Operation Manual
drie dempingsinstellingen ter be-
schikking.
Instelling oproepen
Contact inschakelen.
Toets 1 bedienen om de actu-
ele instellingen te laten weer-
geven.
De ingestelde demping wordt
weergegeven op het multifuncti-
onele display in het gedeelte 1.
De meldingen hebben de vol-
gende betekenis:
COMF comfortabele demping
NORM normale demping
SPORt sportieve demping
De weergave wordt na korte
tijd automatisch weer verbor-
gen.
Rijwielgedeelte instellen
Contact inschakelen.
Toets 1 bedienen om de actu-
ele instellingen te laten weer-
geven.
Om een andere demping in te
stellen:
Toets 1 zo vaak bedienen
totdat de gewenste instelling
wordt weergegeven.
De demping kan tijdens het
rijden worden ingesteld.
Wordt de toets 1 langere tijd
niet bediend, dan wordt de
demping zoals weergegeven
ingesteld.
Na afsluiting van de instelling
verdwijnt de ESA-weergave.
4
54
z
Bediening