Operation Manual

Manipulatie van de
motorelektronica-
regeleenheid
Manipulatie van de motor-
regeleenheid kan schade
aan de motorfiets en daarmee
ongevallen tot gevolg hebben.
Manipulatie van de motorrege-
leenheid is niet toegestaan.
Manipulatie van de motor-
regeleenheid kan mechani-
sche belastingen tot gevolg heb-
ben waarop de onderdelen van
de motorfiets niet berekend zijn.
Bij schades die hierdoor veroor-
zaakt zijn, vervalt de garantie.
Manipulatie van de motorrege-
leenheid is niet toegestaan.
Controlelijst
Gebruik de navolgende contro-
lelijst om voor elke rit belangrijke
functies, instellingen en slijtage-
grenzen te controleren.
Remwerking
Remvloeistofpeil, voor en ach-
ter
Werking van de koppeling
Demping en veervoorspanning
Profieldiepte en bandenspan-
ning
Veilige bevestiging van de kof-
fer en bagage
Met regelmatige tussenpozen:
Motoroliepeil (bij iedere
tankstop)
Remblokslijtage (bij elke derde
tankstop)
Spanning en smering van de
aandrijfketting
Starten
Zijstandaard
Bij een uitgeklapte zijstandaard
en een ingeschakelde versnel-
ling kan de motor niet worden
gestart. Als de motor in de neu-
traalstand wordt gestart en als
vervolgens bij uitgeklapte zijstan-
daard een versnelling wordt inge-
schakeld, slaat de motor af.
Versnellingsbak
De motor kan in de neutraalstand
of met ingeschakelde versnelling
met bediende koppeling wor-
den gestart. De koppeling pas
bedienen nadat het contact is in-
geschakeld; anders kan de motor
niet worden gestart.
Motor starten
De noodstopschakelaar in be-
drijfsstand a.
5
64
z
Rijden