Handleiding F 650 GS BMW Motorrad BMW maakt rijden geweldig
Motorfiets-/dealergegevens Motorfietsgegevens Dealergegevens Model Contactpersoon in de werkplaats Framenummer Mevrouw/de heer Kleurnummer Telefoonnummer Afgiftedatum kentekenbewijs deel 1 Kenteken Dealeradres/telefoon (firmastempel)
Welkom bij BMW Wij zijn blij dat u voor een motorfiets van BMW hebt gekozen en begroeten u in de kring van BMW rijders/rijdsters. Maakt u zich vertrouwd met uw machine, zodat u zich zeker en veilig in het verkeer kunt bewegen. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u met uw nieuwe BMW de weg op gaat. Deze handleiding geeft u alle belangrijke informatie m.b.t. de bediening van uw BMW en het gebruik van al zijn technische mogelijkheden.
Inhoud Maak eveneens gebruik van het trefwoordenregister achter in deze handleiding, om een bepaald onderwerp snel te kunnen vinden. 1 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Afkortingen en symbolen . . . . . 6 Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Technische gegevens . . . . . . . . 7 Actualiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2 Overzichten . . . . . . . . . . . . . . 9 Linker zijaanzicht . . .
6 Techniek in detail . . . . . . 69 Remsysteem met BMW Motorrad ABS . . . . . . . . . . . . . . . 70 Bandenspanningscontrole RDC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 7 Accessoires . . . . . . . . . . . . . Algemene aanwijzingen . . . . . Contactdozen . . . . . . . . . . . . . . . Bagage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Koffers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Topcase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 76 76 77 77 80 8 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . .
Algemene aanwijzingen Algemene aanwijzingen Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Afkortingen en symbolen . . . . . . . . . . . . 6 1 5 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . 7 Actualiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Algemene aanwijzingen Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Algemene aanwijzingen 6 z Overzicht In hoofdstuk 2 van deze handleiding vindt u een eerste overzicht van uw motorfiets. In hoofdstuk 11 worden alle uitgevoerde onderhouds- en reparatiewerkzaamheden gedocumenteerd. Voor coulanceregelingen is het absoluut noodzakelijk dat kan worden aangetoond dat de vereiste onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd. Mocht u uw BMW verkopen, denkt u er dan a.u.b. aan om ook de handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen - de handleiding hoort bij de motorfiets.
Bij de aanschaf van uw BMW motorfiets hebt u gekozen voor een model met een individuele uitrusting. Deze handleiding beschrijft alle door BMW aangeboden speciale uitrustingen (SU) en optionele accessoires (OA). Hebt u er a.u.b. begrip voor dat ook uitrustingsvarianten worden beschreven die u mogelijk niet gekozen hebt. Tevens zijn landspecifieke afwijkingen van de afgebeelde motorfiets mogelijk.
Algemene aanwijzingen 1 8 z
Overzichten Overzichten Linker zijaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Rechter zijaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 2 9 Onder de bekleding . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Combischakelaar links . . . . . . . . . . . . . . 16 Combischakelaar rechts . . . . . . . . . . . . 17 Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Overzichten Onder de buddyseat . . . . . . . . . . . . . . . .
Overzichten 2 10 z
1 2 3 Contactdoos ( 76) Buddyseatslot ( 53) Vulopening motorolie en oliepeilstaaf ( 87) 2 11 Overzichten Linker zijaanzicht z
Overzichten 2 12 z
1 2 3 4 5 6 7 Benzinevulopening ( 65) Remvloeistofreservoir, achter ( 92) Framenummer, typeplaatje (op balhoofd) Remvloeistofreservoir, voor ( 91) Weergave koelvloeistofpeil (achter de zijbekleding) ( 93) Instelling van de veervoorspanning ( 49) Instelling van de demping ( 50) 2 13 Overzichten Rechter zijaanzicht z
2 Onder de buddyseat 1 14 Overzichten 2 z 3 4 5 6 7 Opbergruimte met EHBO-doos OA Plaats van de EHBO-doos Standaard gereedschapsset ( 86) Beladingstabel Bandenspanningstabel Helmhaak ( 54) Handleiding Gereedschap voor instelling veervoorspanning ( 49)
1 2 Accu ( 114) Luchtfilterhuis ( 112) 2 15 Overzichten Onder de bekleding z
2 Combischakelaar links 1 16 Overzichten 2 z 3 4 5 Weergave in het uitgebreide bereik selecteren ( 40) met BMW Motorrad ABS SU Bediening van het ABS ( 47) Claxon Richtingaanwijzers links ( 44) Alarmknipperlichten ( 45) Grootlicht en lichtsignaal ( 43)
2 1 17 2 3 4 5 Noodstopschakelaar ( 46) Startknop ( 59) met handvatverwarming SU Bediening van de handvatverwarming ( 46) Richtingaanwijzers rechts ( 44) Alarmknipperlichten ( 45) Richtingaanwijzers uit ( 44) Waarschuwingsknipperlichten uit ( 45) Overzichten Combischakelaar rechts z
2 Overzichten 18 Instrumentenpaneel 1 2 3 4 5 z 6 Waarschuwings- en controlelampen ( 24) Snelheidsmeter Klok instellen ( 39). met boordcomputer SU Bediening stopwatch ( 42) Multifunctioneel display ( 22) Weergave selecteren ( 40). Dagteller terugzetten ( 41).
Toerenteller 2 19 Overzichten 7 z
Overzichten 2 20 z
Aanduidingen Aanduidingen Multifunctioneel display . . . . . . . . . . . . . 22 Betekenis van de symbolen . . . . . . . . . 23 3 21 Onderhoudsmelding . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Afgelegde afstand na het bereiken van de brandstofreserve . . . . . . . . . . . . 25 Omgevingstemperatuur . . . . . . . . . . . . . 26 Bandenspanningen . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Aanduidingen Waarschuwings- en controlelampen . . . . . . . . . . . . . . . .
3 Multifunctioneel display 22 1 2 Aanduidingen 3 z 4 5 6 7 8 9 Dagteller ( 40) Waarschuwing motorelektronica ( 31) met boordcomputer SU Stopwatch ( 42) Tijd ( 39) met bandenspanningscontrole (RDC) SU Bandenspanningen ( 26) Waarschuwing voor koelvloeistoftemperatuur ( 30) Onderhoud moet binnenkort worden uitgevoerd ( 25) Waardenbereik ( 40) met boordcomputer SU Symbolen voor het verduidelijken van de weergegeven waarde ( 23)
Betekenis van de symbolen 3 met boordcomputer SU 23 afgelegde afstand na het bereiken van de reservehoeveelheid in km ( 25) Gemiddeld verbruik in l/ 100 km Gemiddelde snelheid in km/ h Momenteel brandstofverbruik l/100 km Omgevingstemperatuur in °C ( 26) Aanduidingen 10 – met boordcomputer (SU) De streepjes geven de koelvloeistoftemperatuur aan.
3 Waarschuwings- en controlelampen 24 1 Aanduidingen 2 3 4 z 5 6 7 8 Waarschuwingslamp oliedruk ( 31) met BMW Motorrad ABS SU ABS-waarschuwingslamp ( 32) Waarschuwingslamp voor benzinereserve ( 30) Algemene waarschuwingslamp, in combinatie met waarschuwingsindicaties op het display ( 27) Grootlichtcontrolelamp Controlelamp richtingaanwijzers rechts Controlelamp neutraal Controlelamp voor richtingaanwijzers, links Het ABS-symbool kan afhankelijk van het betreffende land zo nodig afwijkend worden we
Als de resterende tijd tot de volgende service minder dan een maand is, dan wordt de servicedatum 1 aansluitend op de PreRide-Check korte tijd weergegeven. Maand en jaar worden, gescheiden door een dubbele punt twee- of viercijferig weergegeven, in dit voorbeeld betekent de weergave "maart 2011". Als in een jaar veel kilometers worden gereden, kan het voorkomen dat het onderhoud eerder moet worden uitgevoerd.
