Operation Manual
Fase 2:
De algemene waarschuwings-
lamp wisselt van geel naar
rood.
Fase 3:
De wijzers van de toerenteller
en de snelheidsmeter gaan
terug. Tegelijkertijd worden
na elkaar alle ingeschakelde
waarschuwings- en controlelam-
pen in omgekeerde volgorde
uitgeschakeld.
Als een wijzer niet bewoog of
een van de waarschuwings- en
controlelampen niet ging bran-
den:
Indien één van de waar-
schuwingslampen niet kan
worden ingeschakeld, kunnen
mogelijke functiestoringen niet
worden weergegeven.
Opletten of alle waarschuwings-
en controlelampen worden
weergegeven.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
ABS-zelfdiagnose
De juiste werking van het BMW
Motorrad ABS wordt door de
zelfdiagnose gecontroleerd. De
zelfdiagnose vindt automatisch
plaats na het inschakelen van het
contact. Voor de controle van de
wielsensoren moet de motorfiets
enkele meters rijden.
Fase 1:
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
Fase 2:
Controle van de wielsensoren
bij het wegrijden.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
ABS-zelfdiagnose afgesloten
Het waarschuwingslampje ABS
dooft.
Indien na het afsluiten van de
ABS-zelfdiagnose een ABS-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ABS-
functie beschikbaar is.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
ASC-zelfdiagnose
met ASC
SU
De gereedheid van het BMW
Motorrad ASC wordt door de
zelfdiagnose gecontroleerd. De
zelfdiagnose vindt automatisch
plaats na het inschakelen van het
contact.
5
64
z
Rijden