Operation Manual

10 met boordcomputer (SU)
De streepjes geven de
koelvloeistoftemperatuur
aan.
11 met boordcomputer (SU)
Versnellingsindicatie, in de
neutraalstand wordt "N"
weergegeven
12 met boordcomputer (SU)
Benzinepeil
De liggende balken bo-
ven het benzinepompsym-
bool geven de resterende
benzinevoorraad aan. De
bovenste balk is vergroot
weergegeven en komt
overeen met een bedui-
dend grotere hoeveelheid
benzine dan de andere bal-
ken.
13 met boordcomputer (SU)
Waardenbereik ( 40)
14 in het waardenbereik wordt
een waarschuwingsmelding
weergegeven ( 27)
Betekenis van de
symbolen
met boordcomputer
SU
afgelegde afstand na het
bereiken van de reserve-
hoeveelheid in km ( 25)
Gemiddeld verbruik in l/
100 km
Gemiddelde snelheid in km/
h
Momenteel brandstofver-
bruik l/100 km
Omgevingstemperatuur in
°C ( 26)
3
23
z
Aanduidingen