3 26 lometerteller wordt teruggezet als de totale hoeveelheid bij het tanken groter is dan de brandstofreserve. Bandenspanningen met bandenspanningscontrole (RDC) SU Aanduidingen Omgevingstemperatuur z met boordcomputer SU Als de motorfiets stilstaat kan de warmte van de motor de meting van de omgevingstemperatuur beïnvloeden. Als de invloed van de warmte van de motor te groot wordt, wordt tijdelijk -- weergegeven.
Weergave waarschuwingslamp rood of geel branden. Waarschuwingen worden door de betreffende waarschuwingslamp weergegeven. Waarschuwingen waarvoor geen afzonderlijke waarschuwingslamp beschikbaar is, worden door de algemene waarschuwingslamp 1 in combinatie met een waarschuwingsindicatie of een waarschuwingssymbool op het multifunctioneel display weergegeven.
3 28 Waarschuwingsindicatieoverzicht Waarschuwingslamp Aanduidingen op het display Aanduidingen Brandt geel z + "EWS" wordt weergegeven Brandt Betekenis EWS actief ( 30) Benzinereserve bereikt ( 30) Brandt rood Knippert Koelvloeistoftemperatuur te hoog ( 30) Brandt geel wordt weergegeven Motor in noodloopfunctie ( Knippert Brandt geel Brandt geel Motoroliedruk te laag ( + "LAMP" wordt weergegeven Lamp defect ( "x.
Aanduidingen op het display Betekenis 3 Knippert ABS-zelfdiagnose niet beëindigd ( Brandt ABS uitgeschakeld ( Brandt ABS-storing ( 32) 33) 33) Brandt geel + "x.x" knippert Bandenspanning in het grensgebied van de toelaatbare tolerantie ( 33) Knippert rood + "x.
3 30 EWS actief Algemene waarschuwingslamp brandt geel. Aanduidingen + "EWS" wordt weergegeven. z Mogelijke oorzaak: De gebruikte sleutel is niet bevoegd als startsleutel of de communicatie tussen sleutel en motorelektronica heeft een storing. Reservesleutels verwijderen van de gebruikte startsleutel. Reservesleutel gebruiken. De defecte sleutel bij voorkeur bij een BMW Motorrad dealer laten vervangen. Benzinereserve bereikt Waarschuwingslamp benzinereserve brandt.
Algemene waarschuwingslamp brandt geel. Motorsymbool wordt weergegeven. De motor draait in de noodloopfunctie. Het rijgedrag kan abnormaal worden. Rijstijl aanpassen. Sterke acceleratie en inhaalmanoeuvres vermijden. Mogelijke oorzaak: De motorregeleenheid heeft een storing geregistreerd. In uitzonderingsgevallen slaat de motor af en kan niet meer worden gestart. Anders draait de motor in de noodloopfunctie. Verder rijden mogelijk, het motorvermogen is echter niet zoals gewend beschikbaar.
tijd een set geschikte reservelampen meenemen. 32 Mogelijke oorzaak: Gloeilamp defect. Door middel van visuele controle defecte gloeilampen opsporen. Gloeilamp groot- en dimlicht vervangen ( 105). Gloeilamp stadslicht vervangen ( 106). Gloeilamp rem- en achterlicht vervangen ( 107). Gloeilampen richtingaanwijzers, voor en achter, vervangen ( 107). Aanduidingen 3 z IJswaarschuwing met boordcomputer SU "x.x °C" (de omgevingstemperatuur) knippert.
ABS uitgeschakeld met BMW Motorrad ABS SU Waarschuwingslamp ABS brandt. Mogelijke oorzaak: Het ABS-systeem is door de berijder uitgeschakeld. met BMW Motorrad ABS SU ABS-functie inschakelen ( 47). ABS-storing met BMW Motorrad ABS SU Waarschuwingslamp ABS brandt. Mogelijke oorzaak: De ABS-regeleenheid heeft een storing opgemerkt. De ABSfunctie is niet beschikbaar. Verder rijden mogelijk. Houd er rekening mee dat geen ABSfunctie beschikbaar is.
3 Aanduidingen 34 z + "x.x" (de kritische bandenspanning) knippert. Mogelijke oorzaak: De gemeten bandenspanning ligt buiten de toelaatbare tolerantie. Banden op beschadigingen en bruikbaarheid controleren. Als de banden nog bruikbaar zijn: Onjuiste bandenspanning verslechtert de rijeigenschappen van de motorfiets. De rijstijl altijd aan de onjuiste bandenspanning aanpassen. Bij de eerstvolgende gelegenheid de bandenspanning corrigeren.
--" wordt Mogelijke oorzaak: Er zijn wielen zonder RDC-sensoren gemonteerd. De set wielen laten voorzien van RDC-sensoren. Mogelijke oorzaak: Een of twee RDC-sensoren zijn uitgevallen. De storing bij een specialist laten controleren, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Mogelijke oorzaak: Er is een systeemstoring aanwezig. De storing bij een specialist laten controleren, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer.
Aanduidingen 3 36 z
Bediening Bediening Contact- en stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . 38 Veervoorspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Elektronische wegrijblokkering EWS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Demping . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Stopwatch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Contact- en stuurslot 38 U ontvangt twee hoofdsleutels en een noodsleutel. De noodsleutel is klein en licht uitgevoerd om deze bijv. in een portemonnee mee te kunnen nemen. Hij kan worden gebruikt als geen hoofdsleutel aanwezig is, maar is niet geschikt voor permanent gebruik. Neem bij verlies van een sleutel a.u.b. de opmerkingen over de elektronische wegrijblokkering EWS ( 39) in acht. Het contact- en stuurslot, het tankdopslot, alsmede het buddyseatslot worden met dezelfde sleutel bediend.
Sleutel in stand 3 draaien, hierbij het stuur wat bewegen. Contact, verlichting en alle circuits uitgeschakeld. Stuurslot vergrendeld. De sleutel kan worden verwijderd. Elektronische wegrijblokkering EWS De elektronica in de motorfiets analyseert via een ringantenne in het contactslot de in de sleutel opgeslagen gegevens.
Weergave 4 Weergave selecteren 40 Contact inschakelen. met bandenspanningscontrole (RDC) SU Bandenspanningen Bediening evt. waarschuwing z met boordcomputer SU Toets 1 bediend houden, tot de uren 3 gaan knipperen. Toets zo vaak bedienen, tot de gewenste uren worden weergegeven. Toets bedienen tot de minuten 4 gaan knipperen. Toets zo vaak bedienen, tot de gewenste minuten worden weergegeven. Toets ingedrukt houden, tot de minuten niet meer knipperen. Instelling afgesloten.
Gemiddelde snelheid in km/ h 4 Gemiddeld verbruik in l/ 100 km 41 afgelegde afstand sinds het bereiken van de brandstofreserve in km Dagteller terugzetten Contact inschakelen. Gewenste dagteller selecteren. Toets 2 ingedrukt houden, tot de dagteller is teruggezet. Gemiddelde waardes terugzetten met boordcomputer SU Contact inschakelen. Gemiddeld verbruik of gemiddelde snelheid selecteren. Toets 1 ingedrukt houden, tot de weergegeven waarde is teruggezet.
4 Stopwatch Bediening 42 z puter moet via toets 2 worden bediend. De stopwatch loopt op de achtergrond verder, als tussentijds wordt omgeschakeld naar de kilometerteller. De stopwatch loopt eveneens door, wanneer tussentijds het contact wordt afgezet. Stopwatch bedienen Als alternatief voor de kilometerteller kan de stopwatch 3 worden weergegeven. De weergave vindt plaats in uren, minuten, seconden en tienden van seconden.
