Operation Manual
Motorsymbool wordt weer-
gegeven.
De motor draait in de nood-
loopfunctie. Het rijgedrag
kan abnormaal worden.
Rijstijl aanpassen. Sterke ac-
celeratie en inhaalmanoeuvres
vermijden.
Mogelijke oorzaak:
De motorregeleenheid heeft een
storing geregistreerd. In uitzon-
deringsgevallen slaat de motor
af en kan niet meer worden ge-
start. Anders draait de motor in
de noodloopfunctie.
Verder rijden mogelijk, het mo-
torvermogen staat echter niet
zoals gewend ter beschikking.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
Lamp defect
Algemene waarschuwings-
lamp brandt geel.
+ "LAMP" wordt weerge-
geven.
Een defecte lamp bij een
motorfiets vormt een vei-
ligheidsrisico, omdat de machine
door andere verkeersdeelnemers
sneller over het hoofd wordt ge-
zien.
Defecte gloeilampen zo snel mo-
gelijk vervangen; bij voorkeur al-
tijd een set geschikte reserve-
lampen meenemen.
Mogelijke oorzaak:
Gloeilamp defect.
Door middel van visuele con-
trole defecte gloeilampen op-
sporen.
Gloeilamp groot- en dimlicht
vervangen ( 111).
Gloeilamp stadslicht vervangen
( 112).
LED voor rem- en achterlicht
vervangen ( 113).
Lamp voor knipperlichten voor
en achter vervangen ( 113).
Waarschuwing
buitentemperatuur
met boordcomputer
SU
"x.x °C" (de omgevingstempe-
ratuur) knippert.
Mogelijke oorzaak:
De bij de motorfiets gemeten
omgevingstemperatuur is lager
dan 3 °C:
De buitentemperatuurwaar-
schuwing sluit niet uit dat
gladheid ook bij gemeten tempe-
raturen boven 3 °C kan voorko-
men.
Bij lage buitentemperaturen moet
vooral op bruggen en schaduw-
rijke wegen rekening worden ge-
houden met gladheid.
Vooruitziend rijden.
3
33
z
Aanduidingen