorde uit-
geschakeld.
Als de wijzer niet bewoog of een
van de waarschuwings- en con-
trolelampjes niet ging branden:
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
ABS-Zelfdiagnose
De gereedheid van het
BMW Motorrad ABS wordt door
de zelfdiagnose gecontroleerd.
De zelfdiagnose vindt
automatisch plaats na het
inschakelen van het contact.
Voor de controle van de
wielsensoren moet de motorfiets
enkele meters rijden.
Fase 1:
Controle van de systeemcompo-
nenten bij stilstand.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
Fase 2:
Controle van de wielsensoren bij
het wegrijden.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
ABS-zelfdiagnose beƫindigd
Het ABS-waarschuwingslampje
dooft.
Opletten of alle
waarschuwings- en controle-
lampen worden weergegeven.
Indien na het afsluiten van de
ABS-zelfdiagnose een ABS-sto-
ring wordt weergegeven.
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ABS-
functie ter beschikking staat.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
ASC-zelfdiagnose
met automatische stabiliteitsre-
geling (ASC)
SU
De gereedheid van de
BMW Motorrad ASC wordt door
de zelfdiagnose gecontroleerd.
De zelfdiagnose vindt
automatisch plaats na het
inschakelen van het contact.
Fase 1:
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
Waarschuwingslamp ASC
knippert langzaam.
Fase 2:
Test van de te diagnosticeren
systeemcomponenten tijdens
het rijden (ten minste 5 km/h).
5
66
z
Rijden