OFF: Bediening stopwatch via toets 2 in het instrumentenpaneel. Om de voorgenomen instelling op te slaan, toets 1 en toets 2 tegelijkertijd bedienen en vasthouden tot de weergave wijzigt. grootlicht in te schakelen of het lichtsignaal te bedienen. 4 Grootlicht en lichtsignaal 43 Bediening Toetsfuncties wijzigen Verlichting Parkeerlicht Toets 1 en toets 2 tegelijkertijd ingedrukt houden, tot de weergave verandert. FLASH (weergave toerentalwaarschuwing) en ON of OFF worden weergegeven.
richtingaanwijzers automatisch uitgeschakeld. 4 Bediening 44 z Direct na het uitschakelen van het contact toets 1 ingedrukt houden, tot het parkeerlicht wordt ingeschakeld. Contact in- en weer uitschakelen om het parkeerlicht uit te schakelen. Toets 1 bedienen om de richtingaanwijzers links in te schakelen. Toets 2 bedienen om de richtingaanwijzers rechts in te schakelen. Richtingaanwijzers Richtingaanwijzer bedienen Contact inschakelen.
Alarmknipperlichten 4 Alarmknipperlichten bedienen 45 De waarschuwingsknipperlichtinstallatie belast de accu. De waarschuwingsknipperlichten slechts voor een beperkte tijdsduur inschakelen. Als met ingeschakeld contact een richtingaanwijzertoets wordt ingedrukt, dan vervangt de richtingaanwijzerfunctie gedurende het indrukken de waarschuwingsknipperlichtfunctie. Als de richtingaanwijzertoets niet meer wordt bediend, is de waarschuwingsknipperlichtfunctie weer actief.
4 Noodstopschakelaar Bediening 46 z 1 Noodstopschakelaar Bediening van de noodstopschakelaar tijdens het rijden kan een blokkerend achterwiel en daardoor een val tot gevolg hebben. De noodstopschakelaar nooit tijdens het rijden bedienen. Met behulp van de noodstopschakelaar kan de motor op eenvoudige wijze snel worden afgezet. a b Bedrijfsstand Motor uitgeschakeld. Handvatverwarming met handvatverwarming SU 1 Schakelaar handvatverwarming De stuurgrepen kunnen in twee fasen worden verwarmd.
ter behoud van de startcapaciteit de handgreepverwarming uitgeschakeld. 2 3 4 Verwarming uit. 50 % verwarming (één stip zichtbaar). 100 % verwarming (drie stippen zichtbaar). BMW Motorrad ABS met BMW Motorrad ABS SU ABS-functie uitschakelen Motorfiets stoppen resp. bij stilstaande motorfiets contact aanzetten. ABS-functie inschakelen 4 Toets 1 ingedrukt houden, tot de aanduiding van het waarschuwingslampje ABS verandert. Waarschuwingslamp ABS brandt. Toets 1 binnen twee seconden loslaten.
4 Bediening 48 z Rem Als alternatief kan ook het contact worden uit- en weer ingeschakeld. Remhendel instellen Als de stand van het remvloeistofreservoir wordt veranderd, kan er lucht in het remsysteem komen. Zowel de stuurhendel als het stuur niet verdraaien. Als de ABS-lamp na het uitschakelen en weer inschakelen van het contact blijft branden, is een ABS-storing aanwezig. Koppeling Koppelingshendel instellen Het instellen van de koppelingshendel tijdens het rijden kan tot ongevallen leiden.
Spiegelarm verstellen Spiegel verstellen Instelling Beschermkap 1 over de schroefdraadbevestiging op de spiegelarm omhoog schuiven. Moer 2 losdraaien. Spiegelarm in de gewenste stand draaien. De moer met het juiste aantrekkoppel aantrekken, hierbij de spiegelarm vasthouden. Contramoer (spiegel) op klemstuk Spiegel door verdraaien in de gewenste positie brengen. 4 49 Veervoorspanning De stelschroef kan gemakkelijker worden verdraaid, wanneer daarbij de handremhendel naar voren wordt gedrukt.
Demping van de veervoorspanning aanpassen. 4 Bediening 50 Boordgereedschap 1 verwijderen. z Om de veervoorspanning te verhogen, handwiel 2 met behulp van het boordgereedschap rechtsom draaien. Om de veervoorspanning te verlagen, handwiel 2 met behulp van het boordgereedschap linksom draaien.
Basisinstelling achterwieldemping Demping met stelschroef 1 instellen. Stelschroef tot de aanslag rechtsom draaien, dan 2 omwenteling terug draaien. (Volle tank, met berijder 85 kg) Banden Bandenspanning controleren Voor een stuggere demping, stelschroef 1 in de richting van de pijl H draaien Onjuiste bandenspanning verslechtert de rijeigenschappen van de motorfiets en reduceert de levensduur van de banden. Zorg voor een correcte bandenspanning.
4 Bediening 52 z Bandenspanning achter 2,4 bar (Solo, bij bandentemperatuur 20 °C) 2,8 bar (Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur 20 °C) Als de bandenspanning te laag is: Bandenspanning corrigeren. Koplamp Koplampafstelling rechts-/ linksrijdend verkeer Bij het rijden in landen waar aan de andere zijde van de weg wordt gereden dan in het land waar het kenteken van de motorfiets is afgegeven, verblindt het asymmetrische dimlicht het tegemoetkomende verkeer.
Basisinstelling koplamp 4 Bouten 1 links en rechts losdraaien. Koplamp door deze iets te kantelen zo instellen, dat de punt 2 naar markering 3 wijst. Bouten 1 links en rechts vastzetten. Buddyseat Buddyseat verwijderen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Buddyseatslot 1 met de contactsleutel linksom draaien en vasthouden en hierbij de buddyseat aan de voorzijde ondersteunend naar beneden drukken. Buddyseat 2 aan de voorzijde optillen en de sleutel loslaten.
4 Buddyseat aanbrengen den beschadigd door de hitte van de uitlaatdemper. De helm indien mogelijk aan de rechterzijde van de motorfiets bevestigen. Bediening 54 z Buddyseat in de houders 3 aanbrengen. De buddyseat aan de voorzijde krachtig omlaagdrukken. Buddyseat vergrendelt hoorbaar. Helm met behulp van een staalkabel aan helmhaak 1 links of rechts bevestigen. Helmhaak Helm aan motorfiets vastzetten Buddyseat verwijderen ( 53).
Rijden Rijden Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . 56 Controlelijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 5 55 Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Toerental . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Gebruik in terrein . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Motorfiets afzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsaanwijzingen 56 Motorfietsaccessoires Rijden 5 z Geen rit zonder de juiste kleding! Draag altijd Helm Beschermende kleding Handschoenen Laarzen Dit geldt trouwens ook voor korte trajecten en in welk jaargetijde dan ook. Uw BMW Motorrad dealer kan u adviseren en heeft voor elk gebruiksdoel de correcte kleding.
topcase OA met Toelaatbaar totaalgewicht en maximumsnelheid volgens waarschuwingsplaatje in de topcase in acht nemen. met tankrugzak OA Toelaatbaar totaalgewicht van de tankrugzak en de overeenkomstige maximumsnelheid in acht nemen. Maximale belading van de tankrugzak max 5 kg Maximumsnelheid voor het rijden met de tankrugzak max 130 km/h met achtertas OA Toelaatbaar totaalgewicht van de bagagetas en de overeenkomstige maximumsnelheid in acht nemen.
de motor en het uitlaatsysteem aanraakt. 58 Katalysator Rijden 5 z Als door overslaan van de motor onverbrande benzine in de katalysator terechtkomt, is er kans op oververhitting en beschadiging. Neem daarom de volgende punten in acht: Benzinetank niet leegrijden De motor nooit met een losgetrokken bougiestekker laten draaien Als de motor afslaat direct het contact uitschakelen Alleen loodvrije benzine tanken Houd de voorgeschreven onderhoudsbeurten beslist aan.
Motor starten De noodstopschakelaar in bedrijfsstand a. De smering van de versnellingsbak is alleen bij draaiende motor gegarandeerd. Onvoldoende smering kan tot schade aan de transmissie leiden. De motorfiets bij uitgeschakelde motor niet gedurende langere tijd laten rollen of over een langere afstand duwen. Contact inschakelen. Pre-Ride-Check wordt uitgevoerd.
