Operation Manual
Boordgereedschap 1 verwijde-
ren.
Niet-optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoorspan-
ning aanpassen.
Om de veervoorspanning te
verhogen, handwiel 2 met be-
hulp van het boordgereed-
schap rechtsom draaien.
Om de veervoorspanning te
verlagen, handwiel 2 met be-
hulp van het boordgereed-
schap linksom draaien.
Basisinstelling veervoor-
spanning achter
Stelschroef tot de aanslag
linksom draaien (Volle tank,
met berijder 85 kg)
met verlaging
SU
Stelschroef tot de aanslag
linksom draaien, dan de veer
met 5 klikken voorspan-
nen. (Volle tank, met berijder
85 kg)
Boordgereedschap weer op-
bergen.
Buddyseat aanbrengen ( 54).
Demping
Instelling
De demping moet aan de veer-
voorspanning en de wegomstan-
digheden worden aangepast.
Een oneffen wegdek vereist
een soepelere demping dan
een effen wegdek.
Een verhoging van de veer-
voorspanning vereist een stug-
gere demping, een verlaging
van de veervoorspanning een
zachtere demping.
Demping achterwiel
instellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
4
50
z
Bediening