5 Rijden 60 z Pre-Ride-Check Na het inschakelen van het contact voert het instrumentenpaneel een test uit van de tellerinstrumenten en de waarschuwingsen controlelampen, de Pre-RideCheck. Als de motor tijdens de test wordt gestart, wordt de test afgebroken. Fase 1: De wijzers van de toerenteller en snelheidsmeter worden tot de eindaanslag bewogen. Tegelijkertijd worden een voor een alle waarschuwings- en controlelampen ingeschakeld. Fase 2: De algemene waarschuwingslamp wisselt van geel naar rood.
Indien na het afsluiten van de ABS-zelfdiagnose een ABS-storing wordt weergegeven: Verder rijden mogelijk. Houd er rekening mee dat geen ABSfunctie beschikbaar is. Storingen zo snel mogelijk door een specialist laten verhelpen, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Inrijden De eerste 1000 km Tijdens de inrijperiode veelvuldig met wisselende belasting en toerentallen rijden, langdurig rijden met constante toerentallen vermijden.
5 Toerentalwaarschuwing Toerentalwaarschuwing inschakelen 62 Om de voorgenomen instelling op te slaan, toets 1 en toets 2 tegelijkertijd bedienen en vasthouden tot de weergave wijzigt. Rijden Gebruik in terrein z Na terreinrijden BMW Motorrad adviseert, na het rijden in het terrein, de volgende punten in acht te nemen: De toerentalwaarschuwing waarschuwt de berijder dat het rode toerengebied wordt bereikt. Dit signaal wordt door een rood knipperende DWAcontrolelamp 1 weergegeven.
Rijden op onverharde, stoffige of modderige wegen leidt tot verhoogde slijtage van de remblokken. Remblokdikte vaker controleren en remblokken eerder vervangen. Veervoorspanning en demping De voor ritten in het terrein gewijzigde waarden voor veervoorspanning en demping verslechteren de rijeigenschappen van de motorfiets op verharde wegen. Vóór het verlaten van het terrein de correcte veervoorspanning en demping instellen.
5 Rijden 64 z opbouw niet volgen, zodat de remkracht niet volledig op het wegdek wordt overgebracht. Het voorwiel kan blokkeren. met BMW Motorrad ABS SU Het blokkeren van het voorwiel wordt door het BMW Motorrad ABS verhinderd. Pasafdalingen Indien bij pasafdalingen uitsluitend achter wordt geremd, bestaat het gevaar van remkrachtverlies. Onder extreme omstandigheden kan dit tot onherstelbare schade aan de remmen door oververhitting leiden. Voor- en achterwielrem bedienen en motorremwerking gebruiken.
Middenstandaard met middenstandaard SU Motor uitschakelen. Op een losse ondergrond staat de motorfiets niet veilig. De standaard moet altijd op een vlakke en vaste ondergrond rusten. De middenstandaard kan door te sterke bewegingen inklappen, waardoor de motorfiets kan omvallen. Niet op de motorfiets plaatsnemen als de middenstandaard uitgeklapt is. De middenstandaard uitklappen en de motorfiets op de middenstandaard plaatsen. Tanken Brandstof is licht ontvlambaar.
5 Rijden 66 z Tankdop met de contactsleutel ontgrendelen en opklappen. Als wordt getankt nadat het peil onder de reservehoeveelheid is gedaald, moet de hoeveelheid brandstof na het tanken groter zijn dan de reservehoeveelheid om het nieuwe peil te kunnen herkennen. Anders kunnen de weergaven van het peil en de actieradius niet worden geactualiseerd. Aanbevolen brandstofkwaliteit Tankdop krachtig aandrukken en sluiten. Sleutel verwijderen en tankdopklep sluiten.
Motorfiets op het transportplateau duwen, niet op de zijstandaard of de middenbok zetten. Onderdelen kunnen worden beschadigd. Geen onderdelen zoals remleidingen of draadbundels inklemmen. De spanbanden vóór aan beide zijden aan de onderste vorkbrug bevestigen en opspannen. 5 De spanbanden achter aan beide zijden aan het achterframe bevestigen en opspannen. Alle spanbanden gelijkmatig spannen, de motorfiets moet zo ver mogelijk inveren.
Rijden 5 68 z
Techniek in detail Techniek in detail Remsysteem met BMW Motorrad ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 6 69 Techniek in detail Bandenspanningscontrole RDC . . . . .
6 Remsysteem met BMW Motorrad ABS 70 met BMW Motorrad ABS SU Techniek in detail Hoe werkt het ABS? z De maximaal op het wegdek overdraagbare remkracht is o.a. afhankelijk van de wrijvingswaarde van het oppervlak van het wegdek. Grind, ijs en sneeuw en een nat wegdek hebben een aanzienlijk slechtere wrijvingswaarde dan een droog en schoon wegdek. Hoe slechter de wrijvingswaarde van het wegdek, hoe langer de remweg wordt.
Het BMW Motorrad ABS waarborgt binnen de grenzen van de natuurkundige wetten de rijstabiliteit op elke ondergrond. Het systeem is niet ontworpen voor speciale eisen zoals die gelden voor wedstrijdgebruik in het terrein of op het circuit. Bijzondere situaties Voor het herkennen van de blokkeerneiging worden o.a. de toerentallen van het voor- en achterwiel vergeleken.
het BMW Motorrad ABS niet buiten spel kan zetten. 15 minuten door de sensoren doorgegeven. 72 Bandenspanningscontrole RDC De regeleenheid kan vier sensoren verwerken, daardoor kunnen twee sets wielen met RDC-sensoren worden gebruikt. Als een RDC-regeleenheid is gemonteerd zonder dat de wielen zijn voorzien van sensoren, wordt een storingsmelding gegeven.
6 Vergelijk de RDC-waarde op het multifunctioneel display met de waarde op de achterzijde van de omslag van de handleiding. De afwijking tussen beide waarden moet met de bandenspanningsmeter worden gecompenseerd. 73 Voorbeeld: Volgens de handleiding moet de bandenspanning 2,5 bar bedragen, op het multifunctioneel display wordt 2,3 bar weergegeven. De bandenspanningsmeter bij het tankstation geeft 2,4 bar aan.
Techniek in detail 6 74 z
Accessoires Accessoires Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . 76 Contactdozen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 7 75 Koffers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Topcase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Accessoires Bagage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene aanwijzingen 76 BMW Motorrad adviseert uitsluitend onderdelen en accessoires te gebruiken die door BMW voor dit doel zijn goedgekeurd. Originele BMW onderdelen, accessoires en overige door BMW goedgekeurde producten, evenals het bijbehorende ter zake kundige advies, zijn verkrijgbaar bij uw BMW Motorrad dealer. Door BMW voor uw motorfiets goedgekeurde onderdelen en accessoires zijn op hun veiligheid, werking en deugdelijkheid getest.
Ligging van de bedrading De draden van contactdozen naar de accessoires moeten zo worden aangebracht dat ze de berijder niet hinderen de stuuruitslag en de rijeigenschappen niet beperken niet ingeklemd kunnen worden Bagage 7 Bagage vastbinden 77 De bagagebanden tussen de motorfiets en de antislippennen 1 door voeren. De bagageband 2 aanbrengen zoals afgebeeld bij een bagagerol. Bagage op stevige bevestiging controleren.
7 Koffers openen Accessoires 78 z Sleutel 1 in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien. Gele vergrendeling 2 ingedrukt houden en handgreep 3 opklappen. De gele toets 4 naar beneden drukken en gelijktijdig de kofferdeksel openen. Koffers sluiten Sleutel in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien. Kofferdeksel sluiten. Het deksel vergrendelt hoorbaar Indien de handgreep wordt dichtgeklapt als het kofferslot in rijrichting staat, kan de vergrendelingslip worden beschadigd.
Koffer verwijderen 7 Zwenkhendel 1 in de bovenste eindstand vergrendelen om het kleinere volume te verkrijgen. Zwenkhendel 1 in de onderste eindstand vergrendelen om het grotere volume te verkrijgen. Koffers sluiten. Sleutel 1 in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien. Gele vergrendeling 2 ingedrukt houden en handgreep 3 opklappen. Rode ontgrendelingshendel 4 naar boven trekken. Vergrendelingsklep 5 springt open. Vergrendelingsklep volledig openklappen.
7 Koffers aanbrengen Rode ontgrendelingshendel 4 naar beneden drukken. Vergrendelingsklep 5 vergrendelt. Handgreep dichtklappen. De sleutel in de rijrichting draaien en verwijderen. Accessoires 80 z Topcase Vergrendelingsklep 5 volledig opklappen, hiertoe zo nodig de rode ontgrendelingshendel 4 naar boven trekken. De koffer in kofferrek 6 hangen, vervolgens tot de aanslag op de bevestiging 7 kantelen. Vergrendelingsklep 5 tot de aanslag naar beneden drukken en vasthouden.
Topcase sluiten Topcasevolume verstellen Topcase openen en leegmaken. Topcasedeksel krachtig aandrukken en sluiten. Gele toets 4 naar voren drukken, tegelijkertijd topcasedeksel omhoogdrukken. Indien de handgreep wordt dichtgeklapt als het Topcase-slot verticaal staat, kan de vergrendelingslip worden beschadigd. Vóór het dichtklappen van de handgreep erop letten dat het Topcase-slot verticaal staat. Handgreep 3 dichtklappen. Handgreep vergrendelt hoorbaar.
7 Topcase verwijderen Topcase aanbrengen Accessoires 82 z Sleutel 1 in het topcaseslot verticaal draaien. Gele vergrendeling 2 ingedrukt houden en handgreep 3 omlaagklappen. Rode hendel 4 naar achteren trekken. Vergrendelingsklep 5 springt open. Vergrendelingsklep 5 volledig openklappen. Topcase aan de handgreep uit de houder verwijderen. Vergrendelingsklep 5 volledig opklappen, hiertoe zo nodig de rode ontgrendelingshendel 4 naar achteren trekken.
7 Topcase in de voorste houders 6 van de topcaseplaat aanbrengen. De topcase aan de achterzijde op de topcaseplaat drukken. Vergrendelingsklep 5 tot de aanslag naar beneden drukken en vasthouden. Rode ontgrendelingshendel 4 naar voren drukken. Vergrendelingsklep klikt vast. Handgreep dichtklappen. Sleutel horizontaal draaien en verwijderen.
Accessoires 7 84 z
Onderhoud Onderhoud Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . 86 Boordgereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 8 85 Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 Koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 Velgen en banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Ketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene aanwijzingen 86 In het hoofdstuk "Onderhoud" worden werkzaamheden voor het controleren en vervangen van slijtagedelen beschreven, die eenvoudig zijn uit te voeren. Indien bij de montage rekening moet worden gehouden met speciale aanhaalmomenten, dan zijn deze eveneens genoemd. Een overzicht van alle benodigde aantrekkoppels vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
3 4 5 Omkeerbare schroevendraaier Met kruiskop- en platte schroevendraaierkling Gloeilampen richtingaanwijzers, voor en achter, vervangen ( 107). Gloeilamp kentekenplaatverlichting vervangen ( 109). Accu uitbouwen ( 115). Steeksleutel Sleutelwijdte 17 Spiegelarm verstellen ( 49). Torxsleutel T40 Lichtbundel instellen ( 52). Omkeerbare schroevendraaier Met kruiskop en Torx T25 Middelste paneel uitbouwen ( 110).
8 Onderhoud 88 dat de ondergrond vlak en stevig is met middenstandaard SU Bedrijfswarme motorfiets op de middenbok zetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Meetbereik 2 met een droge doek schoonmaken Oliepeilstaaf op de olievulopening aanbrengen, maar er niet indraaien. Oliepeilstaaf verwijderen en oliepeil aflezen. z Oliepeilstaaf 1 verwijderen. Voorgeschreven motoroliepeil Tussen MIN- en MAX-markering Bij een oliepeil onder de MINmarkering: Motorolie bijvullen ( 89).
Motorolie bijvullen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. De omgeving van de vulopening reinigen. Motorolie tot het voorgeschreven peil bijvullen. Motoroliepeil controleren ( 87). Oliepeilstaaf aanbrengen. Remsysteem Remfunctie controleren Remhendel bedienen. Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn. Rempedaal bedienen. Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn. Zijn geen duidelijke drukpunten merkbaar: Oliepeilstaaf 1 verwijderen.
Om de bedrijfszekerheid van het remsysteem te waarborgen mogen de remblokken niet dunner worden dan de minimaal toelaatbare dikte. 8 Onderhoud 90 z Remblokken door een specialist laten vervangen, bij voorkeur door een BMW Motorrad dealer. Remslijtagegrens, voor min 1,0 mm (alleen remvoering zonder rugplaat. De slijtagemarkeringen (groeven) moeten duidelijk zichtbaar zijn.
de ondergrond vlak en stevig is. 8 Stuur in rechtuitstand zetten. 91 Remblokken door een specialist laten vervangen, bij voorkeur door een BMW Motorrad dealer. Remblokslijtagegrens achter min 1,0 mm (alleen remvoering zonder rugplaat. De slijtagemarkeringen moeten duidelijk zichtbaar zijn.) Als de slijtagemarkering niet meer duidelijk zichtbaar is: Als de dikte van de remblokken kleiner is dan de minimumdikte, neemt de remwerking af en kan schade aan het remsysteem ontstaan.
Remvloeistofpeil, achter, controleren 92 Bij een te laag remvloeistofpeil kan lucht het remsysteem binnendringen. Dat leidt tot een sterk verminderde remwerking. Het remvloeistofpeil regelmatig controleren. Onderhoud 8 z Remvloeistofpeil voor (visuele controle) Remvloeistof (DOT4) Het remvloeistofpeil mag niet onder de MIN-markering komen. Als het remvloeistofpeil tot onder het toegestane peil daalt: Het defect zo snel mogelijk door een specialist laten verhelpen, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer.
Koelvloeistof 8 Koelvloeistofpeil controleren 93 Remvloeistofpeil achter (visuele controle) Voorgeschreven peil koelvloeistof Remvloeistof (DOT4) Antivries Het remvloeistofpeil mag niet onder de MIN-markering komen. Als het remvloeistofpeil tot onder het toegestane peil daalt: De storing zo snel mogelijk door een specialist laten verhelpen, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Koelvloeistofpeil bij reservoir 1 aflezen. Kijkrichting: van voren tussen windscherm en rechter zijpaneel door.
8 Koelvloeistof bijvullen Onderhoud 94 z Er is geen duidelijk drukpunt merkbaar: De koppeling bij een specialist laten controleren, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Koppelingsspeling controleren Het stuur tot de aanslag naar links draaien. Dop 1 van het expansiereservoir openen. Met behulp van een geschikte trechter koelvloeistof bijvullen tot het voorgeschreven peil is bereikt. De dop van het expansiereservoir sluiten. Koppeling Werking koppeling controleren Koppelingshendel bedienen.
Moer 3 losdraaien. Om de speling te vergroten: moer 2 naar boven draaien. Om de speling te verkleinen: moer 2 naar beneden draaien. Koppelingsspeling controleren ( 94). Deze bewerkingen herhalen tot de koppelingsspeling correct is ingesteld. Moer 3 vastzetten. Velgen en banden Velgen controleren De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Velgen visueel op defecten controleren.
8 Onderhoud 96 z Aandrijfketting regelmatig reinigen en smeren. Als de gemeten waarde buiten de toegestane tolerantie ligt: Kettingspeling afstellen ( 96). De aandrijfketting ten minste elke 1000 km smeren. Na het rijden door de regen of door stof en vuil de ketting eerder smeren. Contact uitschakelen en neutraalstand inschakelen. De aandrijfketting met een geschikt reinigingsmiddel reinigen, afdrogen en kettingsmeermiddel aanbrengen. Overtollig smeermiddel afvegen.
Achterwiel in rijrichting draaien, tot de ketting gespannen is. Kettinglengte onder de achterbrug over 9 kettingpennen bepalen. 19 Nm Steekasmoer 1 met het betreffende aantrekkoppel vastzetten. 100 Nm Kettingslijtage controleren De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. 1e versnelling inschakelen. 8 97 Wielen Bandenadvies Borgmoer van de kettingspanbout Steekas achter in achterbrug Neem contact op met een specialist, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer.
Invloed van de wielmaten op het ABS gegevens aan de nieuwe wielmaten worden aangepast. 98 De wielmaten spelen een belangrijke rol bij het ABS-systeem. Met name de diameter en breedte van de wielen zijn als basis voor alle noodzakelijke berekeningen in de regeleenheid opgeslagen. Een wijziging van deze maten door de ombouw naar andere dan de standaard gemonteerde wielen kan ernstige gevolgen voor het regelkarakter van deze systemen hebben.
De motorfiets op een geschikte hulpstandaard plaatsen. met middenstandaard SU De motorfiets op de middenstandaard plaatsen en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. 99 Asklembout 2 losmaken. Steekas 3 uitbouwen, hierbij het wiel ondersteunen. Vet niet van de as verwijderen. In uitgebouwde toestand kunnen de remblokken zo ver naar elkaar toe worden gedrukt, dat ze bij de montage niet over de remschijf passen. De remhendel bij uitgebouwde remklauwen niet bedienen.
8 Onderhoud 100 z Afstandsbus 4 aan de linkerzijde op de wielnaaf steken. Het voorwiel moet in draairichting worden ingebouwd. Op de draairichtingspijlen op de band of de velg letten. Voorwiel in de voorvork rollen, hierbij de remschijven tussen de remblokken geleiden. Voorwiel optillen en as 3 met het juiste aantrekkoppel bevestigen. Steekas voor in asopname 30 Nm Voorwielstandaard verwijderen. zonder middenstandaard SU Hulpstandaard verwijderen Voorvork meermaals krachtig inveren.
Achterwiel uitbouwen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. ABS-sensor in de boring aanbrengen en bout 1 aanbrengen. De draad van de wieltoerentalsensor kan doorslijten als deze tegen de remschijf aanligt. Op een correcte ligging van de sensorkabel letten. Erop letten dat de ABSsensorkabel zoals afgebeeld is aangebracht. De bout 1 verwijderen en de snelheidssensor uit de boring nemen.
Achterwiel naar achteren uit de achterbrug rollen. 8 Het kettingwiel en de afstandsbussen links en rechts steken los in het wiel. Bij de demontage erop letten, deze onderdelen niet te beschadigen of te verliezen. Onderhoud 102 Steekas 6 uitbouwen en stelplaatje 7 verwijderen. z Achterwiel zo ver mogelijk naar voren rollen en ketting 8 van het kettingwiel nemen. controleren door een specialist, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer.
8 Stelplaatje links 7 in de achterbrug aanbrengen, steekas 6 in de remklauw en het achterwiel aanbrengen. Erop letten dat de steekas in de uitsparing van het stelplaatje past. Stelplaat rechts 5 aanbrengen. De snelheidssensor in de boring aanbrengen en bout 1 aanbrengen. Kettingspeling afstellen ( 96). Voorwielstandaard Voorwielstandaard aanbrengen Steekasmoer 2 aanbrengen, maar nog niet vastzetten.
8 Onderhoud 104 steun en op het achterwiel rust kan omvallen. De motorfiets vóór het optillen met de BMW Motorrad voorwielsteun op een hulpstandaard zetten. De motorfiets op een geschikte hulpstandaard plaatsen. met middenstandaard SU De motorfiets op de middenstandaard plaatsen. De beide pennen 2 zo ver naar buiten schuiven tot de voorvork er tussen past. De draagpennen ten opzichte van de voorvork instellen. De gewenste hoogte van de voorwielstandaard met behulp van de fixeerpennen 3 instellen.
Lampen Defecte gloeilamp vervangen. Gloeilamp groot- en dimlicht vervangen Soort verlichting voor grootlicht De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Contact uitschakelen. 105 H7 / 12 V / 55 W Veerbeugel 4 losmaken uit de vergrendelingen en opzij klappen. Gloeilamp 5 verwijderen. H7 / 12 V / 55 W Het glas van de nieuwe gloeilamp alleen aan de voet vastpakken om dit tegen verontreinigingen te beschermen. Onderhoud Gloeilamp voor dimlicht Stekker 3 losmaken.
8 Onderhoud 106 z Gloeilamp aanbrengen, daarbij op de juiste plaatsing t.o.v. positie 6 letten. Veerbeugel 4 sluiten en vergrendelen. Afdekking 1 resp. afdekking 2 inbouwen. Afdekking 2 uitbouwen. Gloeilamp stadslicht vervangen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Contact uitschakelen. Gloeilamp voor stadslicht 3 uit het koplamphuis trekken. Stekker 3 aansluiten.
8 Gloeilamp uit de lamphouder trekken. Gloeilamp in de fitting drukken. Gloeilamp rem- en achterlicht vervangen Defecte gloeilamp vervangen. Het diode-achterlicht kan alleen compleet worden vervangen. Hiervoor contact opnemen met een specialist, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Soort verlichting stadslicht W5W / 12 V / 5 W Het glas van de nieuwe gloeilamp met een schone en droge doek vastpakken om dit tegen verontreinigingen te beschermen. Afdekking 2 aanbrengen.
8 Contact uitschakelen. Soort verlichting voor richtingaanwijzers achterzijde 108 R10W / 12 V / 10 W Onderhoud met richtingaanwijzers wit SU RY10W / 12 V / 10 W Draai de bout 1 los. z Gloeilamp 2 door linksom draaien uit het lamphuis verwijderen. Defecte gloeilamp vervangen. Soort verlichting voor richtingaanwijzers voorzijde R10W / 12 V / 10 W met richtingaanwijzers wit SU RY10W / 12 V / 10 W Lampglas bij de bevestiging uit het reflectorhuis trekken.
8 Gloeilamp 2 door rechtsom draaien in het lamphuis aanbrengen. Schroef 1 aanbrengen. Gloeilamp kentekenplaatverlichting vervangen Bout 1 van spatbordafdekking verwijderen en afdekking verwijderen. De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Contact uitschakelen. Lampglas aan motorfietszijde in het lamphuis aanbrengen en sluiten. Lampfitting 2 uit de lamphouder trekken.
8 Onderhoud 110 z Gloeilamp uit de fitting trekken. Gloeilamp in de fitting drukken. Defecte gloeilamp vervangen. Kuipdelen Soort verlichting kentekenplaatverlichting W5W / 12 V / 5 W Het glas van de nieuwe gloeilamp met een schone en droge doek vastpakken om dit tegen verontreinigingen te beschermen. De spatbordafdekking aanbrengen en bout 1 aanbrengen. Middelste paneel uitbouwen Buddyseat verwijderen ( Gloeilampfitting 2 in de lamphouder drukken. 53).
Middelste paneel inbouwen 8 De stekker op de contactdoos aansluiten. Vier schroeven 2 aanbrengen. Onderhoud De bouten 1, links en rechts, losdraaien. 111 z Middelste kuipdeel aanbrengen. Erop letten dat de drie nokken 4 links en rechts in de kuipzijdelen aangrijpen. Vier schroeven 2 verwijderen. De stekker van de contactdoos 3 losnemen. Middelste paneel verwijderen. De bouten 1, links en rechts, aanbrengen. Buddyseat aanbrengen ( 54).
8 Luchtfilter uitbouwen Middelste paneel uitbouwen ( 110). Onderhoud 112 Luchtfilter Luchfilter 3 verwijderen. Luchtfilter inbouwen z Luchtfilterdeksel 2 aanbrengen. Bouten 1 aanbrengen. Middelste paneel inbouwen ( 111). Starten met hulpstartkabels Bouten 1 verwijderen. Luchtfilterdeksel 2 verwijderen. Luchtfilter 3 aanbrengen. De bedrading naar de contactdoos is niet berekend op het starten van de motor m.b.v. hulpstartkabels.
Starthulp met een hogere spanning dan 12 V kan tot schade aan de boordelektronica leiden. De accu van het stroomleverende voertuig moet een spanning van 12 V hebben. Middelste paneel uitbouwen ( 110). Tijdens de starthulp de accu niet van het boordnet losmaken. De rode hulpstartkabel eerst op de pluspool van de ontladen accu en daarna op de pluspool van de hulpaccu aansluiten (pluspool op deze motorfiets: positie 2).
Accu 114 Vakkundig onderhoud, lading en opslag verlengen de levensduur van de accu en zijn een voorwaarde voor eventuele garantieclaims.
Aangesloten accu via de contactdoos opladen. De elektronica van de motorfiets herkent of de accu volledig is opgeladen. In dit geval wordt de contactdoos uitgeschakeld. Hierbij de handleiding van de acculader in acht nemen. Als de accu niet via de contactdoos kan worden opgeladen, dan is het gebruikte laadapparaat mogelijk niet geschikt voor de elektronica van uw motorfiets. In dit geval de accu direct aan de polen van de losgekoppelde accu opladen.
8 Onderhoud 116 z Bouten 3 links en rechts verwijderen en de bevestigingsbeugel van de accu uitbouwen. Accu naar boven optillen; indien dit zwaar gaat, kantelende bewegingen maken. Accu inbouwen Wanneer de accu van de motorfiets langere tijd losgekoppeld is geweest, moet de actuele datum voor een correcte werking van de onderhoudsmelding in het instrumentenpaneel worden ingevoerd. Voor het instellen van de datum contact opnemen met een specialist, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer.
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . 118 Wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 9 117 Lakonderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 Conservering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Motorfiets buiten gebruik stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Motorfiets in gebruik nemen . . . . . . . 120 Onderhoud Reiniging kwetsbare motorfietsonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9 Onderhoud 118 z Onderhoudsmiddelen Wassen BMW Motorrad adviseert reinigings- en onderhoudsmiddelen te gebruiken die bij uw BMW Motorrad dealer verkrijgbaar zijn. BMW CareProducts zijn in laboratoria en in de praktijk getest en maken een prima onderhoud en optimale bescherming van de op uw motorfiets toegepaste materialen mogelijk. BMW Motorrad adviseert om insecten en hardnekkige vervuilingen op gelakte onderdelen vóór het wassen met BMW insectenreiniger te behandelen.
Kuipdelen Kuipdelen met water en BMW kunststofreiniger schoonmaken. Kuipruit en koplampglazen van kunststof Verwijder vuil en insecten met een zachte spons en veel water. Hardnekkig vuil en insecten inweken door er een natte doek op te leggen. Chroom Verchroomde onderdelen bij inwerking van wegenzout met veel water en BMW autoshampoo zorgvuldig reinigen. Voor een aanvullende behandeling chroompoets gebruiken.
9 de lak op deze plaatsen conserveren. 120 Conservering Onderhoud BMW Motorrad adviseert, voor lakconservering uitsluitend BMW autowas of producten te gebruiken die Carnaubawas of synthetische was bevatten. Of de lak moet worden geconserveerd is herkenbaar aan het feit dat water niet meer van de lak afloopt. z Motorfiets buiten gebruik stellen Motorfiets reinigen. Accu uitbouwen ( 115).
Technische gegevens Technische gegevens storingstabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 Boutverbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123 Rijgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134 10 121 Benzine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 Koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 Versnellingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 Cardan . . . . . .
10 Technische gegevens 122 z storingstabel Motor slaat niet of pas na doorstarten aan Oorzaak Verhelpen Noodstopschakelaar bediend Noodstopschakelaar in bedrijfsstand. Zijstandaard uitgeklapt en versnelling ingeschakeld Zijstandaard inklappen. Versnelling ingeschakeld en koppeling niet bediend. De versnellingsbak in neutraal schakelen of de koppeling bedienen. Benzinetank leeg Tanken ( Accu leeg Aangesloten accu opladen ( 65). 114).
Boutverbindingen Voorwiel Waarde Geldig 123 Remklauw aan voorvork M10 x 40 10 38 Nm M8 x 25 19 Nm Steekas voor in asopname M16 x 1,5 30 Nm Achterwiel Waarde Geldig Borgmoer van de kettingspanbout M8 19 Nm Steekas achter in achterbrug M16 x 1,5 100 Nm Spiegelsteun Waarde Contramoer (spiegel) op klemstuk M14 x 1 20 Nm Technische gegevens Klembevestiging steekas z Geldig
10 Technische gegevens 124 z Spiegelsteun Waarde Klemstuk (spiegel) op klemblok M10 30 Nm Geldig
Motorconstructie Tweecilinder viertaktmotor, DOHC met rollenkettingaandrijving, 4 d.m.v.
10 Technische gegevens 126 Benzine Aanbevolen brandstofkwaliteit Normaal loodvrij 91 ROZ/RON 87 AKI Nuttige tankinhoud Circa 16 l Reservehoeveelheid Circa 4 l BMW adviseert BP brandstoffen Motorolie Motorolie-inhoud 2,9 l, met oliefiltervervanging door BMW Motorrad aanbevolen viscositeitsklassen SAE 10W-40 Motorolie voor motorfietsen met oliebadkoppeling, API SG / SH / JASO MA ≥-20 °C SAE 15W-40 Motorolie voor motorfietsen met oliebadkoppeling, API SG / SH / JASO MA ≥-10 °C z BMW recommends
Olietoevoegingen BMW Motorrad adviseert geen additieven te gebruiken, omdat deze de werking van de koppeling kunnen verslechteren. Vraag uw BMW Motorrad dealer naar de voor uw motorfiets geschikte motoroliën.
10 Technische gegevens 128 z Cardan Cardan - constructie kettingaandrijving Achterwielophanging - constructie Gegoten aluminium achterbrug met twee armen Aantal tanden cardan (Voorste kettingwiel/achterste kettingwiel) 17 / 41 Onderstel Voorwiel Voorwielophanging - constructie telescoopvork Veerweg voor 180 mm, Bij wiel Achterwiel Achterwielophanging - constructie Gegoten aluminium achterbrug met twee armen Achterwielvering - constructie Direct verbonden centraal veerelement met traploos ve
Remmen 10 Voorwielrem - constructie Hydraulisch bediende schijfrem met zwevende remklauw met 2 zuigers en vaste remschijf Remvoeringmateriaal voor Sintermetaal Achterwiel Achterwielrem - constructie Hydraulisch bediende schijfrem met zwevende remklauw met 1 zuiger en vaste remschijf Remvoeringmateriaal achter Organisch Wielen en banden Aanbevolen bandenparen Een overzicht van de actueel goedgekeurde banden krijgt u bij uw BMW Motorrad dealer of via internet onder "www.bmw-motorrad.com".
10 130 Achterwiel constructie achterwiel Gegoten aluminium, MT H2 velgmaat achterwiel 3,50" x 17" Bandenopschrift, achter 140 / 80 R 17 Technische gegevens Bandenspanning z Bandenspanning voor 2,2 bar, Solo, bij bandentemperatuur: 20 °C 2,4 bar, Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur: 20 °C Bandenspanning achter 2,4 bar, Solo, bij bandentemperatuur: 20 °C 2,8 bar, Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur: 20 °C
Elektrische belastbaarheid van contactdozen 5A Zekeringen Alle stroomcircuits zijn elektronisch gezekerd. Als een stroomcircuit door de elektronische zekering is uitgeschakeld en de veroorzakende storing is verholpen, is het stroomcircuit na het aanzetten van het contact weer actief. Accu accu AGM (Absorptive Glass Matt) accu nominale accuspanning 12 V accucapaciteit 12 Ah Bougies Fabrikant en benaming bougies NGK DCPR 8 E Elektrodenafstand bougie 0,8...
10 Technische gegevens 132 z Soort verlichting kentekenplaatverlichting W5W / 12 V / 5 W Soort verlichting voor richtingaanwijzers voorzijde R10W / 12 V / 10 W met richtingaanwijzers wit SU RY10W / 12 V / 10 W met LED-richtingaanwijzers OA LED / 12 V Soort verlichting voor richtingaanwijzers achterzijde R10W / 12 V / 10 W met richtingaanwijzers wit SU RY10W / 12 V / 10 W met LED-richtingaanwijzers OA LED / 12 V Frame Frameconstructie buizenframe plaats van het typeplaatje Boven voor op
Lengte 2280 mm, over voorwiel naar kentekenplaathouder Hoogte 1240 mm, Zonder bestuurder bij ledig gewicht Breedte 845 mm, over stuur zonder spiegel Zithoogte berijders-buddyseat met dubbele buddyseat zonder verlaging SU laag SU met verlaging SU stapbooglengte berijder 820 mm, Zonder bestuurder bij ledig gewicht 790 mm, Zonder bestuurder bij ledig gewicht 765 mm, Zonder bestuurder bij ledig gewicht 1810 mm met dubbele buddyseat laag SU zonder verlaging SU 1760 mm, Zonder bestuurder bij ledig gewi
10 Technische gegevens 134 z Gewichten Ledig gewicht 199 kg, DIN rijklaar gewicht, rijklaar, 90 % volgetankt Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 436 kg met verlaging SU 349 kg Toelaatbare belading 237 kg met verlaging SU 150 kg Rijgegevens Topsnelheid met vermogensreductie SU max 190 km/h max 147 km/h
Service Service BMW Motorrad Service . . . . . . . . . . . . 136 BMW Motorrad Mobiliteitsdiensten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136 11 135 Onderhoudsbevestigingen . . . . . . . . . 138 Onderhoudsbevestigingen . . . . . . . . . 143 Service Onderhoudswerkzaamheden . . . . . .
11 Service 136 z BMW Motorrad Service Via ons wijdverbreide Service Netwerk staat BMW Motorrad u en uw motorfiets wereldwijd in 100 landen bij. De BMW Motorrad dealers beschikken over de technische informatie en de technische knowhow om alle onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan uw BMW betrouwbaar te kunnen uitvoeren. De dichtstbijzijnde BMW Motorrad dealer vindt u op onze internetsite onder "www.bmw-motorrad.com".
De BMW inrijcontrole moet worden uitgevoerd tussen 500 km en 1200 km. BMW service De BMW servicebeurt wordt eenmaal per jaar uitgevoerd, de inhoud van de servicebeurt kan, afhankelijk van de leeftijd van de motorfiets en het aantal afgelegde kilometers variëren. Uw BMW Motorrad dealer bevestigt het uitgevoerde onderhoud en vult de termijn voor het volgende onderhoud in.
11 138 Onderhoudsbevestigingen BMW afleveringscontrole uitgevoerd Service op BMW inrijcontrole uitgevoerd op Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk z op of, indien eerder bereikt, Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening
BMW service BMW service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening 11 139 Service BMW service z
11 Service 140 z BMW service BMW service BMW service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening
BMW service BMW service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening 11 141 Service BMW service z
11 Service 142 z BMW service BMW service BMW service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening
Onderhoudsbevestigingen De tabel dient voor het aantonen van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en van de ingebouwde optionele accessoires en uitgevoerde speciale acties.
11 Service 144 z Uitgevoerde werkzaamheden Bij km Datum
B Bagage Aanwijzing bij de belading, 56 vastbinden, 77 Banden Advies, 97 Bandenspanning controleren, 51 Bandenspanningen, 130 Bandenspanningentabel, 14 Inrijden, 61 Profieldiepte controleren, 95 Technische gegevens, 129 Bandenspanningscontrole RDC Techniek in detail, 72 Velgsticker, 98 Waarschuwingen, 33 Weergave, 26 Benzine Tanken, 65 Technische gegevens, 126 Vulopening, 13 Benzinereserve gereden kilometers, 25 Waarschuwingsindicatie, 30 Boordgereedschap Inhoud, 86 Plaats op de motorfiets, 14 Bougies Tech
12 Trefwoordenregister 146 z D Demping Instelelement, 13 Instellen, 50 Diefstalbeveiligingsinstallatie Controlelampje, 18 Waarschuwingen, 32 E EHBO-set Plaats, 14 Elektronica Technische gegevens, 131 F Frame Technische gegevens, 132 Framenummer Plaats op de motorfiets, 13 G Gebruik in terrein, 62 Gemiddelde waarde Terugzetten, 41 Gewichten Beladingstabel, 14 Technische gegevens, 134 H Handleiding Plaats op de motorfiets, 14 Handvatverwarming Bediening, 46 Bedieningselement, 17 Helmhaak Helm vastzetten,
M Maten Technische gegevens, 133 Mobiliteitsdiensten, 136 Motor Starten, 59 Technische gegevens, 125 Waarschuwing motorelektronica, 31 Motorfiets afzetten, 64 Buiten gebruik stellen, 120 In gebruik nemen, 120 Reinigen, 117 Vastbinden, 66 Verzorging, 117 Motorolie Bijvullen, 89 Oliepeilstaaf, 11 Technische gegevens, 126 Vloeistofpeil controleren, 87 Vulopening, 11 Waarschuwing motoroliedruk, 31 Multifunctioneel display, 18 Bedieningselement, 16 Betekenis van de symbolen, 23 Overzicht, 22 Weergave selecteren
12 Trefwoordenregister 148 z P Parkeren, 64 Pre-Ride-Check, 60 R Remblokken Achterzijde controleren, 90 Inrijden, 61 Voorzijde controleren, 89 Remmen Hendel instellen, 48 Technische gegevens, 129 Veiligheidsaanwijzingen, 63 Werking controleren, 89 Remvloeistof Remvloeistofpeil, voor, controleren, 91 Reservoir achter, 13 Reservoir voor, 13 Vulpeil achter controleren, 92 Richtingaanwijzers Bediening, 44 Bedieningselement links, 16 Bedieningselement rechts, 17 S Service, 136 Sleutel, 38 Snelheidsaanduidin
W Waarschuwingen ABS, 32 Alarmsysteem, 32 Benzinereserve, 30 Defecte lamp, 31 IJswaarschuwing, 32 Koelvloeistoftemperatuur, 30 Motorelektronica, 31 Motoroliedruk, 31 RDC, 33 Weergave, 27 Wegrijblokkering, 30 Waarschuwingsindicatieoverzicht, 28 Waarschuwingsknipperlichtinstallatie Bediening, 45 Bedieningselement, 16, 17 Waarschuwingslampen Overzicht, 24 Wegrijblokkering Reservesleutel, 39 Waarschuwingsindicatie, 30 Wielen Achterwiel inbouwen, 102 Achterwiel uitbouwen, 101 Technische gegevens, 129 Velgen con
Afhankelijk van de uitvoering en de accessoires van uw motorfiets, maar ook bij speciale uitvoeringen voor bepaalde landen, kunnen afwijkingen t.a.v. afbeeldingen en teksten optreden. Hieruit kunnen geen aanspraken worden afgeleid. De opgegeven maten, gewichten en verbruiks- en prestatieopgaven kunnen binnen de gebruikelijke toleranties in geringe mate afwijken. Wijzigingen in constructie, uitrusting en accessoires voorbehouden. Vergissingen voorbehouden.
Belangrijke gegevens voor een tankstop. Benzine Aanbevolen brandstofkwaliteit Normaal loodvrij 91 ROZ/RON 87 AKI Nuttige tankinhoud Circa 16 l Reservehoeveelheid Circa 4 l Bandenspanning Bandenspanning voor 2,2 bar, Solo, bij bandentemperatuur: 20 °C 2,4 bar, Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur: 20 °C Bandenspanning achter 2,4 bar, Solo, bij bandentemperatuur: 20 °C 2,8 bar, Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur: 20 °C BMW recommends Bestelnr.